direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Oranjeburgh
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0606.BP0013-0003

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Provinciale structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland'

Op basis van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) moeten gemeenten, provincies en Rijk hun beleid neerleggen in één of meer structuurvisies. De provincie Zuid-Holland heeft op 2 juli 2010 voor de gehele provincie de structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland' vastgesteld. De structuurvisie bevat het ruimtelijk beleid van de provincie tot 2020, met een doorkijk naar 2040. Het accent ligt op sturing vooraf en sturing in kwaliteit. De structuurvisie vervangt de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020 (2004), de streekplannen Zuid-Holland Zuid (2000), -West (2003), -Oost (2003) en Rijnmond (2005) en alle herzieningen en uitwerkingen ervan, evenals de nota Regels voor Ruimte (2006). Daarnaast implementeert de structuurvisie afspraken met de andere Groene Hartprovincies. Het plangebied wordt in de structuurvisie weergegeven als 'stads- en dorpsgebied'.

De provinciale structuurvisie heeft de provinciale belangen met bijbehorende ambities uitgewerkt in de uitvoeringsstrategie. Deze heeft, voor zover relevant voor het voorliggende bestemmingsplan, betrekking op:

  • de concentratie en bundeling van verstedelijking binnen het bestaand stedelijk gebied;
  • een breed en aantrekkelijke aanbod van woonmilieus om aan de veranderde vraag te voldoen;
  • het klimaatbestendig en duurzaam realiseren van nieuwe ontwikkelingen (zie paragraaf 4.10)

Door het opnemen van de bestemming 'Waarde - cultuurhistorie' (paragraaf 4.9) houdt het bestemmingsplan ook rekening met de bescherming van die waarden, zoals bedoeld in paragraaf 4.8.2 van de structuurvisie. Het bestemmingsplan voldoet aan de uitgangspunten van de provinciale structuurvisie.

3.2.2 Provinciale verordening Ruimte

Samen met de structuurvisie is de verordening 'Ruimte, ontwikkelen met schaarse ruimte' vastgesteld. In deze verordening vindt een juridische vertaling plaats van het beleid uit de structuurvisie. De verordening stelt daarbij regels met betrekking tot belangrijke ruimtelijke elementen die een doorwerking moeten hebben in het bestemmingsplan. Voor zover relevant ligt het plangebied binnen de bebouwingscontouren (artikel 2) waarbinnen stedelijke functies zijn toegelaten. Het bestemmingsplan is niet strijdig met de verordening.

3.2.3 Woonbeleid

In 2005 heeft de provincie de 'Woonvisie' tot 2015 gepresenteerd. In deze visie geeft de provincie aan wat haar woonbeleid is voor de jaren 2005-2014. De 'Woonvisie' is gebaseerd op de Nota Mensen Wensen Wonen. In de visie wordt extra nadruk gelegd op het aanbieden van passende woningen aan verschillende doelgroepen. Hierbij worden een aantal 'kwalitatieve accenten' uitgelicht. De provincie streeft naar:

  • 1. realisering van 50% van de nieuwe woningbehoefte door middel van verdichting en/of inbreiding;
  • 2. handhaven van de bestaande sociale voorraad van ongeveer 30% van de totale woningvoorraad;
  • 3. aandacht voor de realisatie van seniorenwoningen, ook om woningen voor starters en doorstromers vrij te maken;
  • 4. differentiatie van stedelijke woonmilieus;
  • 5. aandacht voor de bouw van woningen in het dure landelijke segment.

Het bestemmingsplan maakt door middel van inbreiding een grote variëteit aan nieuwe woningen mogelijk: rijwoningen in diverse prijsklassen, twee-onder-één-kapwoningen, vrijstaande woningen en appartementen en sluit daarmee aan op de streefdoelen van de provincie.