direct naar inhoud van 2.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Driemanspolder - Van Leeuwenhoeklaan
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00003-0004

2.4 Gemeentelijk beleid

2.4.1 Stadsvisie 2030

De Stadsvisie 2030, die op 15 december 2008 is vastgesteld door de gemeenteraad, verwoordt negen opgaven die in de periode tot 2030 moeten worden opgepakt om als stad voldoende perspectief op een welvarende ontwikkeling te behouden. Daarnaast geeft de Stadsvisie aan welke kansen de gemeente wil benutten om de stad extra perspectief te geven.

Voor dit bestemmingsplan is vooral opgave 2 (elke buurt een toekomst bieden) relevant. De kwaliteit van de woonomgeving moet worden bewaakt en versterkt. Onder andere behoort daartoe dat er in de buurt winkels zijn voor de dagelijkse boodschappen. Om deze doelstelling te kunnen bereiken zullen onder meer winkels voor dagelijkse boodschappen worden gestimuleerd.

Op de kaart uit de Stadsvisie is de zone Boerhaavelaan aangeduid als ontwikkeling A12 zone. De zone Boerhaavelaan ligt, zoals eerder is aangegeven, buiten het plangebied van dit bestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00003-0004_0004.png"

Figuur 2.1: Kaart uit de Stadsvisie 2030

2.4.2 Woonvisie (2009)

De op 16 maart 2009 door de gemeenteraad vastgestelde Woonvisie vormt een basis voor verschillende uitvoeringsplannen van de gemeente op het gebied van wonen. De Woonvisie gaat nadrukkelijk uit van een nieuwe aanpak voor het wonen. Deze nieuwe aanpak houdt rekening met het feit dat Zoetermeer in de toekomst – na het voltooien van de laatste uitbreidingswijk Oosterheem – niet langer meer ruime hoeveelheden nieuwe eengezinswoningen zal realiseren. Ook speelt het in op de veranderende bevolkingssamenstelling van Zoetermeer, waarbij de woningbehoefte van jongeren en senioren een steeds belangrijker rol gaat spelen binnen de stad. De Woonvisie omvat een aantal richtinggevende keuzen voor het Zoetermeerse woonbeleid in de komende jaren. Zo wordt onder meer de kwaliteit van het wonen boven het realiseren van aantallen gesteld, en wordt een accent gelegd op het zoeken naar nieuwe gestapelde woonvormen met grondgebonden kwaliteiten. Bovendien zal op plekken waar in de toekomst nog woningbouw gaat of kan plaatsvinden, de behoefte van de wijken en buurten in eerste instantie leidend zijn bij het invullen van het woonprogramma.

In dit bestemmingsplan zijn twee ontwikkellocaties aan de Van Leeuwenhoeklaan en Bijdorplaan opgenomen waar op grond van het geldende bestemmingsplan woningen gerealiseerd kunnen worden. Bij de invulling van het woningbouwprorgamma zal rekening gehouden worden met het gewenste woonmilieu. Verder is het mogelijk om binnen bestaande woonvlekken de kwaliteit van de woonomgeving te verbeteren. Dit kan door bestaande woningen te verbeteren.

2.4.3 Stedelijk Beleidskader Economie (2011)

Op 10 januari 2011 heeft de gemeenteraad het beleidsdocument "Stedelijk Beleidskader Economie; Naar een volwaardige en bijzondere werkstad in de Randstad" vastgesteld. Het beleid heeft drie doelstellingen:

  • 1. het creëren van werkgelegenheid door middel van het aantrekken van nieuwe bedrijven voor Zoetermeer kansrijke sectoren, het stimuleren van (innovatieve) startende bedrijvigheid, het behouden van bestaande bedrijvigheid en het verbinden van onderwijs met het bedrijfsleven;
  • 2. het realiseren van een aantrekkelijk, gevarieerd en duurzaam vestigingsmilieu voor bedrijven;
  • 3. het aanbieden van een brede, kwalitatief goede en op de toekomst gerichte voorzieningenstructuur (leisure, horeca en detailhandel) in Zoetermeer.

Voor deze doelstellingen afzonderlijk zijn beleidsmaatregelen geformuleerd die in de periode 2010 tot en met 2014 uitgevoerd zullen gaan worden.

