Plan: | Afrikaweg en omgeving |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0637.BP00030-0004 |
De ondergrond van het plangebied bestaat uit lagen veen en klei die elkaar afwisselen. Deze zijn ontstaan in het Holoceen. Door de stijging van de zeespiegel aan het begin van het Holoceen werd de waterafvoer van het grondwater slechter. Dit leidde tot het ontstaan van moerassen en zoetwatermeren, waarin veenvorming plaatsvond. De moerassen en zoetwatermeren werden gevoed door water uit rivieren en beken, die door het afnemen van het verhang (en daardoor de afnemende stroomsnelheid) sterk waren gaan kronkelen.
Als gevolg van een warmer wordend klimaat aan het einde van het Pleistoceen steeg de zeespiegel. Door verhoogde activiteit van de zee vonden inbraken plaats met veel transport en afzetting van materiaal. Dit wordt afgewisseld met periodes van verminderde activiteit van de zee, waarin een meer gesloten kust ontstaat door vorming van strandwallen. Tussen deze fasen vond veenvorming plaats.
Rond 1650 bestond het plangebied met uitzondering van het historische lint Voorweg, net als de rest van het land van Zoetermeer en Zegwaart uit een weidse watervlakte waar wat smalle evenwijdige ribben land bovenuit staken. Hier kon, als het niet te nat was, vee op grazen. Verder werd de laatste turf tot op vijf meter onder de waterspiegel weggebaggerd. Bij deze veenwinning ontstonden waterplassen.
In de 17e eeuw werd het technisch mogelijk om door middel van windmolens de plassen droog te malen en ontstond het zogenaamde droogmakerijenlandschap. De Nieuwe Driemanspolder, waarin het plangebied ligt, is een droogmakerij. Dit houdt in dat de bij de veenwinning ontstane plassen later zijn ingepolderd. In 1668 is octrooi verleend voor de droogmaking van de Nieuwe Driemanspolder.
In 1832 was het plangebied, met uitzondering van de percelen langs de Voorweg, nog geheel onbebouwd. De situatie van rond 1900 toont weinig verandering.
Vanaf het midden van de 20e eeuw zijn in de polders rond Zoetermeer nieuwbouwwijken gebouwd. Waar het veen nooit is afgegraven ligt het straatniveau nog hoger. Direct ten oosten van de Boerhaavelaan ligt de wijk Driemanspolder, een typische jaren zestig wijk met een combinatie van grootschalige hoogbouw en kleinschalige laagbouw. Direct ten westen van Bredewater ligt de wijk Meerzicht. Meerzicht is gebouwd in de jaren zeventig. In deze tijd vond een omslag in het denken plaats. Hoogbouw raakte in diskrediet. Er is in Meerzicht nog wel hoogbouw te vinden. Deze is geconcentreerd in het noordoostelijke deel. In de rest van de wijk staan voornamelijk eengezinshuizen.
In Zoetermeer is de historische structuur nog steeds zichtbaar in de vorm van enkele ontginningsassen en de oude Wetering. Nieuwe structuren liggen over de oude heen.
De Afrikaweg, waarlangs het plangebied aan weerszijden ligt, is een van deze nieuwe structuren. De Afrikaweg is een belangrijke entree voor de stad en verbindt de A12 en het treinstation met het centrum. De Afrikaweg begint ten zuiden van de A12 op het grondtalud van een oude dijk en vormde lang een inprikker in de stadstructuur. In de loop der jaren is Zoetermeer ook naar het zuiden uitgebreid en is de Afrikaweg steeds meer onderdeel van de ringstructuur geworden.
Een groot deel van het plangebied is met name in de jaren zeventig van de vorige eeuw tot grootschalige ontwikkeling gekomen. Tegen de zuidgrens van het gebied hebben langs de A12 enkele recentere ontwikkelingen plaatsgevonden. In de jaren negentig is het markante kantoorgebouw van FME gebouwd en hiernaast is in 2004 een bestemmingsplan van kracht geworden dat eveneens de bouw van een kantorencomplex mogelijk maakt. Dit is echter nog niet gerealiseerd.
Aan de noordkant zijn vanaf 2005 in het gebied tussen de Voorweg en de Van Leeuwenhoeklaan appartementencomplexen en een kantorencomplex gebouwd.
De Voorweg vormt één van de oude lintstructuren van Zoetermeer. Hierlangs liggen nog enkele waardevolle historische woningen. In de loop der tijd is het lint opgevuld met naoorlogse woonbebouwing.
Monumenten
In het plangebied bevinden zich vier gemeentelijke monumenten, te weten:
Daarbij bevindt zich één beeldbepalend pand in het plangebied. Het betreft de vijf arbeiderswoningen aan de Voorweg 14-22 (1935).
Er bevinden zich geen rijksmonumenten binnen het plangebied.
Archeologisch belangrijke vindplaatsen
Volgens de provinciale kaart van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur is in het gebied langs de Voorweg een kleine kans op het vinden van archeologische sporen.
Figuur 3.1: Fragment provinciale kaart van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur
Een deel van de Voorweg valt in het bestemmingsplangebied. De Voorweg is een van de oudste wegen in Zoetermeer. De weg is onderdeel van het doorgaande historische lint Voorweg, Vlamingstraat, Dorpsstraat, Schinkelweg, Den Hoorn en Bleiswijkseweg. In 1295 werd de weg aangeduid als Kercweghe. Het was voor de boeren die in Buytenwegh woonden de enige weg naar de kerk aan de Dorpsstraat. In 1463 werd het de Voorkerckweghe, waarna de naam verbasterde tot Voorweg. De wetering werd in 1491 gegraven ter afwatering van het veengebied en als waterweg voor het afvoeren van de gewonnen turf. Van oudsher staan aan de Voorweg veel oude en grote boerderijen en zijn er ruime doorzichten naar het achterland. Hoe dichter de Voorweg bij de oude dorpskern komt, des te dichter de bebouwing wordt.
Het gebied langs de Voorweg is in het gemeentelijk rapport 'De beschermde archeologische monumenten in Zoetermeer' (zie paragraaf 2.4.18) aangeduid als beschermd archeologisch monument.
In het gebied langs de Voorweg, zoals aangeduid op de provinciale kaart en in het gemeentelijk rapport, zijn geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen voorzien. Een archeologisch onderzoek is op dit moment dan ook niet nodig. Wel zal voor de betreffende zone aan weerszijden van de Voorweg een regeling in het bestemmingsplan worden opgenomen die bepaalt dat voorafgaand aan bepaalde activiteiten eerst archeologisch onderzoek plaats moet vinden (dubbelbestemming Waarde - Archeologie). Het gaat hier om activiteiten die een oppervlakte hebben die groter is dan 100 m2 en die meer dan 50 centimeter in de bodem reiken.