direct naar inhoud van 6.2 Bestemmingen
Plan: West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0606.BP0002-0002

6.2 Bestemmingen

6.2.1 Bedrijf

De in het plangebied aanwezige bedrijven hebben de bestemming 'Bedrijf' gekregen. Gelet op de specifieke bedrijfsactiviteiten hebben de benzinestations aan de Nieuwe Haven en de Vlaardingerdijk de nadere aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' gekregen. Boven het benzinestation en garagebedrijf aan de Nieuwe Haven is de bestaande bowlingbaan middels een aanduiding op de verbeelding positief bestemd. Binnen de andere bestemmingen zijn bedrijven ter plekke van de aanduiding 'bedrijf' toegelaten. Op deze locaties zijn bedrijven toegelaten met een beperkte milieubelasting, welke in overeenstemming is met de woonomgeving. Voor nutsvoorzieningen is een afzonderlijke bestemming 'Bedrijf - nutsvoorziening' opgenomen.

6.2.2 Cultuur en ontspanning

De in het plangebied aanwezige (grotere) speeltuinen en -plekken zijn bestemd als 'Cultuur en ontspanning - Speeltuin'. Dit betreft de speeltuinen en -plekken als opgesomd in paragraaf 2.4.4.

6.2.3 Gemengd

De bebouwing langs het Rubensplein, en in mindere mate de Aleidastraat en Sint Liduinastraat, zijn bestemd als 'Gemengd - 1'. Deze bebouwing kenmerkt zich door de aanwezigheid van een winkel- of bedrijfsruimte op de begane grond met daarboven woningen. Bebouwing waar ook sprake is van bedrijfsruimten op de verdieping, zoals de bebouwing langs een deel van de Westerkade en Van Ostadelaan, zijn bestemd als 'Gemengd - 2'. De bestemmingen 'Gemengd' voorzien in het behoud van het gemengde karakter van deze bebouwing, waarbij voldoende vrijheid wordt geboden voor onderlinge uitwisseling tussen de toegelaten gebruiksvormen (bedrijven, dienstverlening, detailhandel, horeca, maatschappelijke voorzieningen en wonen).

6.2.4 Groen

De structurerende groenvoorzieningen in het plangebied zijn bestemd als 'Groen - 1'. Binnen deze bestemming zijn ondergeschikte watergangen, watervoorzieningen, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden toegestaan. Kleinere groenelementen zijn bestemd binnen 'Verkeer - verblijfsgebied'.

De belangrijkste groenstructuur, het Juliana- en Volkspark, heeft de bestemming 'Groen - 2' gekregen. Het bestemmen op deze manier is gebaseerd op het bestemmingsplan 'Groene Long 2007'. Binnen de bestemming 'Groen - 2' worden de aanwezige natuur- en landschapswaarden behouden. Voet- en fietspaden ten behoeve van extensieve recreatie zijn binnen deze bestemming toegestaan.

6.2.5 Horeca

Het restaurant aan de Admiraal de Ruyterstraat is bestemd als 'Horeca'. Dit geldt eveneens voorpool- en snookercafé De Ketel aan de Westfrankelandsestraat 11 en hotel-café The Windmill aan de Vlaardingerdijk 1. Ter plaatse is lichte en middelzware horeca mogelijk. Ter plaats van hotel-café The Windmill is tevens een hotel toegelaten. Lichte horeca is eveneens toegelaten binnen de bestemming 'Gemengd - 1'.

6.2.6 Kantoor

De kantoorpanden aan de Westerkade 18-20, Juliana van Stolbergstraat 6, Tielman Oemstraat 1 en Nassaulaan 72 hebben de bestemming 'Kantoor'. Op het perceel is een bouwvlak getekend waar het kantoorpand binnen moet staan. Tevens is voor dit pand een maximale bouwhoogte opgenomen. Kleinschalige kantoren zijn toegelaten binnen de woonbestemming ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' toegelaten.

6.2.7 Maatschappelijk

De maatschappelijke voorzieningen die in het plangebied aanwezig zijn, zoals de verschillende religieuze voorzieningen, onderwijsinstellingen, het wijkcentrum en het uitvaartcentrum hebben de bestemming 'Maatschappelijk'. Een specifieke bestemmingsregel is opgenomen voor zorginstellingen ('Maatschappelijk - zorginstelling').

6.2.8 Sport

De tennis- en sportvelden aan de Stadhouderslaan zijn bestemd als 'Sport'.

6.2.9 Tuin

De bestemming 'Tuin' is opgenomen om te voorkomen dat daar waar voortuinen aanwezig zijn deze volgebouwd worden. Toegestaan zijn kleine bijgebouwen en ondergeschikte bouwdelen behorende tot het op de aangrenzende bestemming gelegen hoofdgebouw. Deze regeling geldt eveneens voor de tuinen behorende bij de woonschepen welke in de Westerhaven zijn toegelaten.

6.2.10 Verkeer

Er is een onderscheid gemaakt in wegen met voornamelijk een stroomfunctie en wegen die als verblijfsgebied zijn ingericht. De gebieden waar de verblijfsfunctie overheerst, zijn als 'Verkeer - verblijfsgebied' bestemd. De Burgemeester van Haarenlaan, Burgemeester Knappertlaan en het in het verlengde daarvan gelegen deel van de Vlaardingerdijk, wegen met een stroomfunctie, zijn bestemd als 'Verkeer'.

