direct naar inhoud van 4.3 Geluidhinder
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0620.bp0009-VG01

4.3 Geluidhinder

De Wet geluidhinder (Wgh) schrijft voor dat de gevolgen van plannen akoestisch onderzocht moeten worden, als de geluidsgevoelige bestemmingen binnen een geluidszone liggen. De Wet geluidhinder omschrijft zones langs wegen, spoorwegen en gezoneerde industrieterreinen. De aspecten spoorwegen en gezoneerde industrieterreinen zijn voor dit plan niet relevant.
Daarnaast geeft de Wet geluidhinder aan wanneer sprake is van geluidsgevoelige bestemmingen. Dit zijn (samengevat) woningen, scholen en diverse gezondheidszorggebouwen.

De breedte van een geluidszone is afhankelijk van de weg en de ligging hiervan. Voor de wegen in het plangebied geldt een breedte van 200 m. Ook ligt de westelijk rand van het plangebied in de geluidszone van de A2. Deze zone heeft een breedte van 600 m. Een weg binnen een 30 km/uur-gebied heeft geen geluidszone.
Binnen een geluidszone van een weg geldt een voorkeurswaarde voor de geluidsbelasting bij deze geluidsgevoelige bestemmingen. Voor wegverkeer bedraagt deze 48 dB.

Hierbij geldt een toetsing per weg. Als de voorkeurswaarde wordt overschreden moet de gemeente onderzoeken of geluidsreducerende maatregelen getroffen kunnen worden (bron- en overdrachtsmaatregelen) om aan de voorkeurswaarde te kunnen voldoen. Pas als hieruit blijkt dat niet aan de voorkeurswaarde kan worden voldaan kan het college ontheffing verlenen van de voorkeurswaarde. Hierbij geldt wel een maximale ontheffingswaarde. Voor de wegen binnen het plangebied geldt een maximale ontheffingswaarde van 63 dB.
In gemeentelijk beleid is echter vastgelegd dat bij voorkeur geen hogere waarde wordt verleend boven 58 dB.

Gemeentelijk beleid
De gemeente draagt zorg voor een zo goed mogelijke akoestische kwaliteit van de leefomgeving in situaties waar geluidsniveaus boven de wettelijke voorkeurswaarden niet kunnen worden voorkomen. Hiervoor stelt de gemeente duidelijke kaders voor ruimtelijke plannen en maakt ze de uitvoering tot het vaststellen van hogere waarden transparant. Het college van B en W heeft daarom de beleidsregel hogere waarden Wet geluidhinder vastgesteld. In deze beleidsregel worden randvoorwaarden genoemd voor het toestaan van hogere geluidsbelastingen dan de voorkeurswaarde. De voorwaarden zijn geformuleerd als eis of als inspanningsverplichting.
Dit laatste betekent wanneer niet aan de voorwaarde kan worden voldaan dient de initiatiefnemer te motiveren waarom dit niet kan of waarom voor een alternatieve oplossing is gekozen

Geluidssituatie plangebied
De geluidssituatie in het plangebied wordt grotendeels bepaald door de ligging tussen de rijkswegen A2 en A27. Daarnaast leveren de wegen in het plangebied een grote bijdrage, mede omdat er parkeerplaatsen in het plangebied liggen en er geen voetgangersgebieden zijn. Ook zijn de wegen in het plangebied uitgevoerd als klinkerwegen. Vooralsnog zijn de wegen in het plangebied niet aangewezen als 30 km/uur-gebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0620.bp0009-VG01_0023.jpg"  
Afbeelding - Geluidssituatie in de binnenstad  

De geluidssituatie in het gebied is globaal weergegeven op voorgaande afbeelding (de afbeelding is in de toelichting opgenomen in bijlage 8). Opgemerkt wordt dat niet voor alle wegen verkeersintensiteiten bekend zijn, dus op lokaal niveau kan de geluidsbelasting hoger zijn.

