Woonbuurt te Arkel

4.11 Flora en fauna

In het kader van een goede ruimtelijke ordening moet de uitvoerbaarheid van een ruimtelijk plan worden aangetoond. In dit verband is het van belang dat, gelet op de verplichtingen op basis van de Flora- en faunawet (Ffw), aannemelijk moet worden gemaakt dat de gunstige staat van instandhouding van de beschermde soorten niet in het geding is. Onderstaande paragraaf geeft de conclusies van de bevindingen van het bureau- en veldonderzoek dat is uitgevoerd. Een volledige rapportage van het bureauonderzoek is opgenomen in Bijlage 8. Een volledige rapportage van het uitgevoerde veldonderzoek is opgenomen in Bijlage 9.

Bureauonderzoek

Op basis van het bureauonderzoek (quickscan) blijkt dat de bouwwerkzaamheden in het gebied kunnen leiden tot aantasting en verstoring van beschermde dier- of plantensoorten. Voor een nadere toelichting van de te verwachten soorten wordt verwezen naar Bijlage 8. Voor de ingrepen zal geen ontheffing nodig zijn voor de soorten uit de eerste kolom van tabel 1, aangezien hiervoor een vrijstelling van de verbodsbepalingen van de Ffw geldt. Nader onderzoek naar deze soorten is niet nodig. Wel dient onderzoek te worden uitgevoerd naar het voorkomen van broedplaatsen van vogels en verblijfplaatsen van vleermuizen.

Veldonderzoek

Op grond van bovenstaande conclusies is een ecologisch veldonderzoek uitgevoerd (zie Bijlage 9). Op basis van dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat er geen beschermde soorten voorkomen.

Conclusie

De Ffw staat de vaststelling van het bestemmingsplan dan ook niet in de weg.