direct naar inhoud van 4.2 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Buitengebied Zuid-Oost
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0612.BP00021-4001

4.2 Provinciaal en regionaal beleid

4.2.1 Provinciale structuurvisie "Visie op Zuid-Holland" (2010)

Hoofdlijnen van de structuurvisie

Zuid-Holland is een dichtbevolkte provincie, met 3,5 miljoen mensen en veel economische bedrijvigheid. De beschikbare ruimte wordt intensief benut voor wonen, werken en ontspanning. Ook is ruimte nodig voor verkeer, voor dijken die beschermen tegen overstromingen, landbouw, natuur en water. Niet alles kan overal en daarom zijn er keuzes nodig. In de Provinciale Structuurvisie “Visie op Zuid-Holland” staan de keuzes van de provincie over het gebruik van de beschikbare ruimte.

De provincie maakt deze keuzes door op kaartbeelden te ordenen, vraagstukken te agenderen, programma's te ontwikkelen, en onderzoek uit te voeren. De provincie stuurt op hoofdlijnen, volgens de nieuwe stijl van besturen: “Lokaal wat kan, provinciaal wat moet”.

De provincie wil met “Visie op Zuid-Holland” de samenhang, herkenbaarheid en diversiteit in Zuid-Holland versterken. Het gaat om vijf hoofdopgaven:

  • Aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel;
  • Duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie;
  • Divers en samenhangend stedelijk netwerk;
  • Vitaal, divers en aantrekkelijk landschap;
  • Stad en land verbonden.

De ontwerpstructuurvisie, inclusief de uitvoeringsparagraaf, welke tezamen de Zuid-Hollandse streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte zullen vervangen, is op 3 november 2009 door Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland vastgesteld. Op 20 april 2010 hebben Gedeputeerde Staten de definitieve ontwerpen van de provinciale structuurvisie, de verordening ruimte en de uitvoeringsagenda gewijzigd vastgesteld. Op 3 juli 2010 hebben Provinciale Staten de structuurvisie en de verordening ruimte definitief vastgesteld.

In deze structuurvisie kiest de provincie voor een tweeledige sturing, zowel op ruimtelijke functies als op ruimtelijke kwaliteiten. Dit komt tot uitdrukking in de provinciale belangen. Deze hebben zowel betrekking op functionele als kwalitatieve aspecten. Deze aspecten worden in beeld gebracht op een functiekaart en een kwaliteitskaart. Deze kaarten hebben eenzelfde status en vullen elkaar aan.

De functiekaart is vergelijkbaar met de vroegere streekplankaarten. Deze kaart geeft aan wat waar mogelijk is, met locaties en begrenzingen. De kwaliteitskaart geeft aan welke kwaliteiten waar aanwezig zijn of moeten komen. Bij ontwikkelingen in een gebied zijn deze kwaliteiten belangrijk.

afbeelding "i_NL.IMRO.0612.BP00021-4001_0008.png"

Afbeelding 8: ligging plangebied (blauw kader) in Provinciale structuurvisie, bron: Provincie Zuid-Holland

Het plangebied is in de provinciale structuurvisie aangemerkt als:

  • 'stedelijk groen buiten de contour' voor het sportpark;
  • 'recreatiegebied' voor de Oude en Nieuwe Uitslag van Putten;
  • 'natuurgebied' voor de Wolvenpolder;
  • 'agrarisch landschap - inspelen op de verbinding stad-land voor de Willemspolder'.

Verder zijn op het kaartbeeld de primaire waterkeringen (bruine lijn) aangegeven alsmede de reservering voor de (inter)nationale wegverbinding voor de toekomstige A4.

Het bestemmingsplan Buitengebied Zuid-Oost, inclusief de gewenste ontwikkelingen, voldoet aan de uitgangspunten van de provinciale structuurvisie.

