Plan: | Harmelerwaard |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0632.BPHARMELERWAARD-bVA2 |
Huidige situatie
Het aanwezige watersysteem in Nederland vormt een belangrijke randvoorwaarde voor de (on)mogelijkheden in een gebied en daarmee eisen aan de inrichting van de beperkte ruimte. Steeds meer wordt dan ook uitgegaan van de opvatting dat water mede sturend dient te zijn voor ruimtelijke ontwikkelingen. Een goede afstemming tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening is daarom noodzakelijk.
Deze afstemming tussen het waterbeleid en ruimtelijke ordening wordt weergegeven in de waterparagraaf. De waterparagraaf is een verplicht onderdeel van een ruimtelijk plan of besluit en beschrijft de uitwerking hiervan op het watersysteem en geeft aan welke eisen het watersysteem aan het besluit of plan oplegt. De waterparagraaf is de plek waar, naast een beschrijving van de waterhuishoudkundige consequenties van het plan of besluit, het wateradvies en de gemaakte afwegingen expliciet en toetsbaar een plaats krijgen.
Het vroegtijdig betrekken van de waterbeheerder en het meewegen van het waterbelang is, door middel van de Watertoets, sinds 1 november 2003 verplicht. De Watertoets is het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten.
In de provinciale Structuurvisie ligt het plangebied niet binnen een grondwaterbeschermingsgebied, een waterwingebied en/of een 100-jaars aandachtsgebied. In het provinciale Waterhuishoudingsplan is een deel van het plangebied aangeduid als 100-jaarszone in dieper watervoerende pakketten in het (grond)waterlichaam voor menselijke consumptie, zoekgebied voor vervangende productiecapaciteit voor drinkwater en gebied met waardevolle water- en oevervegetaties.
Voor de gemeente Woerden is een waterplan opgesteld, genaamd Zicht op water Waterplan Woerden 2006-2009. In dit plan valt het plangebied onder deelgebied Landelijk gebied II: Kamerik.
Watersysteem
Het waterssysteem is het geheel van oppervlaktewater en het grondwater, inclusief waterbodems, oevers, technische infrastructuur en het daarin voorkomende leven.
In het Waterhuishoudingsplan van de provincie Utrecht is een deel van het plangebied aangeduid als 100-jaarszone in dieper watervoerende pakketten in het (grond)waterlichaam voor menselijke consumptie. Ook is een deel van het plangebied aangemerkt als zoekgebied voor vervangende productiecapaciteit voor drinkwater.
Voor de glastuinbouw is het uitgangspunt om zoveel mogelijk neerslagwater te gebruiken als gietwater. Het gebruik van leidingwater en grondwater wordt zoveel mogelijk beperkt. In het plan zijn circa vijf collectieve bassins opgenomen. Deze bassins zijn berekend op een benutting van regenwater van circa 80%. Voor de overige behoefte moet worden voorzien vanuit andere systemen, eventueel door filtratie van oppervlaktewater. Uit het bassin wordt het water door middel van leidingen naar kassen gevoerd.
Oppervlaktewater
Onder oppervlaktewater vallen rivieren, sloten, boezemwater, en dergelijke. De belangrijkste waterloop in het plangebied is de Leidse Rijn. De Leidse Rijn ligt in het zuiden van het plangebied. De Leidse Rijn gaat vanaf de kern Harmelen verder als Oude Rijn. De Leidse Rijn takt aan op het Amsterdam Rijnkanaal en de Merwede. De Oude Rijn loopt aan de westzijde door via Alphen aan de Rijn en Leiden en mondt als 'Uitwateringskanaal' bij Katwijk aan Zee uit in de Noordzee.
In de waterhuishouding van de polders in het plangebied is de hoofdwatergang De Bijleveld aanwezig, die voor de afvoer van water dient. Verder zijn er sloten en watergangen tussen de weilanden aanwezig, ter ontwatering van de weilanden.
In het buitengebied van de gemeente Woerden vormen de waterlopen en kaden, die liggen tussen de verschillende ontginningsgebieden, onderscheidende structuren. De gemeente heeft aan een aantal van die waterlopen een cultuurhistorische waarde toegekend. De in het plangebied liggende waterloop De Bijleveld is ook een cultuurhistorisch waardevolle waterloop.
Het oppervlaktewatersysteem van het glastuinbouwgebied staat in verbinding met het systeem van de woningbouwlocatie Leidsche Rijn en het Groot Groengebied. Het watersysteem bestaat uit sloten die, afhankelijk van de hoeveelheid neerslag, meer of minder gevuld zijn met water. Sloten en struweelbeplanting bepalen hier het beeld. De eis die het waterschap stelt aan het terugbrengen van vervangend water, is meegenomen in het totaal oppervlak van het water.
Grondwater
De ondergrond het plangebied en omgeving kan worden opgedeeld in een aantal watervoerende pakketten in slecht doorlatende lagen. Van boven naar beneden is de opbouw als volgt:
In het gebied grenzend aan de Leidse Rijn bestaat de deklaag uit zandafzettingen.
Het grondwater in het plangebied staat in de wintermaanden relatief hoog. De hoogte van het waterpeil in de sloten is overigens niet rechtstreeks van invloed op de hoogte van de grondwaterstand.