Een uitbreiding van het winkelcentrum is nodig om het winkelcentrum aantrekkelijk te houden voor consumenten. Het wijkwinkelcentrum is van belang voor de wijkeconomie en daarmee ondersteunen de mogelijkheden die dit bestemmingsplan biedt de doelstellingen uit het Stedelijk Beleidskader Economie.

2.4.4 Structuurvisie Detailhandel 2006-2010

In het Stedelijk Beleidskader Economie is bepaald dat het beleid uit de Structuurvisie Detailhandel 2006-2010 (vastgesteld door de gemeenteraad op 18 juni 2007) van kracht blijft en uitgevoerd moet worden. In de Structuurvisie Detailhandel 2006-2010 geeft de gemeente aan welke ontwikkelingen nodig zijn om de detailhandel gezond te houden en de fijnmazige winkelstructuur in stand te houden. In het Stedelijk Beleidskader Economie is het beleid uit deze Structuurvisie verlengd.

Ontwikkelingen in de detailhandel kunnen daarbij zowel verbeteringen als uitbreidingen betreffen, waardoor de bestaande ruimtelijk-economische winkelstructuur gehandhaafd blijft en waar mogelijk versterkt kan worden. Onder meer door uitbreiding en modernisering van de stedelijke winkelcentra Stadshart, Woonhart en Dorpsstraat wordt gestreefd naar een toename van het (recreatief) winkelen in het centrumgebied van de stad. Ook een betere en meer aantrekkelijke verbinding tussen de bovengenoemde winkelcentra wordt daartoe wenselijk geacht.

In de Structuurvisie is als doelstelling opgenomen de verbetering van wijkwinkelcentra, waaronder het wijkwinkelcentrum De Vijverhoek. Voor elk van de wijkwinkelcentra is een plan van aanpak opgesteld. In de visie is met betrekking tot het wijkwinkelcentrum De Vijverhoek aangegeven dat de supermarkt wil uitbreiden, het winkelaanbod te verruimen, de overlast van schooljeugd te verminderen en de kwaliteit van het openbare gebied te verhogen. Dit plan biedt de mogelijkheid om deze doelstellingen te bereiken en de kwaliteit van het winkelcentrum te verbeteren.

2.4.5 Transformatiestudie Kantoren

Op 8 december 2008 heeft de gemeenteraad de Transformatiestudie Kantoren vastgesteld. De Transformatiestudie is een verkennende strategische studie waarin nader is onderzocht welke mogelijkheden er zijn in het verschuiven van het bestaande en geplande kantorenprogramma binnen de gemeente Zoetermeer naar Bleizo. De minder courante kantorenlocaties in de stad komen in aanmerking voor transformatie naar andere functies zoals wonen en overige voorzieningen.

Op grond van dit beleid is in het voorliggende plan besloten om geen kantoorontwikkeling meer mogelijk te maken aan de Bijdorplaan. Zodoende wordt hier ongeveer 25.000 m2kantooroppervlakte geschrapt. Inmiddels zijn hier ook al twee woongebouwen gerealiseerd. Het kantorenprogramma voor de locatie aan de Van Leeuwenhoeklaan wordt conform de Transformatiestudie teruggebracht van 5200 m2 naar maximaal 2500 m2 kantoren bvo.

2.4.6 Horecanota (2004-2008)

De Horecanota dient als kader voor het horecabeleid van de gemeente Zoetermeer. De nota omvat onder meer per horecasector een analyse van het aantal, de omvang en de situering van de horecavestigingen. Op basis daarvan is per sector aangegeven of er moet worden gestreefd naar groei, inkrimpen of handhaven van het aantal en/of omvang van het huidige aanbod. Tevens zijn aanbevelingen opgenomen over de meest aangewezen locaties waar een eventuele verdere groei zou moeten of kunnen plaatsvinden. Hierbij is zoveel mogelijk aangesloten bij de projectgebieden en locaties zoals gedefinieerd in het beleidskader Leisure.

In de Horecanota is de woonwijk Driemanspolder aangemerkt als woongebied. Het winkelcentrum De Vijverhoek is daarbij apart aangeduid. In woongebieden is kleinschalige horeca mogelijk, maar hier dient terughoudend mee om te worden gegaan. Het bestemmingsplan maakt alleen de vestiging van horeca in het winkelcentrum mogelijk.

