Plan: | Binnenstad herziening 2 - 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0608.BP1041Binnenstad2-VG01 |
Algemeen
Besluit ruimtelijke ordening
Volgens het Besluit ruimtelijke ordening zullen burgemeester en wethouders in verband met de uitvoerbaarheid van het plan onder meer een onderzoek verrichten naar de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone gronden te worden gerealiseerd.
Wet bodembescherming
De Wet Bodembescherming bevat de voorwaarden die kunnen en worden verbonden aan het verrichten van handelingen in of op de bodem. Primair komt bescherming en sanering in de wet aan bod. De wet heeft betrekking op zowel landbodems als waterbodems. De Wet bodembescherming geeft aan wanneer er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging en of er dan ook gesaneerd moet worden.
De hoeveelheid grond dan wel grondwater (beide in m³) en de mate van vervuiling, gemiddeld boven de interventiewaarde, zijn de criteria voor een geval van ernstige bodemverontreiniging. De interventiewaarde is de waarde, waarboven er risico's zijn voor mens, flora en fauna. De urgentie, de noodzaak om te saneren, hangt hiervan af maar ook van de mate van verspreiding van de bodemverontreiniging.
Voor gevallen van ernstige bodemverontreiniging is er bij niet gewijzigd grondgebruik soms geen noodzaak tot saneren. Voorbeelden zijn voormalige stortplaatsen en kleine verontreinigingen in het diepere grondwater.
Situatie in het plangebied
Er zijn beperkte woningbouwplannen binnen dit plangebied. De meeste wijzigingen betreffen kleine aanpassingen van de bestaande functies. In dit kader is het dan ook niet nodig de bodemkwaliteit te onderzoeken.
Voor de locatie Oranjeplaats is, in het kader van de bouwvergunning, onderzoek gedaan naar de bodemgesteldheid. De ter plaatse gevonden verontreiniging is reeds gesaneerd. De grond is geschikt voor de functie van wonen.
Van de lokatie Spoorsingel 13 zijn bodemgegevens bekend (rapport nulsituatie onderzoek (2004) en aanvullend onderzoek (2005)).
Uit de bodemonderzoeken is gebleken dat op de locatie sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging.
Op 19 januari 2006 is door de Provincie Zuid-Holland een beschikking Wet bodembescherming afgegeven voor de locatie. De locatie is geregistreerd onder code ZH060810002B20. Deze beschikking houdt in dat wijzigingen in gebruik van de bodem of omstandigheden op de locatie die van invloed kunnen zijn op humane, ecologische en verspreidingsrisico's en daarmee op de risicobepaling, zolang de verontreiniging aanwezig is, zo spoedig mogelijk, schriftelijk aan de Provinicie ter kennis moeten worden gebracht. Het gaat dan met name om wijzigingen die de contactmogelijkheden met de verontreiniging doen toenemen dan wel functiewijzigingen welke een mogelijk herziening van de risicobepaling noodzakelijk maken.
De verontreiniging dient, met instemming van de Provincie, te worden gesaneerd alvorens woningen op de locatie kunnen worden gerealiseerd.