Woonbuurt te Arkel

4.10 Bodem

Normstelling en beleid

Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening gehouden te worden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.

Ten behoeve van ruimtelijke plannen dient ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, te worden verricht. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging dient een volledig verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd.

Onderzoek

Het voorliggende bestemmingsplan maakt ter plaatse van het voormalige dorpshuis Odina een functiewijziging mogelijk van 'Maatschappelijk' naar 'Wonen'. Voor het overige deel van het plangebied is er geen sprake van een functieverandering. Gelet op de huidige functies in het plangebied is er geen aanleiding om in het kader van het bestemmingsplan nader in te gaan de bodemkwaliteit. Ten behoeve van de omgevingsvergunning voor het bouwen van de beoogde woningen zal een verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd.

Aan de hand van een tweetal recent uitgevoerde bodemonderzoek kan wel inzicht worden gegeven in bodemkwaliteit in het plangebied. Het betreft een tweetal verkennende bodemonderzoeken voor percelen aan de prinses Margrietstraat 1 en de Koningin Julianastraat 47.

In 2008 is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van het perceel aan de Margrietstraat 1 nabij het Raadhuisplein in Arkel (zie Bijlage 6). Uit het rapport blijkt dat in de grond geen gehalten boven de streefwaarden zijn aangetroffen. In het grondwater zijn lichte verontreinigingen met arseen en xylenen aangetroffen. De licht verhoogde concentratie arseen wijkt niet duidelijk af van het niveau dat vaker op onverdachte terreinen wordt gemeten. Na herbemonstering worden vaak lagere gehalten gemeten omdat er bij het plaatsen van de peilbuis soms een verstoring kan optreden. De licht verhoogde concentratie aan xylenen in het grondwater is mogelijk gerelateerd aan een bovengrondse tank die in het verleden aanwezig was. Aangezien de concentratie beneden de tussenwaarde ligt is er geen aanleiding tot het uitvoeren van een nader onderzoek.

Daarnaast is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de Koningin Julianastraat 47 in Arkel (zie Bijlage 7). Uit het onderzoek kwam naar voren dat de bovengrond licht verontreinigd is met zink en PAK. In de ondergrond zijn licht verhoogde gehalten cadmium, lood en PAK aangetroffen. Het grondwater is licht verontreinigd met arseen en xylenen. Het geheel aan onderzoeksresultaten gaf eveneens geen aanleiding tot nader onderzoek aangezien het criterium voor nader onderzoek niet werd overschreden.

Uit het verkennende bodemonderzoek blijkt dat ter plaatse van de onderzoekslocaties enkel sprake is van lichte verontreinigingen.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat de bodemkwaliteit ter plaatse van het plangebied geen belemmering vormt voor de beoogde ontwikkeling. Het aspect bodemkwaliteit staat de uitvoering van het plan niet in de weg.