2.4.7 Hoogbouwvisie (2004)

De Hoogbouwvisie geeft antwoord op de vragen waar in de stad hoogbouw (dat zijn gebouwen van 30 meter of hoger) mogelijk, gewenst of ongewenst is. In de visie zijn aan de verschillende zones, knooppunten en assen in de stad maximale bouwhoogten toegekend. De visie laat zich daarmee kenschetsen als een “zoneringsplan” en is uitdrukkelijk geen locatieonderzoek. Dit betekent dat initiatieven voor hoogbouw -ook al is deze gesitueerd in de aangegeven zones en ook al wordt voldaan aan de opgenomen indicatieve maximale bouwhoogten- altijd moeten passen in een voor die locatie op te stellen stedenbouwkundig plan en bestemmingsplan. De consequenties van hoogbouw voor de omgeving (o.a. windhinder, bezonning, uitzicht, privacy en zichtlijnen) moeten in deze planvormen aan de orde komen.

De woonwijk Driemanspolder ligt in de stedelijke kernzone. Voor de stedelijke kernzone geldt dat het gebied zich leent voor intensief gebruik van de ruimte met vernieuwende stedelijke programma's. Dit maakt toepassing van hoogbouw in deze dynamische zone zeer wel mogelijk en wenselijk. De dynamische zone heeft meer betrekking op de omgeving Boerhaavelaan en het Stadshart (Centrum West). Voor de woonwijk Driemanspolder is wat de hoogte betreft aangesloten bij de bestaande (woon)bebouwing. In dit bestemmingsplan is dan ook geen nieuwe hoogbouw voorzien.

2.4.8 Stadsnatuurplan (1999)

Het Stadsnatuurplan geeft richting aan het natuurbeleid van Zoetermeer. In het Stadsnatuurplan wordt antwoord gegeven op de vraag hoe de gemeente wil omgaan met de natuur die zij nu al rijk is en hoe het nog beter zou kunnen. Het doel van het Stadsnatuurplan is het realiseren van meer en betere natuur en het vergroten van het draagvlak voor de natuur. Het gemeentelijk natuurbeleid kent drie niveaus met elk een eigen ambitie: groen op regioniveau, groen op stadsniveau en groen op wijkniveau. Voor natuur op regioniveau geldt het compensatiebeginsel. Dit betekent dat bij verlies van natuur compensatie moet plaatsvinden door nieuwe natuur. Op stads- en wijkniveau geldt de natuurimpulsregel. Hierbij dient het natuurbelang nadrukkelijk te worden meegewogen in de besluitvorming over (her)ontwikkelingslocaties. Op stads- en wijkniveau is het gemeentelijk natuurbeleid vooral gericht op het creëren van soortenrijke natuur.

De woonwijk Driemanspolder wordt omrand door groenzones langs de Delftsewallenwetering, de Hoofdwegenstructuur en de RandstadRail. Deze groenzones zijn in het Stadsnatuurplan aangeduid als groen op stadsniveau. Het groen in de woonwijk zelf, waaronder het Willem Alexanderplantsoen, is aangeduid als groen op wijkniveau. Nieuwe stedelijke ontwikkelingen binnen deze groengebieden op wijkniveau zijn mogelijk. Het bestemmingsplan is dan ook niet in strijd met het Stadsnatuurplan.

2.4.9 Waterplan Zoetermeer (2002)

Het Waterplan Zoetermeer is opgesteld door de gemeente Zoetermeer samen met het voormalige waterschap Wilck en Wiericke (dat inmiddels deel uitmaakt van het Hoogheemraadschap van Rijnland) en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. De doelstelling van het Waterplan Zoetermeer is het behouden en versterken van een duurzaam watersysteem. Kortom een watersysteem dat betrouwbaar, levend en boeiend is. Om ook in de toekomst een veilig en goed functionerend watersysteem in Zoetermeer te behouden, moet meer ruimte voor water worden gerealiseerd. In het Waterplan Zoetermeer is afgesproken dat bij herontwikkeling gestreefd wordt naar het realiseren van extra water in het gebied dat (her)ontwikkeld wordt. In het stedelijk gebied wordt daarnaast ingezet op het vertragen van piekafvoeren, onder meer door het toepassen van open verharding of het realiseren van vegetatiedaken.

