27.1 Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing
27.1.1 Ander gebruik cultuurhistorisch waardevolle bebouwing
In de gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument', 'specifieke bouwaanduiding - karakteristiek hoofdgebouw' of 'specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevol bijgebouw' is naast het bestaande gebruik in overeenstemming met de bestemming, ook ander gebruik en verbouw van de bestaande bebouwingtoegestaan, namelijk voor:
-
a. hobbymatige agrarische activiteiten, zoals stallen van vee,
-
b. bewerking en opslag van agrarisch producten,
-
c. verkoop van zelfgemaakte, -bewerkte, -gekweekte of -geteelde producten,
-
d. paardenhouderij,
-
e. hoveniersbedrijf,
-
f. natuur- en landschapsbeheer,
-
g. opslag en stalling van niet-milieugevaarlijke, niet-agrarische goederen die geen risico's voor de omgeving oplevert,
-
h. logies in de woning,
-
i. zorgboerderij met dagopvang,
waarbij het cultuurhistorisch waardevolle gebouw de maximale maat is.
27.1.2 Afwijking inhoud woonruimte in cultuurhistorisch waardevolle bebouwing
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van deze regels, ten behoeve van het vergroten van de woonruimte van een bestaande woning in cultuurhistorisch waardevolle bebouwing tot de totale inhoud van de aaneengesloten bestaande cultuurhistorisch waardevolle bebouwing mits:
-
a. het een woning betreft ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument', 'specifieke bouwaanduiding - karakteristiek hoofdgebouw' of 'specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevol bijgebouw',
-
b. een en ander duidelijk bijdraagt aan de instandhouding van de betreffende bebouwing,
-
c. op geen van de gevels van de uitbreiding van de woning, bij voltooiing, de geluidbelasting de ter plaatse toegestane grenswaarde krachtens de Wet geluidhinder wordt overschreden,
-
d. vooraf vaststaat dat daardoor het aantal woningen niet toeneemt, en
-
e. de naburige agrarische bedrijfsvoering hierdoor niet belemmerd wordt,
met dien verstande dat deze omgevingsvergunning voor extra inhoud van de woonruimte niet meer van toepassing is als het karakteristieke of monumentale pand wordt gesloopt, behoudens na een calamiteit.
27.1.3 Afwijking aantal wooneenheden woonruimte in karakteristiek of monumentaal hoofdgebouw
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van deze regels, ten behoeve van het toestaan van meerdere wooneenheden binnen de aaneengesloten bestaande bebouwing van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'wonen' of 'bedrijfswoning', mits:
-
a. het een woning betreft ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument', 'specifieke bouwaanduiding - karakteristiek hoofdgebouw' of 'specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevol bijgebouw',
-
b. een en ander duidelijk bijdraagt aan de instandhouding van de betreffende bebouwing,
-
c. op geen van de gevels van de extra wooneenheden, bij voltooiing, de geluidbelasting de ter plaatse toegestane grenswaarde krachtens de Wet geluidhinder wordt overschreden,
-
d. de omliggende agrarische bedrijven niet onevenredig in hun bedrijfsvoering belemmerd worden, en
-
e. de gezamenlijke oppervlakte van bij alle wooneenheden tezamen behorende erfbebouwing mag niet meer dan 50 m² bedragen,
met dien verstande dat deze omgevingsvergunning voor extra wooneenheden niet meer van toepassing is als het karakteristieke of monumentale pand wordt gesloopt, behoudens na een calamiteit.
