direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf
Plan: Harmelerwaard
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0632.BPHARMELERWAARD-bVA2

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven met de nadere bestemming, die hierna is vermeld per adres en voor daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen parkeerplaatsen en tuinen:
adres   nadere bestemming   max. oppervlakte gebouwen (in m²) ¹)   VAB²)  
Appellaan 10a   opslagbedrijf   210    
Dorpeldijk 4   paardenfokkerij   2.000   ja  
Dorpeldijk 4b   kantoor en bedrijfsruimte voor de productie van meubels en interieurartikelen   (gebouwen) 2.900
(kas) 4.100  
ja  
Dorpeldijk 4a-1   sorteer- en distriutiebedrijf   4.300    
Harmelerwaard 1   aannemersbedrijf   1.470    
Harmelerwaard, naast 7   gemaal   -    
Harmelerwaard 11   in- en export van koikarpers   (gebouwen) 270
(kas) 70  
ja  
Harmelerwaard 21 en 22   ontwikkelings- en verkoopbedrijf van (graszoden) machines   675    
Heldamweg 8   paardenhouderij   2.080    
Spijklaan 4   paardenhouderij   310    

¹) exclusief bedrijfswoningen

²) VAB = met de aanduiding 'vrijkomende agrarische bebouwing'

  • b. instandhouding van de waardevolle bebouwingskenmerken en -elementen van de ter plaatse voorkomende cultuurhistorisch waardevolle bebouwing, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' of 'specifieke bouwaanduiding - karakteristiek hoofdgebouw',
  • c. ander gebruik van de bestaande bebouwing als ondergeschikte nevenactiviteit namelijk:
    • 1. hobbymatige agrarische activiteiten, zoals stallen van vee,
    • 2. bewerking en opslag van agrarische producten,
    • 3. verkoop van zelfgemaakte, -bewerkte, -gekweekte of -geteelde producten tot een oppervlakte van ten hoogste 50 m²,
    • 4. paardenhouderij,
    • 5. hoveniersbedrijf,
    • 6. natuur- en landschapsbeheer,
    • 7. opslag en stalling van niet-milieugevaarlijke, niet-agrarische goederen die geen risico's voor de omgeving opleveren,
    • 8. bed and breakfast in de woning.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Toegestane bouwwerken

Op de gronden als bedoeld in lid 6.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen, zoals bedrijfs- en nutsgebouwen, niet zijnde bedrijfs- of andere woningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”, ten hoogste één bedrijfswoning en buiten die aanduiding de daarbij behorende erfbebouwing;
  • c. andere bouwwerken, zoals palen, masten, verkeers-, reclame- en andere tekens, technische installaties, steigers en erf- of perceelafscheidingen, met uitzondering van overkappingen;
  • d. streekeigen hooi- of kapbergen met beweegbare kap en drie of meer roeden, die passen bij de karakteristieke bebouwing ter plaatse en gesitueerd zijn achter het hoofdgebouw.
6.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 6.2.1, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen mag binnen elk bestemmingsvlak niet meer bedragen dan voor dat vlak in de tabel in lid 6.1, onder a, is aangegeven, met dien verstande dat de oppervlakte van de bedrijfswoning of -woningen en bijbehorende bijgebouwen van de aangegeven oppervlakte zijn uitgezonderd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt voor bedrijven met de nadere bestemming 'opslagbedrijf' en met de aanduiding 'vrijkomende agrarische bebouwing', dat herbouw alleen is toegestaan tot 50% van de bestaande oppervlakte van bedrijfsgebouwen;
  • c. de goothoogte en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mogen niet meer bedragen dan 3 m respectievelijk 6 m, of niet meer dan de bestaande goothoogte en bouwhoogte per gebouw indien deze meer bedragen dan 3 m respectievelijk 6 m;
  • d. de dakhelling van bedrijfsgebouwen mag niet minder dan 20º en niet meer dan 60º bedragen;
  • e. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de bestaande bedrijfswoning, tot een inhoud van ten hoogste 600 m³, met dien verstande dat:
    • 1. indien de bestaande inhoud minder dan 450 m³ bedraagt, de inhoud niet meer mag bedragen dan 500 m³, en
    • 2. indien de bestaande inhoud meer dan 450 m³ bedraagt, de inhoud niet meer mag bedragen dan de bestaande inhoud vermeerderd met 10% tot maximaal 600 m³;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder e, mag de inhoud van een bedrijfswoning, indien de bestaande inhoud meer bedraagt dan 600 m³, volledig herbouwd worden met dien verstande dat dit als zodanig vergund is;
  • g. de goothoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan de bestaande goothoogte vermeerderd met 10%; indien de bestaande goothoogte lager is dan 3 m, mag de goothoogte in elk geval 3 m bedragen;
  • h. de dakhelling van een bedrijfswoning en van bijgebouwen bij de woning mag niet minder dan 30º en niet meer dan 60º bedragen;
  • i. bijgebouwen en bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd achter het verlengde van de voorgevel van de betreffende bedrijfswoning of van het dichtst bij de weg gelegen gebouw, met dien verstande dat de afstand van het bijgebouw en van het bedrijfsgebouw tot de betreffende woning respectievelijk het voorste gebouw niet meer dan 20 m mag bedragen of niet meer dan de bestaande afstand, indien deze meer bedraagt dan 20 m;
  • j. de gezamenlijke oppervlakte van bij een bedrijfswoning behorende omgevingsvergunningplichtige erfbebouwing mag niet meer dan 50 m² bedragen conform bijlage 4 Erfbebouwingsregeling, waarbij de oppervlakte cultuurhistorisch waardevolle bijgebouwen niet wordt meegerekend;
  • k. in afwijking van het bepaalde onder j, mag de gezamenlijke oppervlakte van bij een bedrijfswoning behorende omgevingsvergunningplichtige erfbebouwing, indien de bestaande gezamenlijke oppervlakte meer dan 50 m² bedraagt, volledig herbouwd worden met dien verstande dat het meerdere van de 50 m² is vergund als erfbebouwing en niet zijnde als bedrijfsbebouwing;
  • l. de goothoogte en bouwhoogte van bijgebouwen mogen niet meer bedragen 3 m respectievelijk 6 m;
  • m. de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen en van overige, andere bouwwerken niet meer dan 12 m;
  • n. de afstand van gebouwen tot de naburige eigendomsgrens mag niet minder dan 2 m bedragen of niet minder dan de bestaande afstand indien deze minder dan 2 m bedraagt;
  • o. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd met de nokrichting evenwijdig aan de slagenverkaveling van de bijbehorende polder of met de bestaande nokrichting, indien deze daarvan afwijkt;
  • p. in afwijking van het bepaalde onder a en c, mag voor zover betreft Harmelerwaard 1:
    • 1. de oppervlakte van gebouwen, exclusief bedrijfswoningen, maximaal 1.640 m² bedragen, mits vaststaat dat de bestaande silo is of wordt gesloopt en de bestaande bebouwing niet meer wordt gebruikt voor een veevoederbedrijf;
    • 2. de goothoogte van de opslagloods niet meer dan 4,5 m bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 6 m;
    • 3. de goothoogte van het kantoorgebouw niet meer dan 6,5 m bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 9,5 m;
  • q. in afwijking van het bepaalde onder j, mag bij meerdere wooneenheden in een monumentaal of karakteristiek hoofdgebouw de gezamenlijke oppervlakte van omgevingsvergunningplichtige erfbebouwing niet meer dan 50 m² bedragen voor al deze wooneenheden tezamen;
  • r. het bepaalde in artikel 26 (Afstanden tot wegen).
6.3 Specifieke gebruiksregels
6.3.1 Uitgesloten bedrijven