In paragraaf 5.5 zal nader ingegaan worden op de wijze waarop in dit bestemmingsplan rekening is gehouden met het aspect water.

2.4.10 Milieubeleidsplan (2005)

Het Milieubeleidsplan, dat is vastgesteld door de gemeenteraad op 31 januari 2005, heeft als algemene doelstelling: het realiseren van een duurzame ontwikkeling, het zoeken naar oplossingen en/of maatregelen waarmee de leefbaarheid voor de huidige en toekomstige bewoners, hier en elders wordt gediend. Aspecten van duurzaamheid zijn een volwaardige afwegingsfactor bij alle gemeentelijke (beleids)beslissingen. Er wordt gestreefd naar een ruimtelijke inrichting binnen de compacte stad waarin leefbaarheid, integratie van functies en meervoudig ruimtegebruik centraal staan. De fysieke groei van Zoetermeer heeft tot nog toe op een grotendeels duurzame manier plaatsgevonden (dat wil zeggen er is rekening gehouden met lokale milieuaspecten). De uitdaging naar de toekomst toe is om deze kwaliteiten te behouden en waar mogelijk verder uit te bouwen.

De ontwikkelingen die in dit bestemmingsplan worden mogelijk gemaakt zijn kleinschalig en conflicteren niet met de doelstellingen uit het Milieubeleidsplan.

2.4.11 Duurzaam Zoetermeer (2007)

De klimaatveranderingen, de groei van Zoetermeer en de toenemende luchtvervuiling vragen om maatregelen. In het programma Duurzaam Zoetermeer, dat is vastgesteld door de gemeenteraad op 26 november 2007, zijn afspraken opgenomen om Zoetermeer in de toekomst leefbaar te houden. De ambities zijn hoog: Zoetermeer wil tot de tien duurzaamste gemeenten van Nederland behoren. De basis voor het programma Duurzaam Zoetermeer ligt in het collegeprogramma 2006-2010. Daarin staat dat Zoetermeer een groene, schone en milieuvriendelijke stad moet zijn, waarin we zuinig zijn op natuurlijke hulpbronnen en de beschikbare groene ruimte. Duurzaam Zoetermeer geeft hier op een praktische manier invulling aan, samen met lokale milieuorganisaties, het bedrijfsleven en de inwoners van Zoetermeer.

Het bestemmingsplan voorziet in het beter benutten van de stedelijke voorzieningen en is een intensivering van de bestaande stedelijke ruimte. Dit voldoet aan de uitgangspunten van het programma Duurzaam Zoetermeer.

2.4.12 Nota Duurzaam Bouwen (2009)

De Nota Duurzaam Bouwen (vastgesteld door de gemeenteraad op 21 september 2009) besteedt aandacht aan nieuwbouw, bestaande bouw en gemeentelijke gebouwen. Daarnaast wordt specifiek aandacht besteed aan klimaatbeleid, omdat het een speerpunt is binnen het programma Duurzaam Zoetermeer. In de Nota is bepaald dat voor projecten vanaf 25 woningen of vergelijkbare grootte de ontwikkelaar van het vastgoed een energievisie dient uit te werken. Daarnaast geldt voor nieuwbouwlocaties met meer dan 1 woning dat GPR-gebouw wordt toegepast. Voor overige locaties zal voor alle labels van het instrument GPR een ambitieniveau van minimaal 7 worden gehanteerd. Voor 6 locaties die in het programma Duurzaam Zoetermeer waren aangewezen als innovatieve gebieden of projecten (Stadsboerderij Oosterheem, Paltelaan, Denemarkenlaan, Bleizo, Culturele as en Vlek A Oosterheem) blijven scherpen ambities gelden op energiebeleid.

Op de ontwikkellocaties aan de Bijdorplaan en Van Leeuwenhoeklaan kunnen meer woningen gebouwd worden dan 25. op dit moment is nog geen concreet plan uitgewerkt. In het kader van de omgevingsvergunning en de uitwerking van de bouwplannen zal een energievisie opgesteld moeten worden.

2.4.13 Gemeentelijke Monumentenverordening

Op grond van de gemeentelijke monumentenverordening zijn vijf beschermde stadsgezichten aangewezen waaronder de Voorweg. Het gedeelte van de Voorweg dat is aangewezen als beschermd stadsgezicht grenst aan het plangebied, maar ligt er niet in.