27.1.4 Afwijking nieuwe wooneenheid in cultuurhistorisch waardevol bijgebouw
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van deze regels, ten behoeve van het toestaan van een wooneenheid in een cultuurhistorisch waardevol bijgebouw, mits:
-
a. het een bijgebouw betreft ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' of 'specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevol bijgebouw',
-
b. het cultuurhistorisch waardevolle bijgebouw is gewaardeerd met de waardering hoog of middel conform bijlage 2 Waardering cultuurhistorisch waardevolle
(bij)gebouwen bij deze regels, of door de Commissie Monumenten en Cultuurlandschap als zodanig wordt gewaardeerd, waarbij het geen kapberg of boenhok kan betreffen,
-
c. een en ander duidelijk bijdraagt aan de instandhouding van de betreffende bebouwing,
-
d. op geen van de gevels van de extra wooneenheid, bij voltooiing, de geluidbelasting de ter plaatse toegestane grenswaarde krachtens de Wet geluidhinder wordt overschreden,
-
e. de omliggende agrarische bedrijven niet onevenredig in hun bedrijfsvoering belemmerd worden,
-
f. er geen nieuwe erfbebouwing is toegestaan bij deze extra wooneenheid,
-
g. er volgens een totaalplan een extra investering van ca. 10% van de toekomstige waarde van het pand wordt gedaan in het verbeteren van de landschappelijke kwaliteit van de omgeving of het erf, door bijvoorbeeld restauratie van de cultuurhistorisch waardevolle bebouwing, aanleg en onderhoud van landschappelijke beplanting of sanering van storende bebouwing, en
-
h. vooraf in een notariële overeenkomst deze afspraken tevens worden bekrachtigd voor de rechtsopvolger,
met dien verstande dat:
-
1. burgemeester en wethouders advies inwinnen bij de cultuurhistorisch deskundige, zoals de Commissie Monumenten en Cultuurlandschap over het bepaalde onder a en g, en
-
2. deze omgevingsvergunning voor een extra wooneenheid in een bijgebouw niet meer van toepassing is als het karakteristieke of monumentale pand wordt gesloopt, behoudens na een calamiteit.
27.1.5 Afwijking andere functies in karakteristiek hoofdgebouw en cultuurhistorisch waardevol bijgebouw
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van deze regels, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument', 'specifieke bouwaanduiding - karakteristiek hoofdgebouw' of 'specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevol bijgebouw', ten behoeve van het gebruiken en verbouwen van het bestaande gebouw voor het volgende gebruik:
-
a. loonwerkbedrijf,
-
b. veehandelsbedrijf,
-
c. foeragehandel,
-
d. sierviskwekerij,
-
e. dierenartspraktijk,
-
f. 'bed and breakfast'-appartementen buiten de woning, mits een nachtregister wordt bijgehouden, sprake is van bedrijfsmatige exploitatie en aangesloten is bij een recreatie organisatie,
-
g. kampeerboerderij,
-
h. paarden-, kano-, roeiboot- of fietsenverhuur,
-
i. agrarische dagrecreatie, zoals poldersport, agrarische kinderfeestjes en ontvangstruimte/excursies,
-
j. manege, mits het bouwvlak niet meer dan 250 m van de bebouwde kom is gelegen,
-
k. kinderboerderij,
-
l. educatie en voorlichting,
-
m. tentoonstellingsruimte, museum,
-
n. dierenasiel of -pension, hondenfokkerij,
-
o. zorgboerderij, met nachtverblijf,
-
p. hoefsmederij,
-
q. overige dagrecreatie, zoals bezoektuinen, bezoekerscentrum en sauna,
-
r. medisch verwante dienstverlening, zoals een privékliniek, een kuuroord of een groepspraktijk,
-
s. commerciële dienstverlening, zoals een computerservicebedrijf of geluidsstudio,
-
t. ambachtelijke landbouwproductverwerkende bedrijven, zoals slachterij, vlees-, zuivel- en plantaardige productverwerking, imkerij, palingrokerij, wijnmakerij, bierbrouwerij, en riet- en vlechtwerk,
-
u. overige ambachtelijke bedrijven, zoals aannemers-, timmer-, schilder-, dakdekkers-, rietdekkers-, en installatiebedrijven, houtzagerij en -schaverij, speeltoestellenfabricage, lasinrichting/bankwerkerij, hoefsmederij, vervaardiging en reparatie van medische/precisie instrumenten, orthopedische artikelen, sieraden, muziekinstrumenten, spel- en speelgoed, gebruiksgoederen, meubelmakerij/stoffeerderij/restauratie, vervaardiging textiel/kleding, pottenbakkerij, natuursteenbewerking/beeldhouwerij en zeefdrukkerij,'
-
v. kleinschalige horecagelegenheid, zoals een theeschenkerij of ontvangstruimte,
-
w. kinderopvang,
-
x. kleinschalig kantoor voor onder andere zakelijke dienstverlening.
