Plan: | Hekendorperweg 36 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0589.1579000-VA01 |
Normstelling en beleid
Volgens artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak.
In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.
Ten behoeve van ruimtelijke plannen dient ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, te worden verricht. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging dient het volledig verkennend bodemonderzoek te worden verricht.
Onderzoek en conclusie
In 2008 is ter plaatse van het plangebied een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (van der Poel Consult bv, juli 2008, zie Bijlage 3). Vanwege de overschrijding van de tussen- en interventiewaarden van PAK, minerale olie, koper, lood, zink, arseen en asbest is een aanvulling op het verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (van der Poel Consult bv, september 2008, zie Bijlage 4). Door IDDS is vervolgens nader bodemonderzoek verricht om te bepalen of er sprake is van een saneringssituatie (IDDS bv, 5 december 2011, zie Bijlage 5).
Verontreinigingssituatie
Op de locatie is sprake van twee gevallen van ernstige bodemverontreiniging:
Tevens is op de locatie verontreinigd verhardingsmateriaal aanwezig dat zal moeten worden afgevoerd naar een erkend verwerker. Bovendien bevat een groot deel van de te slopen bebouwing asbest.
Bodemgeschiktheid
In verband met de voorgenomen herinrichting en bestemmingswijziging is het uitvoeren van een bodemsanering noodzakelijk. De provincie Utrecht heeft op 3 oktober 2012 door middel van een beschikking ingestemd met het saneringsplan (IDDS, saneringsplan, 20 juni 2012) betreffende de twee gevallen van ernstige bodemverontreiniging. Na sanering zal de bodem geschikt zijn voor wonen met tuin waardoor er geen sprake meer zal zijn van eventuele risico's voor mens, het ecosysteem en verspreiding.
Conclusie
Na sanering zal de bodem geschikt zijn voor de functie wonen met tuin. Het aspect bodem staat de vaststelling van dit bestemmingsplan dan ook niet in de weg.