Plan: | Afrikaweg en omgeving |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0637.BP00030-0004 |
Een goede ruimtelijke ordening beoogt het voorkomen van voorzienbare hinder en gevaar door milieubelastende activiteiten. Door bij nieuwe ontwikkelingen voldoende afstand in acht te nemen tussen milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en milieugevoelige functies (zoals woningen) worden hinder en gevaar voorkomen en wordt het bedrijven mogelijk gemaakt zich binnen aanvaardbare voorwaarden te vestigen.
Deze milieuzonering dient aldus twee doelen:
Uitgave Bedrijven en milieuzonering
Om te komen tot een ruimtelijk relevante toetsing van bedrijfsvestigingen op milieuhygiënische aspecten wordt het begrip milieuzonering gehanteerd. Onder milieuzonering wordt verstaan het waar nodig zorgen voor een voldoende ruimtelijke scheiding tussen enerzijds bedrijven of overige milieubelastende functies en anderzijds milieugevoelige functies zoals woningen. Bij de planontwikkeling dient rekening gehouden te worden met milieuzonering om zodoende de kwaliteit van het woon- en leefmilieu te handhaven en te bevorderen en daarnaast bedrijven voldoende zekerheid te bieden dat zij hun activiteiten duurzaam binnen aanvaardbare voorwaarden kunnen uitvoeren. Bij de milieuzonering wordt gebruik gemaakt van de door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) opgestelde brochure Bedrijven en milieuzonering (editie 2009).
Scheiding van functies versus functiemenging
Scheiding van milieubelastende en milieugevoelige functies met behulp van milieuzonering is in de omgeving van sterk milieubelastende activiteiten zonder meer noodzakelijk. Een vergaande scheiding van functies kan echter ook leiden tot inefficiënt ruimtegebruik en een verlies aan ruimtelijke kwaliteit. Een gemengd gebied met een mix van wonen en werken, winkels en horeca stimuleert een levendig straatbeeld, een hogere sociale veiligheid en extra draagvlak voor voorzieningen. Vanuit het oogpunt van efficiënt ruimtegebruik verdient het de voorkeur om functiescheiding binnen een gemengd gebied niet verder door te voeren dan met het oog op een goed woon- en leefklimaat noodzakelijk is.
Richtafstandenlijsten
De twee belangrijkste bouwstenen voor milieuzonering zijn de twee richtafstandenlijsten in bijlage 1 van de VNG-brochure. Voor een scala aan milieubelastende activiteiten (lijst 1) en opslagen en installaties (lijst 2) zijn richtafstanden aangegeven ten opzichte van een rustige woonwijk. In de lijsten wordt onderscheid gemaakt naar richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste van deze vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een activiteit in een milieucategorie. Daarbij omvat categorie 1 de lichtste en categorie 6 de zwaarste vormen van bedrijvigheid. De richtafstanden gaan uit van gemiddeld moderne bedrijven. Indien bekend is welke activiteiten concreet worden beoogd of aanwezig zijn, kan gemotiveerd worden uitgegaan van de daadwerkelijk te verwachten milieubelasting (in plaats van de richtafstanden).
Twee omgevingstypen: rustige woonwijk en gemengd gebied
De richtafstanden in bijlage 1 van de VNG-brochure zijn afgestemd op de omgevingskwaliteit zoals die wordt nagestreefd in een rustige woonwijk of een vergelijkbaar omgevingstype (zoals een rustig buitengebied, een stiltegebied of een natuurgebied). Een rustige woonwijk is een woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Afgezien van wijkgebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere functies (zoals bedrijven of kantoren) voor.
Indien de aard van de omgeving dit rechtvaardigt, kunnen gemotiveerd kleinere richtafstanden worden aangehouden bij het omgevingstype gemengd gebied, dat gezien de aanwezige functiemenging of ligging nabij drukke wegen al een hogere milieubelasting kent. Een gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied. De richtafstanden uit bijlage 1 van de VNG-brochure gelden ten opzichte van een rustige woonwijk. De afstanden kunnen, zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat, met één afstandsstap worden verlaagd indien sprake is van omgevingstype gemengd gebied.