Bij het verlenen van omgevingsvergunning worden de volgende bepalingen in acht genomen:
-
1. een en ander duidelijk bijdraagt aan de instandhouding van de betreffende bebouwing,
-
2. de naburige agrarische bedrijfsvoering hierdoor niet belemmerd wordt,
-
3. deze omgevingsvergunning voor ander gebruik is niet meer van toepassing als het cultuurhistorisch waardevolle gebouw wordt gesloopt, behoudens na een calamiteit,
-
4. het cultuurhistorisch waardevolle gebouw is de maximale maat,
-
5. de hoeveelheid extra verkeer past bij de wegstructuur,
-
6. het parkeren behorende bij het andere gebruik dient binnen het bouwvlak op eigen terrein plaats te vinden,
-
7. er mag geen opslag van goederen, behorende bij het andere gebruik, in de open lucht plaatsvinden,
-
8. het andere gebruik dient qua aard en schaal te passen bij de specifieke kwaliteiten en schaal van de omgeving, met name op het gebied van visuele aspecten, zoals reclame-uitingen en technische installaties,
-
9. het andere gebruik betreft geen detailhandel, met uitzondering van detailhandel in zelfgemaakte, -bewerkte, -gekweekte of -geteelde producten.
27.1.6 Afwijking herbouw en verplaatsing monument, karakteristiek hoofdgebouw en cultuurhistorisch waardevol bijgebouw
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in de subleden 27.1.2, 27.1.3, 27.1.4 en 27.1.5, ten behoeve van sloop, herbouw en eventuele verplaatsing van bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument', 'specifieke bouwaanduiding - karakteristiek hoofdgebouw' of 'specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevol bijgebouw' met behoud van de extra wooneenheid of de andere functies:
-
1. bij een zeer slechte bouwkundige staat, die is aangetoond conform NEN 2767,
-
2. mits de naburige agrarische bedrijfsvoering niet onevenredig belemmerd wordt,
-
3. met hergebruik van zoveel mogelijk van de oorspronkelijke materialen en in het oorspronkelijke beeld, zoals de vorm, materialen, en detaillering, en
-
4. nadat ter zake advies is ingewonnen bij de cultuurhistorisch deskundige, zoals de Commissie Monumenten en Cultuurlandschap, over het bepaalde onder 3.
27.1.7 Wijzigingsbevoegdheid van status van gebouw
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, zodanig dat de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument', 'specifieke bouwaanduiding - karakteristiek hoofdgebouw' of 'specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevol bijgebouw' aan het plan wordt toegevoegd dan wel uit het plan wordt verwijderd, voor zover de Commissie Monumenten en Cultuurlandschap positief respectievelijk negatief beslist over de waarde van het gebouw.
