Plan: | Buitengebied Zuid-Oost |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0612.BP00021-4001 |
Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan moet worden onderzocht of de Natuurbeschermingswet 1998 de uitvoering van het plan niet in de weg staat. Dit is het geval wanneer de uitvoering tot ingrepen noodzaakt waarvan moet worden aangenomen dat daarvoor geen vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet 1998 zal kunnen worden verkregen.
Beschermde en rode lijst soorten
Er zijn op dit moment in het plangebied geen belangrijke natuurwaarden aanwezig. Dit wordt veroorzaakt door het huidige gebruik, de ligging in het landschap en de grote drooglegging. Er worden ter plaatse geen beschermde amfibieën, vissen en/of andere beschermde soorten gevonden (bron: DLG, 2008).
Beschermde gebieden
In afbeelding 16 is de ligging van Natura2000-gebieden in de directe omgeving van het plangebied weergegeven. De Willemspolder grenst aan het Natura2000-gebied Oude Maas. De uiterwaarden van de Oude Maas vormen het grootste nog resterende zoetwatergetijdengebied van ons land. De gebieden bestaan uit getijdengrienden, wilgenbossen en vochtige terreinen met een riet- en ruigtevegetaties. Het gebied is aangewezen in het kader van de habitatrichtlijn voor de onderstaande aanwezige habitattypen en -soorten.
Habitattypen | |
H3270 | Slikkige rivieroevers |
H6430B | Ruigten en zomen (harig wilgenroosje) |
H91E0A | *Vochtige alluviale bossen (zachthoutooibossen) |
Habitatsoorten | |
H1340 | *Noordse woelmuis |
Afbeelding 16: Natura2000-gebieden in de omgeving van het plangebied (bron: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie)
In afbeelding 17 is de ligging van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) in de omgeving van het plangebied weergegeven. De EHS bestaat in dit gebied voornamelijk uit het Spui en de Oude Maas met de aangrenzende dijken en buitendijkse gebieden. Ook de Wolvenpolder is een onderdeel van de EHS.
Afbeelding 17: Ligging Ecologische Hoofdstructuur (EHS) in het plangebied (bron: LNV)
Wolvenpolder
In de Wolvenpolder ontstaat, met de voorgenomen inrichting, een binnendijks moeras dat met name voor vogels interessant is en als stapsteen kan dienen voor de Noordse Woelmuis. Het moeras ontstaat door het opzetten van het waterpeil en door het graven van kreken met natuurvriendelijke oevers. Het maaiveld van de Wolvenpolder is relatief vlak en ligt op gemiddeld NAP -0,08 meter; het waterpeil schommelt seizoensafhankelijk tussen NAP -0,20 (’s winters) en NAP -0,60 meter (’s zomers. Gradiëntverschillen ontstaan met name door de te graven kreken.
Het peil wordt dusdanig opgezet dat het gemiddeld maaiveld net onder water staat. Hierdoor zal in het grootste deel van de polder riet opslaan. Op de hogere delen ontstaat (nat) grasland, ruigte en bosschages door spontane opslag van onder andere Els, Populier en Wilg. Door seizoensfluctuatie in het peil (neerslaggestuurd) verandert het beeld van de Wolvenpolder door het jaar heen.
Willemspolder
De Willemspolder vormt een open gebied met ruige graslanden afgewisseld met grasvelden die intensiever beheerd zullen worden. Door het hoge maaiveld (gemiddeld zo’n NAP +6,5m) zullen vooral droge soorten voorkomen in de Willemspolder. De polder is passeerbaar voor de Noordse Woelmuis, zodat deze kan migreren van bestaand natuurgebied de Oude Maas naar de Wolvenpolder (en verder). Deze soort heeft met name ruigte nodig om zich langs te verplaatsen.
Door de voorgestelde ontwikkeling van het plangebied neemt het aantal lichtbronnen toe die een uitstraling hebben op de omliggende natuur en woningen. De belangrijkste nieuwe lichtbronnen zijn verkeer, horecagelegenheden en de driving range op de golfbaan. Op basis van de voortoets Natura2000 (zie Bijlage 4) is gesteld dat langs de nieuwe ontsluitingsweg van de golfbaan geen verlichting zal worden geplaatst.
Nieuwe Uitslag van Putten
De polder Nieuwe Uitslag van Putten wordt ingericht als een recreatiegebied met waterlopen met brede rietkragen. Naast de meerwaarde die deze zone heeft voor de waterkwaliteit, zullen ook planten en dieren hiervan kunnen profiteren. De brede rietkragen zijn gunstig voor vogels en kleine zoogdieren om in te verschuilen of te gebruiken als verbinding naar gebieden elders langs het Spui.