Milieucategorie | Richtafstand tot omgevingstype rustige woonwijk en rustig buitengebied | Richtafstand tot omgevingstype gemengd gebied | |
1 | 10 m | 0 m | |
2 | 30 m | 10 m | |
3.1 | 50 m | 30 m | |
3.2 | 100 m | 50 m | |
4.1 | 200 m | 100 m | |
4.2 | 300 m | 200 m | |
5.1 | 500 m | 300 m | |
5.2 | 700 m | 500 m | |
5.3 | 1.000 m | 700 m | |
6 | 1.500 m | 1.000 m |
De Wet milieubeheer en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) bieden onvoldoende mogelijkheden om alle relevante vormen van hinder ten gevolge van de aanwezigheid van horeca-activiteiten te voorkomen. Een Staat van horeca-activiteiten behorende bij de regels van een bestemmingsplan kan worden gehanteerd als een aanvulling op de reikwijdte van beide genoemde instrumenten.
Voor een indicatie van de mate van hinder veroorzaakt door horeca-activiteiten biedt de zoneringlijst uit de publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een goed vertrekpunt. De daarin gehanteerde grove benadering behoeft echter voor de opstelling van een in de praktijk bruikbare Staat van horeca-activiteiten aanvulling en nadere motivering.
Bij de opstelling van de Staat van horeca-activiteiten zijn de volgende vormen van hinder in aanmerking genomen:
In aanvulling op de gegevens uit de VNG-publicatie is voorts gebruik gemaakt van de volgende ruimtelijk relevante aspecten:
Op grond hiervan worden drie categorieën onderscheiden in de Staat van horeca-activiteiten, die is opgenomen als bijlage bij de regels:
Categorie 1 'Lichte horeca'
Horecabedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds geopend zijn (in hoofdzaak verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken.
Categorie 2 'Middelzware horeca'
Horecabedrijven die normaal gesproken ook 's nachts geopend zijn en daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken, zoals cafés, bars, biljartcentra of zalenverhuur. Tevens vallen onder deze categorie horecabedrijven die in beginsel overdag en 's avonds geopend zijn met een grote verkeersaantrekkende werking.
Categorie 3 'Zware horeca'
Horecabedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend moeten zijn en tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder met zich mee kunnen brengen (verkeersaantrekkende werking en daarmee gepaard gaande hinder op straat alsmede parkeeroverlast). Hieronder vallen o.m. dancings, discotheken en partycentra.
Geldende bestemmingsplannen
In de voorheen geldende bestemmingsplannen voor dit plangebied is geen rekening gehouden met milieuzonering. Dit komt met name doordat de geldende plannen gedateerd zijn. Alleen daar waar sprake is van (potentieel) zwaardere functies, is gebruik gemaakt van maatbestemmingen. Een goed voorbeeld hiervan is het autobedrijf aan het Abdissenbos. Deze heeft in het bestemmingsplan 'Kantorenstrook Driemanspolder- Meerzicht' de bestemming 'Garagebedrijf' gekregen. Voor het overige is in hoofdzaak sprake van kantorenbestemmingen dan wel woonbestemmingen. Dit zijn functies die in het algemeen geen overmatige milieuhinder met zich meebrengen voor de omgeving.
Plangebied rustige woonwijk of gemengd gebied?
In de VNG-uitgave wordt aangegeven dat een gemengd gebied een gebied is met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied.
Het grootste deel van het plangebied is te typeren als gemengd gebied. Het gaat daarbij om de kantoren- en bedrijvenlocaties aan weerszijden van de Afrikaweg, langs de Van Leeuwenhoeklaan en in het zuiden van het plangebied. Deze gebieden worden belast door het verkeer over de A12, Afrikaweg en Van Leeuwenhoeklaan.