Onder bedrijven als bedoeld in lid 6.1, zijn niet begrepen:

  • a. detailhandelsbedrijven, behoudens detailhandel in zelfgemaakte, -bewerkte, -gekweekte of -geteelde producten als ondergeschikte nevenactiviteit van de bedrijfsvoering en tot een oppervlakte van 50 m²;
  • b. bedrijven, die zijn aangewezen als inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, krachtens artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, zoals dat laatstelijk is gewijzigd.
6.3.2 Gebruik voor buitenopslag

Het is niet toegestaan de onbebouwde gronden als bedoeld in lid 6.1, te gebruiken voor buitenopslag, met uitzondering van opslag van mest of ruwvoer bij paardenhouderijen en paardenfokkerijen behorend bij de nadere bestemming, die voor dat adres in lid 6.1 is aangegeven.
In afwijking hiervan is opslag van materialen toegestaan tot een hoogte van 2 m, mits:

  • a. wordt aangetoond dat dit noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering,
  • b. er een minimaal 5 m brede zone met afschermende streekeigen beplanting rondom de buitenopslag aanwezig is, en
  • c. na advies door de landschapsdeskundige.
6.4 Afwijken van de gebruiksregels
6.4.1 Afwijking ander soort bedrijf

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 15, 16, 17, 18, 25, 26 en 27, een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 6.1, onder a ten behoeve van het per geval (be)bouwen en gebruiken van gronden en bouwwerken voor een ander soort bedrijf, dan het in dat lid bedoelde, met uitzondering van bedrijven met in de tabel in lid 6.1, onder a, in de kolom VAB de aanduiding 'ja', mits:

  • a. het betreft een loonwerkbedrijf, veehandelsbedrijf, foeragehandel, hovenier, sierviskwekerij, dierenartspraktijk, dierenasiel of -pension, hondenfokkerij, paardenhouderij, opslagbedrijf en/of caravan- en botenstalling, en overige beroeps- en bedrijfsactiviteiten, die in de van deze regels deel uitmakende bijlage 1 Positieve lijst bedrijfsdoeleinden zijn vermeld;
  • b. de toegestane oppervlakte, goothoogte en bouwhoogte van gebouwen ten opzichte van de bestaande situatie niet worden vergroot conform sublid 6.2.1 en sublid 6.2.2;
  • c. het ander soort bedrijf geen opslag van goederen in de open lucht inhoudt of met zich meebrengt;
  • d. de hoeveelheid extra verkeer past bij de wegstructuur;
  • e. parkeren binnen het bestemmingsvlak op eigen terrein plaatsvindt.