direct naar inhoud van 5.1 Geluidhinder
Plan: Noordelijke Bedrijventerreinen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00023-0004

5.1 Geluidhinder

De Wet geluidhinder, en het hierop gebaseerde Besluit geluidhinder, bevatten normen en regels ter voorkoming of beperking van geluidhinder ten gevolge van wegverkeerslawaai, spoorweglawaai en industrielawaai afkomstig van een gezoneerd industrieterrein. Aangegeven wordt welke objecten bescherming genieten tegen geluid. Naast woningen gaat het onder meer om scholen, kinderdagverblijven, ziekenhuizen, verpleeghuizen en psychiatrische ziekenhuizen. Woonwagenstandplaatsen en verblijfsterreinen bij psychiatrische ziekenhuizen worden aangemerkt als geluidsgevoelig terrein.

Verplichting tot akoestisch onderzoek
Bij het opstellen van een bestemmingsplan dient een akoestisch onderzoek te worden verricht waarin wordt aangetoond dat aan de geluidnormen krachtens de Wet geluidhinder wordt voldaan. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen bestaande en nieuwe situaties. Voor nieuwe situaties gelden er strengere normen dan voor bestaande.
Omdat de geluidbelasting afneemt bij een toenemende afstand en uiteindelijk niet meer relevant is, zijn er bij wet geluidzones gedefinieerd. Deze zones zijn te beschouwen als aandachts- of onderzoeksgebieden, waarbinnen akoestisch onderzoek moet worden verricht.

Geluidzones
Wegen, spoorwegen en zoneringsplichtige industrieterreinen kennen geluidzones. Dit zijn afgebakende gebieden waarbinnen de normen en grenswaarden van de Wet geluidhinder en de daarbij behorende uitvoeringsbesluiten van toepassing zijn. De omvang van de geluidzones is vastgelegd in de wet. Voor wegverkeer is de zone afhankelijk van het aantal rijstroken. Bij railverkeer wordt de zonebreedte bepaald door het type spoor.

Het bestemmingsplangebied ligt binnen de zones van diverse binnenstedelijke wegen, de Rijksweg A12 en voor een gedeelte binnen de zone van de spoorlijn Den Haag - Gouda. Het gebied ligt niet binnen de zone van de spoorlijnen van de RandstadRail of de HSL, omvat geen zoneringsplichtige industrieterreinen en ligt ook niet binnen de geluidzone van een vliegveld.

Geluidcontour Nutricia

Een deel van het plangebied is gelegen binnen de geluidcontour van 'Nutricia', zoals vastgelegd in het bestemmingsplan 'Geluidzone Nutricia'. In het plangebied ligt een tweetal woningen binnen deze geluidcontour. Het gaat hierbij om de woningen aan de Rokkeveenseweg 46a en 46b. Bij besluit 12 juni 2001 hebben Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland hogere grenswaarden voor deze woningen verleend van 58 db(A). De geluidcontour voor zover liggend in het plangebied, is opgenomen op de verbeelding behorend bij onderhavig bestemmingsplan.

Normstelling
De Wet geluidhinder bevat normen ten aanzien van de maximaal toegestane geluidbelasting. Deze normen zijn alleen van toepassing op de gevels van geluidgevoelige bestemmingen of op de grens van geluidgevoelige terreinen. Er wordt onderscheid gemaakt in voorkeursgrenswaarden en maximale ontheffingswaarden. Voor alle (nieuwe) geluidgevoelige situaties wordt de voorkeursgrenswaarde nagestreefd. Realisatie hiervan is echter niet altijd mogelijk. De wet biedt de mogelijkheid om ontheffing te verkrijgen van de voorkeursgrenswaarde tot de maximale ontheffingswaarde. Boven de maximale ontheffingswaarde is het ontwikkelen van geluidgevoelige bestemmingen niet mogelijk.

Hogere waarde procedure
Als uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidbelasting de voorkeursgrenswaarde overschrijdt, moet worden onderzocht of er maatregelen mogelijk zijn om het geluidniveau terug te brengen tot de voorkeursgrenswaarde. Hierbij moet eerst worden gekeken naar mogelijke maatregelen bij de bron (bijvoorbeeld geluidreducerend wegdek), dan in de overdracht (bijvoorbeeld geluidschermen) en dan pas bij het 'ontvangend' object (bijvoorbeeld een vliesgevel). Voor het verkrijgen van een ontheffing voor een hogere grenswaarde dient een hogere waarde procedure te worden gevoerd.

5.1.1 Resultaten akoestisch onderzoek

Het nieuwe bestemmingsplan is hoofdzakelijk conserverend van aard. Binnen de grenzen van het bestemmingsplan is echter wel sprake van onbenutte plancapaciteit voor bedrijven en woningen. Het betreft een viertal ontwikkellocaties (zie paragraaf 4.1.2). Binnen het bestemmingsplangebied zijn twee ontwikkellocaties gelegen die kunnen worden ingevuld met geluidgevoelige woonbestemmingen, te weten de locaties Zegwaartseweg 60b en Zegwaartseweg 94a.

In opdracht van de gemeente Zoetermeer is door DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V. een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Om te bezien of er voldaan kan worden aan de normen uit de Wet geluidhinder, is gekeken naar de toekomstige geluidbelasting bij de locaties waar geluidgevoelige bestemmingen mogelijk worden gemaakt. Dit heeft geresulteerd in een onderzoeksrapport voor het hele plangebied, kenmerk M.2011.1588.11.R001, 18 februari 2013, versie 005. Dit onderzoeksrapport is opgenomen in Bijlage 3 van de plantoelichting. De belangrijkste resultaten en conclusies zijn hieronder beschreven.

In de toekomstige situatie is de geluidbelasting ten gevolge van zoneplichtige wegen voor de twee kavels waarop een woonbestemming is geprojecteerd, lager dan de voorkeursgrenswaarde voor wegverkeer (48 dB). In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ook de geluidbelasting ten gevolge van niet zoneplichtige wegen inzichtelijk gemaakt.

Bij het berekenen van de gecumuleerde geluidbelasting (LCUM) is het geluid van de relevante wegen bij elkaar opgeteld. Uit de berekeningen blijkt dat deze nergens in het plangebied onaanvaardbaar hoog is. Met gevelmaatregelen kan aan de eisen van het Bouwbesluit inzake ´bescherming tegen geluid van buiten´ worden voldaan. Middels een akoestisch bouwtechnisch onderzoek dient dit laatste te worden aangetoond. Hiermee is sprake van een goede ruimtelijke ordening.