direct naar inhoud van 5.5 Openbare ruimte
Plan: Oranjeburgh
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0606.BP0013-0003

5.5 Openbare ruimte

De openbare ruimte wordt in de kern gevuld met een ruime openbare groenvoorziening. Hier omheen ligt een openbare weg, met aftakkingen die aansluiting vinden op de Juliana van Stolberglaan, de Burgemeester Knappertlaan, de Anna van Burenstraat en tweemaal op de hoek Nassau Dillenburgstraat - Charlotte de Bourbonstraat. Alle straten zijn traditionele woonstraten met een 30 km/u regime. Er is niet voorzien in aparte fietspaden.

5.5.1 Speelvoorzieningen

Het gemeentelijk speelruimtebeleid (zie ook paragraaf 3.4.6) is in februari 2008 vastgesteld door de gemeenteraad. Het beleid kent een indeling in drie leeftijdscategorieën met verschillende (afstands)normen voor speelvoorzieningen. Het centrale plantsoen biedt ruimte voor kinderspel en voor kinderen in de leeftijdscategorieën tot circa 11 jaar. Hiervoor kunnen speelvoorzieningen ingericht worden. Het plantsoen wordt daarom bestemd als 'Groen-2', waarbinnen expliciet speelvoorzieningen mogelijk zijn. Voor oudere kinderen zijn voorzieningen aanwezig in de omliggende woonwijk.

5.5.2 Parkeren

Het bestemmingsplan kent drie belangrijke uitgangspunten (zie ook paragraaf 3.4.7) wat betreft het parkeren:

  • 1. de omringende buurt mag niet met extra parkeren worden belast;
  • 2. de privé parkeerbehoefte vindt voornamelijk plaats op 'eigen terrein' (inclusief gemeenschappelijk uitgegeven terrein);
  • 3. parkeren in de openbare ruimte vindt voornamelijk plaats in de vorm van langsparkeren.

De directe omgeving van het plangebied kent een vrij hoge parkeerdruk en het hoge segment en de bijzondere stedenbouwkundige opzet vragen om een parkeeroplossing die het straatbeeld niet te zeer overheerst. In het plangebied komen verschillende typen woningen voor: vrijstaande woningen, twee-onder-één-kappers, rijwoningen en appartementen. Voor twee-onder-één-kappers en vrijstaande woningen is er altijd plaats voor twee parkeerplaatsen op eigen terrein; voor rijwoningen en appartementen zijn er collectieve parkeervoorzieningen aangelegd met toegewezen parkeerplaatsen (1 per rijwoning en 2 per appartement). Het overige parkeren, onder andere voor bezoekers (minimaal 0,3) is gerealiseerd op straat. Het parkeren voor het Zusterhuis vindt plaats buiten het bouwblok aan de westelijke zijde van de bestaande bebouwing. Omdat niet geheel duidelijk is waar het parkeerhof exact zal worden gelokaliseerd, is die parkeervoorziening niet alleen toegestaan binnen de bestemming 'Gemengd' maar ook binnen de bestemming 'Wonen-1'. Binnen die laatste bestemming is het dan dus niet alleen mogelijk om te parkeren ten behoeve van de eigen woning, maar is het ook mogelijk om een parkeerhof te realiseren, zo nodig met overkapping. Ook is binnen de bestemming 'Gemengd' het realiseren van een parkeergarage onder de zuidvleugel van het bestaande zusterhuis mogelijk gemaakt.

De parkeernorm varieert per type woning; van 1,3 parkeerplaats tot 2,3 per woning. Per saldo is ruim 1,8 parkeerplaats per woning voorhanden. Deze parkeernormen zijn ruimer dan de landelijke parkeernormen uit het CROW. De parkeernormen worden bij de afzonderlijke woonbestemmingen opgenomen waarmee de normen een toetsingskader vormen bij een aanvraag om een omgevingsvergunning.

Binnen de woonbestemming is men verplicht om bij de vrijstaande en geschakelde woningen het parkeren op eigen terrein te organiseren. Het is daarbij niet de bedoeling dat van de twee benodigde plaatsen er één (fictief) wordt gerealiseerd in het verplichte bijgebouw aan de zijkant van de woning. De kans is dan te groot dat de bewoners toch zullen parkeren in het openbaar gebied, omdat het bijgebouw wordt aangewend voor een andere functie, bijvoorbeeld die van opslag. Toch kan zich een situatie voordoen waarbij het noodzakelijk is om de garage (het verplichte bijgebouw) aan te wenden voor de parkeeroplossing. In dat geval kan het college besluiten om af te wijken van de eis dat de twee parkeerplaatsen buiten de bebouwde voorziening worden gerealiseerd.

Om het aantal zichtbare parkeerplaatsen in het openbaar gebied te beperken zijn op diverse plekken kleine afgeschermde parkeerterreintjes, zgn. parkeerpockets, geprojecteerd. Voor de bewoners zijn deze parkeerplaatsen op loopafstand. De parkeerplaats wordt uit het zicht van de openbare ruimte gehouden door middel van een erfafscheiding en een, al of niet overdekte, toegangspoort.