2.4.14 Rapportage Archeologisch waardevolle gebieden (2003)

In deze rapportage zijn de archeologisch waardevolle gebieden in de gemeente Zoetermeer opgenomen. In deze gebieden is het zonder omgevingsvergunning verboden om:

  • graafwerk te verrichten op een diepte van meer dan 0,50 m. onder het maaiveld;
  • aanwezige (delen van) fundamenten of andere, met de archeologische structuren verband houdende zaken af te breken, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen;
  • met een metaaldetector te zoeken tussen 0 en 0,50 m. onder het maaiveld.

In het plangebied liggen twee archeologisch waardevolle gebieden. Het eerste gebied is het gehele dijklichaam van de Delftsewallen, dat gelegen is aan de oostelijke rand van het plangebied. Het dijklichaam is uit de dertiende eeuw en bevat specifieke locaties bebouwingsresten en is als zodanig zeer belangrijk voor de ontstaansgeschiedenis van de beide voormalige dorpen Zoetermeer en Zegwaart.

Het tweede gebied is het dijklichaam de Vlamingstraat met de wetering. Dit gebied ligt aan de noordelijke rand van het plangebied. Het dijklichaam van de Vlamingstraat met de wetering is een mogelijke ontginningsbasis van het dorp Zoetermeer. Het dijklichaam bevat bewoningsresten uit de vijftiende eeuw en nieuwer.

In paragraaf 3.1 zal nader ingegaan worden op de geschiedenis van de wijk Driemanspolder.

2.4.15 Nota Mobiliteit Zoetermeer (2005)

De Nota Mobiliteit Zoetermeer (vastgesteld door de gemeenteraad op 25 april 2005) biedt het kader om de komende jaren invulling te geven aan het verkeers- en vervoersbeleid. De nota analyseert voor welke uitdagingen Zoetermeer staat, nu en in de toekomst. De aanwezige en de te verwachten knelpunten zijn hierin betrokken, alsmede de daarbij behorende oplossingsrichtingen. De nota beschrijft het verkeers- en vervoersbeleid tot 2010 en geeft een doorkijk naar 2025. Vanuit een realistische aanpak, voortbouwend op en optimaal gebruik makend van de kwaliteiten van Zoetermeer is een uitvoeringsprogramma opgesteld.

In het plangebied is geen nieuwe ontwikkeling voorzien die voortvloeit uit de Nota Mobiliteit.

2.4.16 Beleidsnota Parkeren (2005)

De Beleidsnota Parkeren (vastgesteld op 27 juni 2005 door de gemeenteraad) geeft uitwerking aan het parkeerbeleid. In de nota zijn parkeernormen opgenomen. Voor woningen geldt een uitsplitsing van parkeernormen per woningtype. Voor voorzieningen wordt in de nota onderscheid gemaakt tussen wijkgebonden voorzieningen en overige voorzieningen. De normen sluiten aan bij de landelijke parkeerkencijfers van het CROW. Uitgangspunt is dat er bij de (winkel)voorzieningen voldoende parkeerplaatsen aanwezig zullen zijn om aan de parkeerbehoefte te kunnen voldoen.

Voor de uitbreiding van het winkelcentrum De Vijverhoek is ook voorzien in de uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen, zodat voldaan kan worden aan de normen uit de Beleidsnota Parkeren. Hierdoor wordt voorkomen dat het parkeren afgewenteld wordt op de woonbuurt. Ook voor de ontwikkellocaties aan de Bijdorplaan en Van Leeuwenhoeklaan geldt dat in beginsel op eigen terrein voorzien moet worden in voldoende parkeerplaatsen.

2.4.17 Fietsplan (1998)

Het doel van het Fietsplan is het bevorderen van het fietsgebruik in en rondom Zoetermeer en het verbeteren van de kwaliteit van het netwerk van fietspaden. Het Fietsplan geeft een integrale visie op de fietsroutes in Zoetermeer, waarbinnen onder andere voorstellen worden gedaan ter verbetering van het fietsnetwerk in Zoetermeer en welke nieuwe plannen voor het fietsverkeer ontwikkeld kunnen worden.