Ontwikkelingen plangebied
Het plan betreft een conserverend bestemmingsplan. Daarvoor is een toetsing aan de Wet geluidhinder niet noodzakelijk. Wel wordt in het bestemmingsplan een aantal ontwikkelingen genoemd die in plangebied spelen:

  • Walsland
    Voor deze locatie is in het geldende bestemmingsplan een uitwerkingsbevoegdheid om maximaal tien grondgebonden woningen te bouwen. Voor de locatie zijn destijds geen hogere waarden verleend. Uit de geluidssituatie in voorgaande afbeelding blijkt dat de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden.
    In het nieuwe bestemmingsplan wordt voor het terrein uitgegaan van een wijzigingsbevoegdheid om de 10 grondgebonden woningen te realiseren. In de wijzigingsregels is de geluidsbelasting als één van de randvoorwaarden opgenomen.
  • Schipperplaats
    Voor deze locatie is in het geldende bestemmingsplan een woonbestemming opgenomen. De gronden worden tot op heden gebruikt als parkeerterrein.
    In het nieuwe bestemmingsplan wordt het bestaande gebruik bestemd en woningbouw mogelijk gemaakt met een wijzigingsbevoegdheid. In de wijzigingsregels is de geluidsbelasting als één van de randvoorwaarden opgenomen.
  • Voorstaat 92-94
    In het verleden zijn er diverse plannen geweest om de voorkant dicht te bouwen en op het achterterrein een aantal woningen of appartementen te realiseren. In het nieuwe bestemmingsplan wordt de bestaande bouwmogelijkheden gecontinueerd.
    Voor de locatie is destijds geen akoestisch onderzoek uitgevoerd en zijn er geen hogere waarden verleend. Uit de voorgaande afbeelding blijkt dat in de huidige situatie de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden vanwege de nabijheid van de Voorstraat en de Kerkstraat (klinkerweg).
    In het bestemmingsplan wordt op de betreffende locatie woningbouw (op de bovenverdieping) met wijzigingsbevoegdheid mogelijk gemaakt. In de wijzigingsregels is de geluidsbelasting als één van de randvoorwaarden opgenomen.
  • Badhuisstraat/Langendijk
    Enkele jaren geleden is een vrijstellingsprocedure doorlopen ten behoeve van een bouwplan van de woningbouwvereniging. In het nieuwe bestemmingsplan wordt deze ontwikkeling dan ook als bestaand beschouwd en positief bestemd.
    Naast de problematiek met betrekking tot bedrijfslawaai op deze locatie is er ook sprake van wegverkeerslawaai. Voor zover bekend is voor deze locatie geen specifiek akoestisch onderzoek (wegverkeer) uitgevoerd en zijn er geen hogere waarden verleend.
    Tijdens de vrijstellingsprocedure is door de Milieudienst Zuidoost-Utrecht (nu Odru) de geluidsbelasting indicatief berekend. Hieruit bleek dat de voorkeursgrenswaarde werd overschreden. De vrijstellingsprocedure is echter zonder een akoestische onderzoek/onderbouwing door de gemeente vastgesteld.
    Dit betekent dat geluid een aandachtspunt blijft. Bij de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen, dient dan ook te worden aangetoond dat door maatregelen aan de gevel (maatregelen bij de ontvanger) de binnenwaarde van 33 dB conform het Bouwbesluit wordt gehaald.

Conclusie
Het plan betreft een conserverend bestemmingsplan en staat met recht geen nieuwe geluidgevoelige objecten toe. In het kader van dit bestemmingsplan hoeft dan ook geen akoestisch onderzoek in het kader van de Wet geluidhinder uitgevoerd te worden. Aandachtspunt is de ontwikkeling aan de Badhuisstraat/Langendijk.
Voor de bovengenoemde ontwikkelingslocaties Walsland, Schipperplaats en Voorstraat wordt uitgegaan van een wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van wonen. Het beoordelen van de actuele geluidssituatie is een van de wijzigingsvoorwaarden. Bij wijziging zal indien nodig een hogere grenswaarde moeten worden aangevraagd en zijn verkregen.