De noordzijde van het plangebied betreft een rustiger gebied. De bebouwing aan de Voorweg en de Dublinstraat bestaat hoofdzakelijk uit woningen. Slechts op enkele plekken zitten andere functies, maar die zijn doorgaans goed te verenigen met de woonfunctie. Deze gebieden zijn in het kader van dit bestemmingsplan aangemerkt als 'rustige woonwijk'. Voor de woningen aan de Voorweg gelegen binnen de invloedssfeer van de Afrikaweg wordt, vanwege de geluidsbelasting van deze weg, overigens uitgegaan van de typering gemengd gebied.
In onderstaande tabel zijn de omgevingstypen samengevat:
Rustige woonwijk: | woningen aan weerszijden van de Voorweg, woningen aan de Dublinstraat, met uitzondering van de woningen binnen de invloedssfeer van de Afrikaweg |
Gemengd gebied: | De gebieden langs de Van Leeuwenhoeklaan, de Afrikaweg, Bredewater, het Abdissenbos, de Boerhaavelaan en het Kinderen van Versteeghplein. |
Tabel 3: Omgevingstypen
Gekozen milieuzonering voor de verschillende gebieden in het plangebied
Zoals ook in de VNG-brochure is aangegeven is de Staat van Bedrijfsactiviteiten in principe bedoeld voor nieuwe situaties. De Staat van Bedrijfsactiviteiten kan niet zonder meer worden toegepast bij de vraag of bedrijven die al in het plangebied gevestigd zijn, wegbestemd moeten worden of niet. Uiteraard geeft de categorie-indeling van deze bedrijven wel een indicatie van de aanvaardbaarheid. In bestaande situaties moet met name gekeken worden of het bedrijf beschikt over de benodigde milieuvergunning(en) en of de milieubelasting binnen de huidige normen blijft. Alleen indien een bedrijf onaanvaardbare hinder veroorzaakt, waaraan redelijkerwijs door het treffen van voorzieningen niet tegemoet kan worden gekomen, kan een bedrijf worden wegbestemd. Voorwaarde hierbij is dat de gemeente de benodigde financiële middelen ter beschikking heeft. Dergelijke situaties komen in het plangebied niet voor.
Gemengd gebied
Zoals gezegd is het grootste deel van het plangebied wegens de ligging langs hoofdinfrastructuur te typeren als gemengd gebied, waarbinnen vooral sprake is van de kantoorfunctie. Kantoren vallen onder categorie 1. In de geldende bestemmingsplannen worden naast kantoren vaak ook dienstverlenende functies toegestaan. Dienstverlenende functies behoren veelal tot milieucategorie 1.
De overige bedrijven en voorzieningen, zoals het garagebedrijf, de onderwijsvoorziening en het hotel zijn ook functies die doorgaans in categorie 1 of 2 vallen uit lijst 1 van de VNG-brochure. In dit bestemmingsplan hebben deze functies ofwel een maatbestemming, dan wel zijn qua milieubelasting voor de omgeving gemaximeerd door het opnemen van een milieucategorie.
Milieucategorie 1 en 2 zijn in milieuhygiënische zin goed inpasbaar in het plangebied. Ze leveren geen problemen op ten aanzien van omliggende woningen aangezien overal wordt voldaan aan de richtafstanden zoals genoemd in de VNG-brochure. Tussen de bestaande nutsvoorziening en het garagebedrijf is tevens op één perceel bedrijvigheid tot en met milieucategorie 3.1 toegestaan. Ook deze categorie is passend in de omgeving aangezien de meest nabijgelegen woningen op meer dan 100 meter afstand liggen.
Er bevinden zich binnen het gemengde gebied twee functies die op basis van de milieuzonering een specifieke aanduiding hebben gekregen, omdat ze direct grenzen aan woningen. Het gaat om de schietvereniging aan de Voorweg 54 en het ambachtelijk bedrijf aan de Voorweg 50.
