Plan: | Buitengebied Zwijndrecht |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0642.bp15buitengebied-3002 |
Deze paragraaf betreft een samenvatting van het uitgebreide bureauonderzoek zoals opgenomen in Bijlage 1.
Het plangebied bestaat overwegend uit agrarisch gebied, doorsneden door het natuurlint van de Devel. Verder zijn verschillende bebouwingslinten aanwezig en het nog jonge Develbos.
Het bestemmingsplan is consoliderend van aard. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Dit betekent dat binnen de juridische regeling geen grootschalige functieveranderingen en/of herinrichtingen mogelijk zijn. Het plan biedt wel ruimte tot kleinschalige ontwikkelingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het bouwen van aan- of bijgebouwen (al of niet omgevingsvergunningplichtig) of het aanleggen van paden of verhardingen. In het kader hiervan is een ecologisch bureauonderzoek uitgevoerd, waarin is aangegeven waar deze kleinschalige ontwikkelingen aan dienen te worden getoetst.
Gebiedsbescherming
Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied is de Oude Maas (bij Barendrecht/Rhoon) op ruim 300 m afstand van het buitengebied van Zwijndrecht. De te beschermen habitats binnen dit Natura 2000-gebied kennen een hoge tolerantie ten aanzien van stikstofdepositie. Ook de kwalificerende diersoorten voor dit Natura 2000-gebied zijn hier weinig stikstofgevoelig. Het is daarom niet te verwachten dat de uitbreidingsmogelijkheden voor veehouderijbedrijven die het bestemmingsplan mogelijk maakt zullen leiden tot significant schadelijke stikstofdepositie van de te beschermen habitats.
De Natura 2000-gebieden Oudeland van Strijen en Boezems Kinderdijk liggen op 5, respectievelijk 4 km afstand en zijn aangewezen in het kader van de Europese Vogelrichtlijn. Hier zijn geen kwalificerende stikstofgevoelige habitats aangewezen. Mede gezien de grote afstand tot deze natuurgebieden is het niet te verwachten dat de ontwikkelingen die het bestemmingsplan mogelijk maakt zullen leiden tot negatieve effecten op de te beschermen soorten.
De Devel maakt onderdeel uit van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). Aan de zuidzijde grenst het plangebied aan de Oude Maas, die samen met de buitendijkse gronden deel uitmaakt van de PEHS. In het bestemmingsplan worden de bestaande en de te ontwikkelen bos- en natuurgebieden als zodanig bestemd. Het bestemmingsplan maakt geen ingrepen mogelijk die ten koste gaan van de ecologische kwaliteit van deze gebieden.
Soortenbescherming
Het bestemmingsplan is het besluit dat ingrepen mogelijk maakt en een aantasting van beschermde dier- of plantensoorten kan betekenen. Uiterlijk bij het nemen van een besluit dat ruimtelijke veranderingen mogelijk maakt, zal daarom zekerheid moeten zijn verkregen of verlening van ontheffing op grond van de Flora- en faunawet (hierna Ffw) nodig zal zijn en of het reëel is te verwachten dat deze zal worden verleend.
Het bestemmingsplan voorziet slechts in kleinschalige ruimtelijke ontwikkelingen. Eventuele werkzaamheden ten behoeve van deze ontwikkelingen kunnen leiden tot aantasting van te beschermen natuurwaarden. In het plangebied komen (naar verwachting) de volgende beschermde soorten voor:
nader onderzoek nodig | ||||
vrijstellings- regeling Ffw | tabel 1 | brede wespenorchis, zwanenbloem egel, gewone bosspitsmuis, huisspitsmuis, mol, veldmuis, bosmuis, wezel, hermelijn, haas en konijn bruine kikker, meerkikker, gewone pad, kleine watersalamander en groene kikker |
nee | |
ontheffings- regeling Ffw | tabel 2 | rietorchis | indien groeiplaatsen worden aangetast | |
tabel 3 | bijlage 1 AMvB | waterspitsmuis | indien leefgebieden worden aangetast | |
bijlage IV HR | alle vleermuizen | indien leefgebieden worden aangetast | ||
vogels | cat. 1 t/m 4 | buizerd, sperwer | indien broedplaatsen worden aangetast |