achter Noordweg 27 Oostvoorne

5.8 Omliggende functies en milieuhinder

Normstelling en beleid

In het kader van een goede ruimtelijke ordening moet in ruimtelijke plannen rekening worden gehouden met afstemming tussen gevoelige functies en milieuhinderlijke functies. Uitgangspunt daarbij is dat bestaande bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt en dat ter plaatse van woningen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Voor de afstemming tussen functies kan gebruik worden gemaakt van de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonering (editie 2009). In deze publicatie zijn voor verschillende bedrijfsactiviteiten richtafstanden opgenomen voor milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie, namelijk geluid, geur, gevaar en stof.

Onderzoek

In de directe omgeving van het plangebied liggen geen bedrijven. In het noorden grenst het plangebied aan sportvelden. Bij deze sportvelden is verlichting in de vorm van lichtmasten aanwezig. Op grond van de bovengenoemde VNG-publicatie zijn dergelijke sportvelden te beschouwen als een milieuhinderlijke functie waarvoor een richtafstand van 50 m geldt. Het maatgevende aspect bij het bepalen van deze richtafstand is geluid. Voor de aspecten geur, gevaar en stof is voor deze activiteit in de VNG-publucatie een richtafstand van 0 m opgenomen. Het aspect lichthinder is in de VNG-publicatie niet meegenomen, maar is wel van belang om te bepalen of ter plaatse van de beoogde woningen sprake is van onaanvaardbare milieuhinder als gevolg van de sportvelden. Aangezien niet aan de richtafstand uit de VNG-publicatie wordt voldaan, zijn zowel een lichthinderonderzoek als een akoestisch onderzoek uitgevoerd (Bijlage 8 en Bijlage 9) om te bepalen of ter plaatse van de nieuwe woningen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

Uit het lichthinderonderzoek blijkt dat met de huidige verlichting ter plaatse van de beoogde woningen sprake is van onaanvaardbare lichthinder. Om deze lichthinder te voorkomen worden de armaturen van de lichtmasten bij één van de sportvelden vervangen. Dit is geregeld in de exploitatieovereenkomst met de ontwikkelaar.

In het akoestisch onderzoek is getoetst of de sportvelden ook na realisatie van de beoogde woningen kunnen voldoen aan de geluidseisen die het Activiteitenbesluit stelt (een AMvB op grond van de Wet milieubeheer). Hieruit blijkt dat, wanneer er gebruik wordt gemaakt van de omroepinstallatie en van de muziekinstallatie in de kantine bij geopende deuren, niet aan de geluidseisen wordt voldaan. Wanneer er geen omroep- of muziekinstallatie aanwezig is wordt wel aan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit voldaan. De omroepinstallatie wordt alleen in het weekend en bij toernooien op een deel van de velden gebruikt. Eén keer in de twee weken zal op een deel van de velden ook muziek te horen zijn. Dit vindt plaats voor de wedstrijd, in de pauze en na de wedstrijd. Om in de toekomst aan de geluidsnormen uit het Activiteitenbesluit te voldoen, zullen aan het sportcomplex maatwerkvoorschriften worden opgelegd.

De geluidsniveaus als gevolg van de indirecte hinder door verkeer van en naar de sportvelden blijven onder de gestelde grenswaarden.

Voor de gevolgen van het industrielawaai van Europoort-Maasvlakte wordt verwezen naar paragraaf 5.11.1.

Conclusie

De armaturen van de lichtmasten op één van de sportvelden worden vervangen, zodat lichthinder wordt tegengegaan. Om in de toekomst aan de geluidsnormen uit het Activiteitenbesluit te voldoen, zullen aan het sportcomplex maatwerkvoorschriften worden opgelegd.

Door toepassen van deze maatregelen kan geconcludeerd wordt dat het aspect milieuhinder in relatie tot het sportcomplex geen belemmering oplevert voor de vaststelling van dit bestemmingsplan.