De bodem van de Nieuwe Uitslag van Putten is net als de Wolvenpolder door jarenlang agrarisch gebruik erg voedselrijk geworden. Doordat het grootste deel van de bovengrond wordt afgegraven zijn de meeste nutriënten echter al afgevoerd voordat de grond vernat wordt. Hierdoor zullen er geen extra nutriënten in het water terecht komen wat ten goede komt aan de waterkwaliteit en daardoor ook aan de natuurkwaliteit. Verwachting is dat ook op korte termijn al een grote biodiversiteit zal ontstaan.
Oude Uitslag van Putten
Langs de diverse waterlopen in de Oude Uitslag van Putten komt een natuurvriendelijke oever met een ruigte strook. De rietkragen en ruigten zijn geschikt voor diverse vogels en kleine zoogdieren om in te schuilen. Door flauwe taluds langs de oevers kan een grote diversiteit ontstaan in oever- en watervegetatie wat ten goede komt aan de biodiversiteit in en rond het water. De aan te planten bomen zijn inheems waardoor insecten en vogels het juiste habitat in deze bomen kunnen vinden.
Buitendijks fietspad
Het aan te leggen buitendijkse fietspad langs de Aaldijk ligt binnen de buitendijkse gronden die in de Verordening Ruimte zijn aangewezen als Ecologische Hoofdstructuur. In de Verordening Ruimte is in artikel 5 lid 4 een ontheffingsmogelijkheid opgenomen om rekening houdend met de compensatieregeling (artikel 5 lid 5 en lid 6) waarbij dan wel een verantwoording over de aard van de effectbeperkende of compenserende maatregelen, de begrenzing van het compensatiegebied en de wijze waarop die compensatie duurzaam is verzekerd moet worden toegelicht.
Voor de realisatie van het buitendijkse fietspad is een natuuronderzoek verricht door de initiatiefnemer van het buitendijks fietspad, Waterschap Hollandse Delta (zie Bijlage 17). De conclusie van het onderzoek is in tabelvorm hieronder overgenomen.
Voor het tracé van het fietspad wordt de variant aangelegd met de minste aantasting voor het EHS-gebied. Voor de aanleg van het fietspad wordt conform de voorwaarden van de EHS binnen het totale project van de aanleg van het fietspad (F252) Spijkenisse - Oud Beijerland ruimte gevonden voor compensatie.
Effecten van aanleg en gebruik plannen Willemspolder op de natuurwaarden (zie ook de Voortoets Natuurbeschermingswet Bijlage 4)
Aanleg en gebruik van de nieuwe ontsluitingsweg langs de Willemspolder en de recreatieve voorzieningen, waaronder een 9-holes golfbaan, betekenen geen verslechtering voor de geformuleerde instandhoudingdoelen van de habitattypen. Deze ontwikkelingen hebben immers geen invloed op de oppervlakte en kwaliteit van de habitattypen. Tijdens de aanleg van de weg en recreatieve voorzieningen kunnen trillingen, geluid en licht uitstralen naar het Natura 2000 gebied.
Aanleg en gebruik van de nieuwe ontsluitingsweg langs de Willemspolder en de recreatieve voorzieningen, waaronder een 9-holes golfbaan, veroorzaken geen verslechtering voor de geformuleerde instandhoudingdoelen van de habitatrichtlijnsoort Noordse Woelmuis (Microtus Oeconomus) en bever (Castor Fiber) in het Natura 2000 gebied Oude Maas.
Populaties van Noordse Woelmuizen en bevers leven vooral in de ruige rietoevers met getijdeninvloed. Deze bevinden zich ook langs de oever van de Oude Maas. De gemeente Spijkenisse heeft door de Zoogdiervereniging onderzoek laten uitvoeren naar de mogelijke gevolgen van de plannen op de instandhoudingdoelstellingen van deze (onder) soorten.
De bestaande biotopen van de Noordse Woelmuis en Bever worden bij de aanleg en het gebruik van de nieuwe weg en recreatieve voorzieningen, waaronder een 9-holes golfbaan, niet aangetast in omvang of kwaliteit. Tijdens de aanleg en het gebruik van de weg en recreatieve voorzieningen komen trillingen, geluid en licht voor. De habitatrichtlijnsoorten Noordse Woelmuis en Bever zijn niet gevoelig voor deze verstoringen. De verstoringen die hierbij optreden zijn bovendien van dusdanig beperkte omvang dat dit geen effect heeft op de benoemde habitatrichtlijnsoorten, het onderzoek van de Zoogdiervereniging onderbouwt dit.
Ondanks dat de bestaande biotoop niet aangetast wordt en er geen negatieve effecten optreden, zullen gedurende het gebruik de nieuwe weg en de golfbaan onverlicht zijn óf worden lampen aangebracht die geen uitstraling naar het Natura 2000 gebied hebben (door deze niet naar het natuurgebied te laten schijnen maar bijvoorbeeld naar beneden).
Conclusie