Beheer waterhuishouding
De waterhuishouding in het plangebied is in beheer bij verschillende organisaties:
Waterketen
Onder de waterketen vallen de winning en toelevering van drinkwater, de riolering en de rioolzuivering.
Drinkwaterwinning en -distributie
In het plangebied Harmelerwaard ligt geen drinkwaterwinning. Drinkwaterwinning vindt plaats net ten noorden van de kern van Woerden (2,6 miljoen m3/jaar) en nabij Linschoten (10 miljoen m3 per jaar). De waterdistributie wordt door Vitens verzorgd en is afkomstig van de winning bij Linschoten.
Riolering
Het rioleringsstelsel is veelal een gescheiden riolering. In het buitengebied van de gemeente Woerden, ten zuiden van het plangebied, is een persriolering aangelegd, waarop alleen het vuilwater van de percelen aangesloten. Ter vermindering van de vuiluitworp van de overstorten op het open water zijn in de gemeente Woerden drie bergbezinkbassins aangelegd en één bergbezinkleiding. De riolering in Harmelen loost op de RioolWaterZuiveringsInstallatie (RWZI) van De Meern (gezuiverd en geloosd op het oppervlaktewater). De waterketen is geen gesloten systeem. De kwaliteit van het oppervlaktewater heeft invloed op he waterkwaliteit van het grondwater. Zo komen schadelijke stoffen via oppervlaktewater in het grondwater en het water moet daarom weer worden gefilterd.
Regionaal schaalniveau
Regionaal stroomt het grondwater in de watervoerende pakketten in noordwestelijke richting, van de Utrechtse Heuvelrug naar de diepe droogmakerijen. De stijghoogte in het eerste watervoerende pakket varieert van NAP-1,00 m in het zuid-oosten tot NAP-6,00 m in de droogmakerijen in het noorden. Het hoge oppervlaktepeil van de Oude Rijn heeft invloed op de grondwaterstand en grondwaterstijghoogte in het eerste watervoerende pakket.
Ook de grondwaterwinning in het eerste watervoerende pakket ten noordwesten van Woerden heeft invloed op de stijghoogten in de watervoerende pakketten. In de zandige afzettingen nabij de Oude Rijn is de grondwaterstand en de stijghoogte van het eerste watervoerende pakket nagenoeg gelijk. De effecten van de waterwinning op de grondwaterstand zijn hier groter dan de effecten op de grondwaterstand in de klei/veenlaag dichter bij de winning.
Waardering
In het waterplan is per deelgebied een waardering gemaakt voor de wateraspecten. De waardering van het deelgebied Landelijk gebied II: Kamerik is te zien in de volgende tabel.
Waarde | Waardering | Opmerkingen |
Fysisch/technisch | Slecht | Zetting: hoge ontwateringskosten, bagger: vele onderhoudskosten. |
Biotisch | Matig | Agrarisch gebruik, peilverlaging en beheer hebben gevolgen voor weidevogels. Achterstand bij baggeren van hoofdwatergangen. Postzegels als lichtpuntje. Goede potentie. |
Chemisch | Matig | Nutriënten (mineralisatie landbouw), inlaatgebied vreemd water (bagger). |
Cultuurhistorisch | Hoog | Beleving goed. |
Economisch | Slecht | Agrarische waarde beperkt. |
Aan het deelgebied (waaronder het landelijk gebied van Kamerik en de Harmelerwaard vallen) is met name de beoordeling slecht en matig toegekend. Alleen voor de cultuurhistorische en belevingswaarde is de beoordeling goed. Net als bij het westelijker gelegen landelijk gebied zijn de kosten voor ontwatering, onderhoud en baggerwerkzaamheden hoog en is de agrarische waarde beperkt. Biotisch gezien is de potentie goed, maar de kwaliteit van het water laat te wensen over door onder meer de inlaat van gebiedsvreemd water en nutriënten uit landbouw en mineralisatie.
In het waterplan zijn lijnelementen onderscheiden. Deze lijnelementen zijn belangrijke watergangen voor de gemeente die (deels) tot de boezem behoren. De Leidse Rijn is ook als lijnelement opgenomen. Ook hier zijn de wateraspecten beoordeeld, zie de onderstaande tabel.
Waarde | Waardering | Opmerkingen |
Fysisch/technisch | Goed | |
Biotisch | Matig | Beschoeid. |
Chemisch | Matig | Polderwater, RWZI. |
Cultuurhistorisch | Hoog | Heldammerstroom. |
Beleving | Goed | Gekanaliseerd saai. |
Economisch | Slecht | Botenverhuur, dichter bij water. |
De Leidse Rijn heeft een hoge cultuurhistorische en belevingswaarde. Ook is de fysisch/technische situatie van de Leidse Rijn goed. Gekeken naar de biotische, chemische en economische aspecten wordt de Leidse Rijn matig tot slecht beoordeeld.
Toekomstige ontwikkelingen
Voor de ontwikkeling van kassen voor de glastuinbouw dient de waterbergingscapaciteit te worden geregeld op het bouwvlak van agrarische glastuinbouwbedrijven.
Aanbevelingen voor visie en planopzet vanuit water