Het bovengronds gelegen deel van het tracé van de metroverbinding tussen Schiedam en de zuidelijke Maasoever is bestemd als 'Verkeer - railverkeer'. Het ondergrondse deel van het tracé is binnen verschillende andere bestemmingen aangeduid middels de aanduiding 'railverkeer'.

6.2.11 Water

Binnen diverse bestemmingen mogen watergangen en -partijen gerealiseerd worden. De belangrijkste watergangen zijn echter in de bestemming 'Water' opgenomen. Het is binnen deze bestemming toegestaan om bruggen en duikers te realiseren. De oevers binnen deze bestemming kunnen op een ecologische wijze ingericht worden. Binnen deze bestemming is ter plaatse van de aanduiding een gemaal toegelaten.

Een bijzondere functie binnen deze bestemming betreffen de woonschepenligplaatsen in de Westerhaven. Ten behoeve van de woonschepen is een bouwregeling opgenomen. Daarnaast geldt voor woonschepen dat ter plaatse van de aansluitende bestemming 'Tuin' bijgebouwen zijn toegelaten.

6.2.12 Wonen

De woningen zijn bestemd als 'Wonen - 1 t/m 4'. Het verschil in de bestemmingen is gebaseerd op de verschillende woningtypologieën. 'Wonen - 1' betreft vrijstaande woningen, 'Wonen - 2' geschakelde en 2-onder-1 kapwoningen, 'Wonen - 3' aaneengesloten woningen en 'Wonen - 4' gestapelde woningbouw. Binnen de woonbestemming is een bouwvlak opgenomen, waarbinnen de woning mag worden gebouwd. Voor de woningen is in alle gevallen een maximale goot- en/of bouwhoogte opgenomen. De gronden mogen worden gebruikt als erf, tuin en ontsluitingsweg.

6.2.12.1 Aan- en bijgebouwen

Binnen de woonbestemmingen wordt een onderscheid gemaakt tussen aan- en bijgebouwen. Een aanbouw is een aan een woning (hoofdgebouw) gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan de woning. Een bijgebouw betreft een bij een woning behorend vrijstaand gebouw, zoals een garage, berging of hobbyruimte.

6.2.12.2 Mantelzorg

Landelijk is maatschappelijk draagvlak gegroeid voor het creëren van woonruimte in of bij een bestaande woning welke het voor de bewoners van een woning mogelijk maakt (tijdelijk) mantelzorg te verlenen aan iemand die deze zorg nodig heeft. Deze behoefte is ontstaan uit de wens van hulpbehoevenden om in een vertrouwde omgeving de vereiste hulp te krijgen en de wil van familie of vrienden om deze hulp te geven. Om deze reden wordt mantelzorg binnen de woonbestemming toegelaten.

Mantelzorg is gedefinieerd als het bieden van zorg op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband in de vorm van inwoning in een aan- of bijgebouw. Mantelzorg mag daarmee in de eerste plaats niet plaatsvinden in het kader van de beroepsuitoefening of door zorgorganisaties. Daarnaast mag mantelzorg niet leiden tot een toename van het aantal zelfstandige woonruimten. Om deze reden is mantelzorg slechts toegelaten in de vorm van inwoning wat een sterke mate van afhankelijkheid en verbondenheid veronderstelt. De regeling voor aan- en bijgebouwen biedt voldoende ruimte om te voorzien in de behoefte aan afhankelijke woonruimte.

6.2.12.3 Beroep of bedrijf aan huis

In de regels wordt onderscheid gemaakt tussen beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten in de woning en de bijbehorende bijgebouwen:

  • bij beroepsmatige activiteiten gaat het met name om de 'vrije beroepen';
  • bij bedrijfsmatige activiteiten gaat het om kleinschalige vormen van bedrijfsmatige activiteiten, niet zijnde dienstverlening, en het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid.

Hoewel het realiseren van een praktijkruimte binnen een woning niet op ruimtelijke en fysieke bezwaren stuit, dient voorkomen te worden dat overlast voor omwonenden ontstaat, omdat bijvoorbeeld het verkeerssysteem niet inspeelt op andere functies en de gevolgen van die andere functies. Daarom wordt in de regels een aantal beperkingen opgenomen en zijn detailhandel en horeca niet toegelaten.

Binnen de woonbestemmingen is het gebruik van de woning en bijgebouwen ten behoeve van beroeps- en/of bedrijfsuitoefening aan huis tot maximaal 30% van de vloeroppervlakte toegestaan. Verder is onder meer bepaald dat geen onevenredige afbreuk mag worden gedaan aan de woonomgeving en dat de activiteit moet worden uitgeoefend door de bewoner van het pand. De bedrijfsmatige activiteiten worden beperkt tot de milieucategorieën 1 en 2 omdat deze activiteiten geen afbreuk doen aan de woonomgeving.

6.2.12.4 Functieaanduidingen

Ter plaatse van de aanduiding 'garage' is een cluster van garageboxen toegelaten ten behoeve van elders gelegen woningen. Garages en bergplaatsen die op hetzelfde perceel als de woning liggen vallen onder de aan- en bijgebouwenregeling. Ter plaatse van de aanduidingen 'kantoor', 'opslag' en 'praktijkruimte' zijn naast de woonfunctie de betreffende functies op de begane grond toegestaan.