direct naar inhoud van 5.2 Luchtkwaliteit
Plan: Noordelijke Bedrijventerreinen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00023-0004

5.2 Luchtkwaliteit

5.2.1 Luchtkwaliteitseisen

De belangrijkste wet- en regelgeving voor luchtkwaliteit is vastgelegd in titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer, ook wel de Wet luchtkwaliteit genoemd. Deze wijziging van de Wet milieubeheer is op 15 november 2007 in werking getreden en vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. De wijziging houdt in dat de in Nederland toegepaste koppeling tussen ruimtelijke ordening en luchtkwaliteit voor een deel wordt ontkoppeld. Dit maakt het mogelijk om niet voor elk ruimtelijk plan te hoeven toetsen aan de normen. Hierbij is met name het begrip 'niet in betekende mate' (NIBM) van belang.

In de algemene maatregel van bestuur 'Niet in betekende mate bijdragen' (Besluit NIBM) en de ministeriële regeling NIBM (Regeling NIBM) zijn de uitvoeringsregels vastgelegd die betrekking hebben op het begrip NIBM. Sinds de verlening van derogatie door de Europese Unie en de inwerkingtreding van het NSL per 1 augustus 2009 is de definitie van NIBM een bijdrage van niet meer dan 3% aan de jaargemiddelde concentratie fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2). Dit komt overeen met een toename van maximaal 1,2 microgram/m3 van zowel PM10 als NO2.

In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van gevallen (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) opgenomen die niet in betekende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze gevallen kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Ook als op een andere wijze, bijvoorbeeld door berekeningen, aannemelijk gemaakt kan worden dat het geplande project NIBM bijdraagt, kan toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit achterwege blijven. Om versnippering van 'in betekende mate' projecten in meerdere NIBM-projecten te voorkomen is een anticumulatie artikel opgenomen. De bijdrage van NIBM-projecten aan de luchtverontreiniging wordt binnen het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) gecompenseerd met algemene maatregelen.

Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit is de kern van de Wet luchtkwaliteit. Het NSL bevat zowel alle ruimtelijke ontwikkelingen die 'in betekende mate' bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit als een bundeling van alle maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit. Deze (gebiedsgerichte) maatregelen, zowel rijks- als lokale maatregelen, moeten leiden tot een verbetering van de luchtkwaliteit waardoor de 'in betekende mate' ontwikkelingen alsnog doorgang kunnen vinden.

Op basis van het bovenstaande volgt dat een ruimtelijk plan kan worden vastgesteld als:

  • wordt voldaan aan de in bijlage 2 van de Wet milieubeheer opgenomen grenswaarden, of
  • een plan (per saldo) niet leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit, of
  • een plan 'niet in betekende mate' bijdraagt, of
  • een beperkte verslechtering van de luchtkwaliteit als gevolg van een ontwikkeling wordt gecompenseerd met een verbetering door een als gevolg van dat plan optredend effect of een met het besluit samenhangende maatregel (saldering zoals bedoeld in art. 5.16 lid 1 onder b Wet milieubeheer), of
  • de ontwikkeling is opgenomen in het NSL.
5.2.2 Luchtkwaliteitsonderzoek

Binnen de grenzen van het bestemmingsplan is sprake van onbenutte plancapaciteit voor bedrijven en woningen. Door de invulling van de geprojecteerde ontwikkelingen zullen nieuwe verkeersaantrekkende functies binnen het bestemmingsplan worden gevestigd. Hierdoor zal de verkeersintensiteit op de wegen in het bestemmingsplan (in geringe mate) toenemen.

In opdracht van de gemeente Zoetermeer is door DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V. een luchtkwaliteitsonderzoek uitgevoerd om de gevolgen van het plan voor de luchtkwaliteit in beeld te brengen. De resultaten van het onderzoek zijn opgenomen in het rapport 'Bestemmingsplan Noordelijke Bedrijventerreinen (BP00023), Onderzoek Luchtkwaliteit' van 15 februari 2013 (kenmerk M. 2011.1588.11.R002, versie 005). Dit onderzoek is opgenomen in Bijlage 4 van deze plantoelichting. De conclusie van dit onderzoek is dat de wettelijke grenswaarden voor de luchtkwaliteit niet worden overschreden.