4.2.2 Provinciale Verordening Ruimte; ontwikkelen met schaarse ruimte

Om het provinciale ruimtelijke belang, zoals beschreven in de provinciale structuurvisie, te kunnen uitvoeren is, onder meer, de provinciale verordening opgesteld. In de provinciale verordening zijn de zaken die generiek van aard zijn (relevant voor alle gemeenten of een bepaalde groep gemeenten) en in eerste instantie vooral een werend of beperkend karakter hebben vastgelegd.

De provincie acht de borging hiervan van groot belang. Tevens zijn de nationale belangen zoals vastgelegd in de AMvB Ruimte ook in de provinciale verordening opgenomen ten behoeve van een doorwerking in de gemeentelijke bestemmingsplannen. Tot slot zijn in de verordening regels gesteld over de inhoud van bestemmingsplannen en de inhoud van de toelichting van bestemmingsplannen. De verordening heeft slechts betrekking op een beperkt aantal onderwerpen.

Voor het plangebied zijn deze onderwerpen zoals bebouwingscontouren, ecologische hoofdstructuur e.a. niet van belang omdat de voorgestane ontwikkeling hieraan voldoet.

4.2.3 Regionaal Groenblauw Structuurplan 2

De inrichting van de Wolvenpolder en Groenzone Zuidoost is onderdeel van het uitvoeringsprogramma van het Regionaal Groenblauw Structuurplan Twee (RGSP2).

In dit structuurplan is door de Stadsregio Rotterdam en de provincie Zuid-Holland een samenhangende visie vastgelegd op de groenblauwe structuur van de regio Rotterdam. Het document geeft een integrale visie op landschap, cultuurhistorie, water, natuur, recreatie en landbouw in de regio Rotterdam. De inrichting van de Wolvenpolder en Groenzone Zuidoost heeft in het uitvoeringsprogramma een eerste prioriteit, wat betekent dat het plan in 2010 uitvoeringsgereed moet zijn. Voor de Groenzone Zuidoost geldt zelfs dat uitvoering voor 2011 gereed dient te zijn. In het kader van deze doelstelling heeft de Dienst Landelijk Gebied (DLG) in opdracht van de gemeente Spijkenisse een Voorlopig Ontwerp opgesteld. Dit ontwerp is in samenwerking met de gemeente, het waterschap en betrokken beheerorganisaties opgesteld.

Dit structuurplan geeft een overzicht van de opgaven die vanuit landschap, cultuurhistorie, water, natuur, recreatie en landbouw op de regio Rotterdam afkomen, en vertaalt deze naar een samenhangende visie op de groenblauwe structuur. Aan deze visie is een concreet uitvoeringsprogramma toegevoegd waarin de ambities uit de visie zijn vertaald in prioriteiten en nadere afspraken over ondermeer de financiering en taakverdeling voor de realisatie zijn vastgelegd. Het RGSP2 is een gezamenlijk product van de Stadsregio Rotterdam en de provincie Zuid-Holland.

4.2.4 Natuurgebiedsplan Zuid-Hollandse Eilanden Noord

In het 'Natuurgebiedsplan Zuid-Hollandse Eilanden Noord' (Provincie Zuid-Holland, 2005) is de Wolvenpolder aangewezen als 41 ha EHS (nieuwe natuur). Voor de lange termijn is een streefbeeld geformuleerd waarbij de Wolvenpolder onderdeel is van een zoetwatergetijdenlandschap langs de Oude Maas en het Spui. De Wolvenpolder moet daarvoor integraal worden beheerd met het Spui en de overige natuurgebieden langs de Spuimonding, Spui en Oude Maas.  

Voor de korte termijn wordt ontwikkeling beoogd van de poldert tot 'een mozaïek van zoet water, rietland en ruigte, bloemrijk grasland, struwelen en bosgemeenschappen van zeeklei'. De bijbehorende natuurdoeltypen zijn opgenomen in onderstaande tabel.

afbeelding "i_NL.IMRO.0612.BP00021-4001_0009.png"