direct naar inhoud van 3.2 Europees beleid en Rijksbeleid
Plan: Nieuwe Driemanspolder
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00035-0004

3.2 Europees beleid en Rijksbeleid

3.2.1 Barro (2011) en Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2012)

Op 30 december 2011 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) van kracht geworden. Het Barro heeft als doel om vanuit een concreet nationaal belang een goede ruimtelijke ordening te bevorderen. Onderwerpen waarvoor het rijk ruimte vraagt zijn de mainportontwikkeling van Rotterdam, bescherming van de waterveiligheid in het kustfundament en in en rond de grote rivieren, bescherming en behoud van de Waddenzee en enkele werelderfgoederen, zoals de Beemster, de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam en de uitoefening van defensietaken.
In de loop van 2012 zal het besluit worden aangevuld met de ruimtevraag voor de onderwerpen veiligheid op rijksvaarwegen, toekomstige uitbreiding van infrastructuur, de elektriciteitsvoorziening, de ecologische hoofdstructuur (EHS), de veiligheid van primaire waterkeringen, reserveringsgebieden voor hoogwater langs de Maas en maximering van de verstedelijkingsruimte in het IJsselmeer. Ook zal het onderwerp duurzame verstedelijking in regelgeving worden opgenomen.

De kaders van het nieuwe rijksbeleid zijn opgenomen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) die op 13 maart 2012 door de Minister van I&M is vastgesteld. In de SVIR zijn 13 nationale belangen gedefinieerd, waaronder het versterken van de mainportfuncties en het verbeteren van de rijksinfrastructuur, het behoud van erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde en ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora en fauna. Het vrijwaren van rijksbufferzones van verdere verstedelijking en de bescherming van nationale landschappen zijn niet meer als nationaal belang opgenomen in het Barro en de SVIR.

De aanleg van het waterbergingsgebied Nieuwe Driemanspolder draagt bij aan het realiseren van het nationale belang van waterveiligheid en een duurzame waterhuishouding in de toekomst. Het plan is niet in strijd met de hiervoor genoemde nationale belangen.

3.2.2 Europese Kaderrichtlijn Water, Nationaal Waterplan & het Nationaal Bestuursakkoord Water (WB 21)

Behalve aan de beleidslijnen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte dient met de toekomstige planvorming voor de Nieuwe Driemanspolder ook voldaan te worden aan landelijke doelstellingen op het gebied van het waterbeheer zoals vastgelegd in het Nationaal Waterplan, het Nationaal Bestuursakkoord Water/Waterbeheer 21e Eeuw (WB21) en de Europese Kaderrichtlijn Water. Bijzondere aandacht verdienen daarbij kwesties als watertekorten, verdroging, verzilting en de kwaliteit van waterbodems. Deze dienen in het kader van regionale gebiedsvisies of doelgerichte waterplannen te worden aangepakt.

Omtrent de hiervoor genoemde aandachtspunten is tijdens de voorbereiding van het bestemmingsplan intensief samengewerkt tussen de provincie Zuid-Holland, de waterbeheerders van de Hoogheemraadschappen Rijnland en Delfland en de betrokken gemeenten. Daarbij is geconstateerd dat in de regio's Haaglanden en Holland - Rijnland een sterke vraag bestaat naar voorzieningen voor de opvang van piekwater en naar een duurzaam waterbeheer in het algemeen. Ook is er sprake van specifieke kwaliteitseisen voor het water- en bodemmilieu, die voor de toekomstige ontwikkeling van de Nieuwe Driemanspolder kaderstellend zijn (zie de vertaling van kwaliteitseisen in risiconormen zoals het zogenaamde maximaal toelaatbare risiconiveau (MTR) of het verwaarloosbare risiconiveau (VR).

Tijdens de planvorming voor de Nieuwe Driemanspolder heeft deze samenwerking geresulteerd in een programma van eisen dat naast recreatieve en ecologische doelstellingen ook belangrijke doeleinden voor een duurzaam waterbeheer omvat. Hiertoe behoren de realisatie van een seizoensberging waarmee de kwaliteit van het oppervlaktewater verbeterd wordt en ongewenste kwel in het projectgebied voorkomen wordt. Daarnaast dient in het projectgebied een mogelijkheid te worden geschapen voor een regionale waterberging voor piekberging in een omvang van 2 miljoen m3.

3.2.3 Nota "Anders omgaan met water" (2000)

In de Nota "Anders omgaan met water; waterbeleid in de 21ste eeuw" (2000) onderschrijft het kabinet de noodzaak om te anticiperen op de verwachte klimaatverandering en bodemdaling. De veiligheid moet gewaarborgd blijven, de kans op overstromingen mag niet toenemen. Meer ruimte voor water naast technische maatregelen en taakstellende afspraken tussen verschillende overheden zijn essentieel voor het slagen van dit beleid. Ook moet een "watertoets" voorkomen dat de bestaande ruimte voor water geleidelijk afneemt.

Met de aanleg van een waterbergingsgebied in de Nieuwe Driemanspolder wordt gezorgd voor een duurzame waterhuishouding. Het plan draagt dan ook bij aan de doelstellingen van deze nota. In paragrafen 4.2.2 en 5.5.2 van de plantoelichting is de watertoets opgenomen.