Artikel 11 Wonen - 3
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. wonen in de vorm van gestapelde woningen;
-
b. mantelzorg;
-
c. de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of aan huis verbonden (bedrijfs)activiteit behorende tot categorie 1 of 2 van de als Bijlage 1 bij deze regels opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten, mits de gezamenlijke oppervlakte welke ten behoeve van een beroep of bedrijf aan huis wordt gebruikt niet meer bedraagt dan 30% van de totale oppervlakte van de woning;
-
d. parkeervoorzieningen;
-
e. een (half)verdiepte gebouwde parkeervoorziening, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
met daarbij behorende:
11.2 Bouwregels
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
11.2.1 Regels ten aanzien van hoofdgebouwen
-
a. de hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
-
b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
-
c. de voorgevel van de woning dient in de (voorgevel)rooilijn geplaatst te worden;
-
d. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangeduid;
-
e. de bouwmassa's van het hoofdgebouw worden geleed gebouwd;
-
f. de kap heeft de vorm van een mansardekap of zadeldak, waarbij dakkapellen zijn toegelaten;
-
g. de helling van een kap is minimaal 30 graden en maximaal 60 graden;
-
h. de kap heeft een overstekende dakrand van minimaal 1,0 meter.
11.2.2 Regels ten aanzien van parkeergarages
-
a. een parkeergarage dient, de toegang en in- en uitrit uitgezonderd, binnen het bouwvlak te worden gebouwd,
-
b. voor parkeergarages geldt dat de hoogte, in afwijking van het bepaalde in lid 11.2.1, onder d, niet meer mag bedragen dan 1,5 meter.
11.2.3 Regels ten aanzien van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij hoofdgebouwen
-
a. uitsluitend toegelaten zijn bijgebouwen en vrijstaande overkappingen;
-
b. bijgebouwen en overkappingen dienen achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan te worden gebouwd;
-
c. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen mag maximaal 75 m² bedragen, mits niet meer dan 40% van het zij- en achtererf van het hoofdgebouw wordt bebouwd;
-
d. de goothoogte van bijgebouwen en vrijstaande overkappingen mag niet meer dan 3,0 meter bedragen
-
e. bijgebouwen worden plat afgedekt of met een kap met een minimale hellingshoek van 40 graden.
11.2.4 Regels ten aanzien van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen op een parkeerhof
-
a. ter plaatse van een parkeerhof zijn uitsluitend overkappingen toegelaten;
-
b. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer dan 3,0 meter bedragen.
11.2.5 Regels ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
-
a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2,0 meter bedragen, tenzij deze zijn gelegen vóór de voorgevel of het verlengde daarvan, in welk geval de hoogte niet meer mag bedragen dan 1,0 meter;
-
b. de hoogte van palen en masten mag maximaal 7,0 meter bedragen;
-
c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3,0 meter bedragen.
11.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de goot- en bouwhoogte van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen, ter waarborging van:
-
a. de verkeersveiligheid;
-
b. een evenwichtig ruimtelijk beeld;
-
c. de bezonning, privacy en/of gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen.
11.4 Afwijken van de bouwregels
-
a. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 11.2.1, onder d tot de maximaal toegelaten bouw- en goothoogte als aangegeven in een ander tot het bouwvlak behorend maatgevingsvlak, mits dit stedenbouwkundig gewenst en verantwoord is.
-
b. Burgemeester en wethouders kunnen, indien gebruik wordt gemaakt van de onder a genoemde afwijkingsbevoegdheid, afwijken van het bepaalde in lid 11.2.1, onder e en bepalen dat de bouwmassa niet geleed hoeft te worden gebouwd.
-
c. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 11.2.5, onder a en bepalen dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen gelegen vóór de voorgevel tot een bouwhoogte van 2,0 meter.
11.5 Specifieke gebruiksregels
Voor het parkeren geldt dat dient te worden voorzien in minimaal twee parkeerplaatsen per woning in een parkeergarage of op ten behoeve van het parkeren uitgegeven gronden in de nabijheid van de woning (parkeerhof).
11.6 Afwijken van de gebruiksregels
-
a. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 11.1, onder c voor andere milieubelastende activiteiten dan bedoeld in dit lid, met in achtneming van de volgende regels:
-
1. afgeweken kan worden voor een milieubelastende activiteit die niet behoort tot, of niet genoemd is in, categorie 1 of 2 van de Staat van milieubelastende activiteiten (bijlage 1), mits de betreffende bedrijfsactiviteit naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving gelijk kan worden gesteld met activiteiten als genoemd in categorie 1 of 2;
-
2. niet wordt afgeweken voor geluidzoneringsplichtige inrichtingen en risicovolle inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
-
b. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 11.1 onder c voor een praktijkruimte ten behoeve van een aan huis gebonden beroep of bedrijf, mits wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en de oppervlakte niet meer bedraagt dan 40% van de totale oppervlakte van de woning.