Plan: | Binnenstad herziening 2 - 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0608.BP1041Binnenstad2-VG01 |
Op 28 oktober 2004 is het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) van kracht geworden. In het besluit zijn richtlijnen opgenomen voor het bouwen en handhaven van gevoelige bestemmingen zoals woningen in de buurt van inrichtingen waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd en/of opgeslagen.
In het kader van de externe veiligheid worden in hoofdzaak drie mogelijke risicobronnen onderscheiden:
Uit de risicokaart van de provincie Zuid-Holland blijkt dat er in de nabijheid van het plangebied geen inrichtingen liggen die op basis van het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI 2004) een potentiële belemmering kunnen vormen voor de voorgestelde ontwikkelingen.
Eveneens liggen in of nabij het gebied geen buisleidingen of vervoerstromen die een belemmering kunnen vormen voor de voorgestelde ontwikkeling.
Het aspect externe veiligheid vormt dan ook geen belemmering voor de ontwikkeling van de voorgenomen wijzigingen.
Uitzondering hierop is het project Spoorsingel.
Spoorsingel 13
De provinvinciale weg N210 is gerouteerd voor het transport van gevaarlijke stoffen. Voor de weg geldt geen aan te houden PR-contour. Het invloedsgebied van het groepsrisico van de weg is 200 meter. Afhankelijk van de toename van de bevolkingsdichtheid in een plangebied dient er een groepsrisicoberekening uitgevoerd te worden. Wanneer sprake is van een substantiële toename van het groepsrisico dient een verantwoording te worden opgesteld.
Met de bouw van 2 woningen op de plek waar voorheen de buitendienst van de gemeente was gevestigd is geen sprake van een substantiële toename van het groepsrisico.