De schietvereniging valt volgens de VNG-publicatie onder milieucategorie 4.1. Voor activiteiten in milieucategorie 4.1 geldt een richtafstand van 200 meter tot een rustige woonwijk en 100 meter tot gemengd gebied. De woningen aan de Voorweg en Dublinstraat liggen binnen de hiervoor genoemde richtafstanden. Er wordt in de bestaande situatie dus niet voldaan aan de richtafstanden uit de VNG-publicatie. Om deze reden heeft de schietvereniging een maatbestemming gekregen. Dit houdt in dat alleen die activiteiten uit de hogere milieucategorie mogen worden voortgezet die vallen onder deze maatbestemming. Omschakeling van deze activiteiten naar een andere activiteit dan in de maatbestemming is vermeld, kan alleen plaatsvinden wanneer deze activiteit past binnen de algemeen toelaatbare milieucategorie (in dit geval milieucategorie 2). Bij beëindiging of verplaatsing van de schietvereniging kan zich alleen nog een gelijksoortige functie vestigen, of een functie die past binnen de algemene toelaatbare milieucategorie 2. Meer over de schietvereniging staat vermeld in paragraaf 5.7.2.
Het ambachtelijk bedrijf betreft de reparatie en verkoop van oude motorfietsen. Een ambachtelijk bedrijf is getypeerd als een bedrijf waarin, geheel of overwegend, door middel van handwerk goederen worden vervaardigd, bewerkt, hersteld en/of geïnstalleerd. Het dient hierbij te gaan om kleinschalige activiteiten die in het algemeen verenigbaar zijn met de woonfunctie. Een handel in motorfietsen en reparatie- en servicebedrijven behoort tot milieucategorie 2. Aangezien het hier om een bestaande situatie gaat en omdat het perceel binnen de invloedssfeer van de Afrikaweg ligt, is deze milieucategorie passend in de omgeving.
Rustige woonwijk
Het gebied aan weerszijden van de Voorweg en de Dublinstraat is, met uitzondering van de woningen binnen de invloedssfeer van de Afrikaweg, aangemerkt als een rustige woonwijk. Hier komen geen andere functies voor en in de omgeving bevinden zich binnen het plangebied geen bedrijven die met betrekking tot de milieuzonering voor een overmatige hinder zorgen.
Afwijken van de gebruiksregels
De milieuzonering zoals deze hierboven is beschreven, betekent niet dat de uitoefening van activiteiten uit een hogere categorie in alle gevallen onaanvaardbaar is. De Lijst van bedrijfsactiviteiten geeft namelijk een vrij grove indeling van de hinderlijkheid van bedrijven. De situatie bij een specifiek bedrijf kan daarvan afwijken. Met name komt het voor dat een bedrijf als gevolg van de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten of door een milieuvriendelijke werkwijze, minder hinder veroorzaakt dan in de Lijst van bedrijfsactiviteiten is verondersteld. In dat geval kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van de algemene toelaatbare milieucategorie. Op die manier kan een dergelijk bedrijf voor de desbetreffende activiteit worden toegelaten. Dit geldt alleen voor bedrijven die maximaal twee afstandsstappen afwijken van de richtafstanden van de op grond van de milieuzonering toegelaten categorie. Dit houdt in dat indien bedrijven uit maximaal categorie 2 zijn toegestaan, kan worden afgeweken van de gebruiksregels voor bedrijven uit maximaal categorie 3.2.
Horeca
De in het plangebied aanwezige horeca, te weten het hotel aan het Kinderen van Versteeghplein is positief bestemd. Verder maken sommige geldende bestemmingsplannen horecavoorzieningen mogelijk. Deze mogelijkheden zijn in dit bestemmingsplan overgenomen in de bestemmingen 'Gemengd-1' en 'Gemengd-2'. Het betreft hier voorzieningen tot en met categorie 2 uit de Staat van horeca-inrichting. Dit komt overeen met milieucategorie 1 volgens de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering. Hiervoor geldt een richtafstand van 0 meter ten opzichte van gemengd gebied. De meest nabijgelegen woningen bevinden zich in hetzelfde gebouw. Gelet op de richtafstand van 0 meter zal er echter geen sprake zijn van onevenredige gevolgen voor het woon- en leefklimaat.