27.2 Afwijking kamperen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in de artikelen 4 (Agrarisch met waarden), 6 (Bedrijf), 9 (Horeca) en 14 (Wonen), ten behoeve van het:
-
a. binnen het bouwvlak respectievelijk bestemmingsvlak of direct aansluitend buiten het betreffende vlak tot een afstand van 50 m daarvan, gebruiken van gronden als standplaats voor ten hoogste 25 kampeermiddelen in de periode van 15 maart t/m 31 oktober; tot deze kampeermiddelen worden per geval maximaal 3 trekkershutten gerekend met elk een oppervlakte van maximaal 25 m² een goothoogte van maximaal 3 m en een bouwhoogte van maximaal 5 m;
-
b. uitsluitend in bestaande bebouwing binnen het onder a bedoelde bouwvlak respectievelijk bestemmingsvlak bouwen van de noodzakelijke sanitaire ruimte voor een kleinschalige camping,
mits:
-
1. daardoor de openheid en het karakteristieke verkavelingspatroon niet onevenredig worden aangetast,
-
2. de omliggende agrarische bedrijven niet onevenredig in hun bedrijfsvoering belemmerd worden,
-
3. wordt voorzien in een redelijke inpassing van een en ander in het landschap, al of niet met behulp van streekeigen opgaande beplanting,
-
4. door middel van een nachtregister wordt aangetoond dat er alleen sprake is van kortdurend recreatief nachtverblijf (niet langer dan 4 weken per jaar aaneengesloten verblijf) en
-
5. buiten de onder a toegestane periode deze kampeermiddelen (tenten, caravans) niet aanwezig zijn, dan wel niet gebruikt worden voor recreatief nachtverblijf (trekkershutten).
27.3 Vrijkomende agrarische bebouwing
27.3.1 Aanduiding 'vrijkomende agrarische bebouwing'
In de bestemmingsvlakken ter plaatse van de aanduiding 'vrijkomende agrarische bebouwing' zijn naast de hoofdactiviteiten voor de huidige bestemming andere ondergeschikte nevenactiviteiten toegestaan in de bestaande bebouwing namelijk:
-
a. hobbymatige agrarische activiteiten, zoals het stallen van vee,
-
b. bewerking en opslag van agrarisch producten,
-
c. verkoop van zelfgemaakte, bewerkte, gekweekte of geteelde producten tot een oppervlakte van ten hoogste 50 m²,
-
d. paardenhouderij,
-
e. hoveniersbedrijf,
-
f. natuur- en landschapsbeheer,
-
g. opslag en stalling van niet-milieugevaarlijke, niet-agrarische goederen die geen risico's voor de omgeving oplevert,
-
h. logies in de woning,
-
i. zorgboerderij met dagopvang,
met dien verstande dat:
-
1. voor de onder b t/m f en i bedoelde nevenactiviteiten de gehele oppervlakte van de bestaande voormalige bedrijfsgebouwen herbouwd mag worden, en voor de onder g bedoelde nevenactiviteiten maximaal de helft van de oppervlakte;
-
2. de goothoogte en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen voor de onder a t/m i bedoelde nevenactiviteiten niet meer mogen bedragen dan 3 m respectievelijk 6 m, of niet meer dan de bestaande goothoogte en bouwhoogte indien deze meer bedragen dan 3 m respectievelijk 6 m.
27.3.2 Afwijking ondergeschikte nevenactiviteiten vrijkomende agrarische bebouwing
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van de hoofdactiviteiten bij de huidige bestemming ten behoeve van gebruik en herbouw van bestaande gebouwen binnen een bouwvlak of bestemmingsvlak ter plaatse van de aanduiding 'vrijkomende agrarische bebouwing' voor onderstaande ondergeschikte nevenactiviteiten, namelijk:
-
a. loonwerkbedrijf;
-
b. veehandelsbedrijf;
-
c. foeragehandel;
-
d. sierviskwekerij;
-
e. dierenartspraktijk;
-
f. 'bed and breakfast'-appartementen buiten de woning, mits een nachtregister wordt bijgehouden, sprake is van bedrijfsmatige exploitatie en aangesloten is bij een recreatie organisatie;
-
g. kampeerboerderij;
-
h. paarden-, kano-, roeiboot- of fietsenverhuur;
-
