direct naar inhoud van 3.3 Geluidhinder
Plan: Binnenstad herziening 2 - 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0608.BP1041Binnenstad2-VG01

3.3 Geluidhinder

Op 1 januari 2007 is de gewijzigde "Wet geluidhinder" in werking getreden. De "Wet geluidhinder" kent van oudsher een systeem van voorkeursgrenswaarden en hogere grenswaarden. GS stelden de grenswaarden vast, binnen de diverse criteria en randvoorwaarden in de wet en de bijbehorende uitvoeringsbesluiten. Met de wijziging van de "Wet geluidhinder" is het vaststellen van hogere grenswaarden (op enkele uitzonderingen na) gedecentraliseerd naar de gemeenten. Ook is het merendeel van de ontheffingscriteria en randvoorwaarden vervallen: de gemeente zal het vaststellen van hogere grenswaarden zelf moeten motiveren.
Gelet op de aard van deze herziening (kleinschalig, perceelsniveau) en de ligging van de verschillende projecten aan wegen langs wegen met een 30 km/h regime kan worden aangenomen dat er geen overschrijdingen van de normen uit de wet zijn te verwachten.

Uitzondering hierop is het project Spoorsingel.

Spoorsingel 13
Het bestemmingsplan maakt het mogelijk om nieuwe woningen op te richten. In de regels is opgenomen dat bij het oprichten of de verplaatsing van de woning op geen van de gevels de geluidsbelasting vanwege een weg de ter plaatse toegestane grenswaarde uit de Wet geluidhinder mag overschrijden.

De geluidsbelasting vanwege de C.G. Roosweg (N210) overschrijdt op het gehele perceel die voorkeursgrenswaarde van 48 dB. De maximale grenswaarde (63 dB) wordt nergens overschreden. Op het gehele perceel is gezien de geluidcontouren woningbouw mogelijk.

Wel zal altijd een hogere grenswaarde verleend moeten worden. Ten behoeve van deze hogere waarde zal, zodra de exacte locatie van de woningen bekend is een berekening uitgevoerd moeten worden naar de geluidsbelasting op de gevels. Vanaf een geluidsbelasting van 53 dB zal bij het ontwerpen van de woning(en) rekening gehouden moeten worden met aanvullende eisen uit het hogere waarde beleid met betrekking tot de aanwezigheid van een geluidsluwe gevel en een geluidsluwe buitenruimte.