Plan: | Woonbuurt te Arkel |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0689.BP1004-vast |
Relatie met de stedenbouwkundige visie Centrum Arkel
In de stedenbouwkundig visie voor het centrum van Arkel (zie Bijlage 1) is aangegeven dat Arkel zich kenmerkt door de aanwezigheid van twee centrumpolen, namelijk één bij het Raadhuisplein en één bij de Peperhof/Plein 983. Beide polen maken deel uit van het plangebied. In het stedenbouwkundig plan wordt een ruimtelijke samenhang gecreëerd tussen beide centrumpolen, niet alleen door middel van de bestaande rechtstreekse verbinding via de Prinses Margrietstraat maar ook via een alternatieve verbinding via de dijkzone van de langs de Linge gelegen Schoolstraat. In het stedenbouwkundig plan krijgt deze samenhang vorm door de herstructurering en/of herinrichting van een aantal aanliggende gebieden, namelijk de omgeving van:
De ontwikkeling van het uit twee polen bestaande centrumgebied staat in relatie met de aanleg van een tweede ontsluitingsweg voor Arkel, gelegen aan de zuidzijde van het dorp. Door de aanleg van deze nieuwe ontsluitingsroute is het voor een substantieel deel van het verkeer uit met name het zuidwestelijk gelegen woongebied niet langer noodzakelijk gebruik te maken van de route via het nieuw te ontwikkelen centrumgebied. Met deze ingreep nemen in de nabijheid van het centrumgebied de kansen voor een betere leefbaarheid, een goede verkeersafwikkeling en een aantrekkelijke woonomgeving duidelijk toe.
Figuur 3.1 Beeld uit de centrumvisie Arkel
In de stedenbouwkundige visie voor het centrum van Arkel wordt een duidelijk gedefinieerd dorpscentrum voorgesteld in een directe ruimtelijke relatie met het dorpslint van de Dam en de Schoolstraat. In de visie wordt uitgegaan van een ruimtelijke binding tussen de centrumontwikkeling ter plaatse van de nieuwe Peperhof en het Raadhuisplein. Die ruimtelijke binding moet gestalte krijgen door het versterken van de ruimtelijk-functionele kwaliteiten van het Raadhuisplein en van het tussen de Peperhof en het Raadhuisplein gelegen gedeelte van de Schoolstraat (inclusief het Plein 983, de omgeving van het oude raadhuis en de strook gronden langs de Linge en het Zederikkanaal).
Woonbuurt
In deze kleinschalige woonbuurt worden de bestaande woningen vervangen door eigentijdse grondgebonden woningen voor de doelgroepen senioren, starters en gezinnen. Aansluitend bij de dorpse sfeer en karakter van Arkel wordt een kleinschalige woonbuurt met 67 (of maximaal 68, afhankelijk van uiteindelijke bestemming Folkertstraat 10) woningen voorgesteld (waarvan 3 woningen aan de kop van het Raadhuisplein). Andere uitgangspunten zijn het behoud van het historisch stratenpatroon Folkertsstraat en Koningin Julianastraat, variatie in woonmilieus onder andere door het toevoegen van woonhofjes, een groene woonbuurt en een verkeersluwe wijk.
De herontwikkeling van de woonbuurt is gericht op een omvorming naar hoofdzakelijk grondgebonden woningen met een dorps karakter in een groen en verkeersluw woongebied. Het stratenpatroon blijft daarbij zoveel mogelijk behouden.
De woonbuurt ligt ten oosten van de Peperhof en betreft de te herstructureren woonbuurt rond de Koningin Julianastraat en Folkertstraat en de tussengelegen delen van de Prinses Marijkestraat en Prinses Margrietstraat. De hier gelegen woningen bestaan voor het merendeel uit twee-onder-één-kap- en rijenwoningen. De woning ten noorden van het perceel van Odina aan de Prinses Marijkestraat en een viertal ten westen daarvan gelegen woningen (ten oosten van de half cirkelvormige bouwmassa van de Peperhof) vallen echter buiten het plangebied. Het pand van Odina zal worden afgebroken.
Figuur 3.2 Plattegrond definitief stedenbouwkundig ontwerp
Stedenbouwkundige uitgangspunten
Belangrijk uitgangspunt is het dorpse karakter van de woonbuurt. Om dit te bereiken wordt gevarieerd in de nokhoogtes en goothoogtes van de woningen. Voor het middengebied (ten oosten van de Folkertsstraat en ten westen van de Koningin Julianastraat) wordt gestreefd naar een lage nokhoogte (maximaal 8,5 m) en zoveel mogelijk ook een lage goothoogte aan de straatzijde.
Aan de randen van het gebied, ten westen van de Folkertsstraat, ten oosten van de Koningin Julianastraat en aan de beide zijden van de Pr. Magrietstraat, kunnen de woningtypen met een hogere nok- en goothoogte geplaatst worden. Variatie in het straatbeeld wordt bereikt door hier en daar een kleine sprong in de rooilijn, een gedraaide nokrichting en in verbijzonderingen in de kapvorm. Waar twee straten bij elkaar komen en op de hoek van straat en hof worden woningen voorgesteld die een goede hoekoplossing vormen, met een tweezijdige woningoriëntatie.
De twee-onder-één-kap woning aan de Folkertsstraat 15/17 heeft een aantal kenmerken die als historisch waardevol worden aangemerkt. Er is besloten deze twee woningen om die reden te behouden. Voor de locatie Rehoboth wordt gezocht naar een passende invulling van deze locatie waarbij het historische karakter van de Rehoboth-locatie centraal staat.
Openbare ruimte en parkeren
Om een groene woonbuurt te maken worden de woningen aan de straten voorzien van voortuinen, waarbij de erfscheiding wordt gevormd door een haag. De straten zijn voorzien van bomen aan een kant van de straat tussen de parkeervakken en er is een aantal groen ingerichte plekken; het KNA parkje en de hofjes waar ook wordt voorzien in speelgelegenheid voor de verschillende kinderdoelgroepen. Om de woonhofjes onderling met elkaar te verbinden wordt een intern voetpad toegevoegd. Een deel van de woningen heeft een parkeerplaats op eigen terrein. De overige parkeerplaatsen worden gerealiseerd in de openbare ruimte in de straten, de woonhofjes en drie parkeerhoven aan de Koningin Julianastraat en de Folkertsstraat. De norm voor het plan is 91 parkeerplaatsen. Hieraan wordt ruimschoots voldaan. Er worden tussen 93 en 99 parkeerplaatsen aangelegd. Hierop wordt nader ingegaan in paragraaf 4.4.
Beeldkwaliteitplan
Het beeldkwaliteitplan is een onderdeel van het stedenbouwkundig plan voor de centrumontwikkeling van Arkel. Dit beeldkwaliteitplan is opgenomen in Bijlage 2. In het beeldkwaliteitplan staan richtlijnen voor de architectuur die ervoor zorgen dat de gewenste samenhang ontstaat en binnen dat samenhangende totaalbeeld voldoende variatie is. Deze richtlijnen worden door architect(en) en hun opdrachtgever geraadpleegd en gehanteerd bij het maken van de ontwerpen voor de gebouwen. Ook worden deze door de gemeente gebruikt om ontwerpen te toetsen aan de bedoelingen van het stedenbouwkundig plan.
Het is de bedoeling dit beeldkwaliteitplan gelijktijdig met het bestemmingsplan vast te laten stellen door de gemeenteraad. Het is dan officieel het toetsingskader voor de nadere architectonische uitwerking.