De fietspaden in de woonwijk Driemanspolder maken hoofdzakelijk onderdeel uit van het verbindend netwerk. Het fietspad langs de Clauslaan en Van Stolberglaan behoren tot het verbindend netwerk plus.

2.4.18 Beleidskader Spelen 2005-2015

In het Beleidskader Spelen 2005-2015 zijn per wijk inventarisaties opgenomen en een indicatieve opgave geformuleerd voor het realiseren van speelvoorzieningen voor verschillende leeftijdsgroepen.

Uit de inventarisatie blijkt dat er in de wijk Driemanspolder voldoende speelvoorzieningen zijn. Er is dan ook getalsmatig geen opgave voor deze wijk geformuleerd. Wel is voorgesteld twee speelplekken voor peuters te transformeren naar speelplekken voor kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 11 jaar. Ook zal er een speelplek voor peuters opgewaardeerd worden. Voor het bestemmingsplan betekent dit dat geen nieuwe/andere speellocaties mogelijk worden gemaakt dan reeds mogelijk is op basis van de geldende bestemmingsplannen. In het bestemmingsplan is dan ook niet voorzien in de aanleg van extra speelvoorzieningen.

2.4.19 Welstandsnota (2010)

Op 25 maart 2010 is de Welstandsnota Zoetermeer van kracht geworden. Hierin is, aan de hand van gebiedsbeschrijvingen en architectuurstijlen, het welstandsbeleid van de gemeente Zoetermeer vastgelegd. Tevens is een onderscheid gemaakt tussen gebieden met een regulier, intensief of luw welstandsbeleid.

Voor de woonwijk Driemanspolder geldt een regulier welstandsbeleid. Alleen voor de linten, waaronder de Delftsewallenwetering geldt een intensief welstandsbeleid. De groenstrook ten oosten van de RandstadRail behoort tot dit lint. In deze groenstrook zijn geen ontwikkelingen voorzien.

2.4.20 Bouwen aan Zoetermeer

Eind 2004 heeft het college van burgemeester en wethouders, in opdracht van de gemeenteraad, een scenariostudie verricht naar de mogelijkheden van binnenstedelijk bouwen in Zoetermeer. Doel van deze studie was het bieden van inzicht in de noodzaak, mogelijkheden en effecten van binnenstedelijk bouwen zodat weloverwogen keuzes kunnen worden gemaakt over het verder ontwikkelen van de stad. De eindrapportage "Bouwen aan Zoetermeer" bevat de resultaten van deze studie. Hierin zijn drie scenario's uitgewerkt voor het binnenstedelijk bouwen.

Op 27 juni 2005 (Raadsbesluit 050291) heeft de gemeenteraad een besluit genomen ten aanzien van de locaties uit de studie "Bouwen aan Zoetermeer".

In de wijk Driemanspolder zijn geen specifieke locaties opgenomen. Wel is voor het winkelcentrum de Vijverhoek aangegeven dat ingezet wordt op transformatie en opknappen van het winkelcentrum, waarbij de oppervlakte aan detailhandel zal worden uitgebreid en woningen worden toegevoegd.

In dit bestemmingsplan is voorzien in een transformatie van het winkelcentrum en uitbreiding van de detailhandel. Bij de planvorming zijn ook de omwonenden van het winkelcentrum betrokken. Het resultaat van deze bewonersparticipatie is dat er geen nieuwe woningen bij het winkelcentrum worden gerealiseerd. De gemeenteraad heeft met deze wijziging van de plannen ingestemd.

2.4.21 Nota Grondbeleid 2007-2011

De nota Grondbeleid (vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2009) schetst de uitgangspunten van het grondbeleid van de gemeente Zoetermeer, binnen de kaders van het ruimtelijk en sectoraal beleid. In de nota staat hoe de gemeente omgaat met grondverwerving, gronduitgifte, kostenverhaal en risicomanagement. Ook staat in de nota hoe ruimtelijk-fysieke ontwikkelingen financieel worden beheerd. Ten slotte is in de nota vastgelegd hoe winst uit het Grondbedrijf wordt genomen en op welke manier de gemeente verliesgevende projecten financiert.

Voor dit plan geldt dat de gronden waar de ontwikkelingen zijn voorzien eigendom is van de gemeente. Kostenverhaal vindt dan ook plaats via de gronduitgifte (zie ook paragraaf 7.1 van deze plantoelichting).