i. agrarische dagrecreatie, zoals poldersport, agrarische kinderfeestjes en ontvangstruimte/excursies;
-
j. manege, mits het bouwvlak niet meer dan 250 m van de bebouwde kom is gelegen;
-
k. kinderboerderij;
-
l. educatie en voorlichting;
-
m. tentoonstellingsruimte, museum;
-
n. dierenasiel of -pension, hondenfokkerij;
-
o. zorgboerderij, met nachtverblijf;
-
p. hoefsmederij, tot een oppervlakte van ten hoogste 100 m²;
-
q. overige dagrecreatie, zoals bezoektuinen, bezoekerscentrum en sauna, tot een oppervlakte van ten hoogste 100 m²;
-
r. medisch verwante dienstverlening, zoals een privékliniek, een kuuroord of een groepspraktijk tot een oppervlakte van ten hoogste 100 m²;
-
s. commerciële dienstverlening, zoals een computerservicebedrijf of geluidsstudio, tot een oppervlakte van ten hoogste 100 m²;
-
t. ambachtelijke landbouwproductverwerkende bedrijven, zoals slachterij, vlees-, zuivel- en plantaardige productverwerking, imkerij, palingrokerij, wijnmakerij, bierbrouwerij, en riet- en vlechtwerk, tot een oppervlakte van ten hoogste 100 m²;
-
u. overige ambachtelijke bedrijven, zoals aannemers-, timmer-, schilder-, dakdekkers-, rietdekkers-, en installatiebedrijven, houtzagerij en -schaverij, speeltoestellenfabricage, lasinrichting/bankwerkerij, hoefsmederij, vervaardiging en reparatie van medische/precisie instrumenten, orthopedische artikelen, sieraden, muziekinstrumenten, spel- en speelgoed, gebruiksgoederen, meubelmakerij/stoffeerderij/restauratie, vervaardiging textiel/kleding, pottenbakkerij, natuursteenbewerking/beeldhouwerij en zeefdrukkerij, tot een oppervlakte van ten hoogste 100 m²;
-
v. kleinschalige horecagelegenheid, zoals een theeschenkerij of ontvangstruimte tot een oppervlakte van ten hoogste 100 m²;
-
w. kinderopvang tot een oppervlakte van ten hoogste 100 m²;
-
x. kleinschalig kantoor voor onder andere zakelijke dienstverlening tot een oppervlakte van ten hoogste 100 m².
Bij het verlenen van omgevingsvergunning worden de volgende bepalingen in acht genomen:
-
1. de gezamenlijke oppervlakte van de bovenstaande ondergeschikte nevenactiviteiten mag per bouwvlak of bestemmingsvlak met de aanduiding 'vrijkomende agrarische bebouwing' in elk geval niet meer bedragen dan 500 m² voor a tot en met o en 100 m² voor p tot en met x, waarbij de oppervlakte in bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument', 'specifieke bouwaanduiding - karakteristiek hoofdgebouw' of 'specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevol bijgebouw' niet meetelt;
-
2. de gezamenlijke oppervlakte van de vrijkomende agrarische bebouwing van het betreffende perceel mag niet worden vergroot;
-
3. de goothoogte en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen voor de onder a t/m x bedoelde niet-agrarische nevenactiviteiten mogen niet meer bedragen dan 3 m respectievelijk 6 m, of niet meer dan de bestaande goothoogte en bouwhoogte indien deze meer bedragen dan 3 m respectievelijk 6 m;
-
4. de omliggende agrarische bedrijven mogen niet onevenredig in hun bedrijfsvoering belemmerd worden;
-
5. de hoeveelheid extra verkeer past bij de wegstructuur;
-
6. het parkeren behorende bij het andere gebruik dient binnen het bouwvlak of bestemmingsvlak op eigen terrein plaats te vinden;
-
7. er mag geen opslag van goederen, behorende bij het andere gebruik, in de open lucht plaatsvinden;
-
8. het andere gebruik dient qua aard en schaal te passen bij de specifieke kwaliteiten en schaal van de omgeving, met name op het gebied van visuele aspecten, zoals reclame-uitingen en technische installaties, en
-
9. het andere gebruik betreft geen detailhandel, met uitzondering van detailhandel in zelfgemaakte, -bewerkte, -gekweekte of -geteelde producten.