direct naar inhoud van 4.10 Ecologie
Plan: Hekendorperweg 36
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0589.1579000-VA01

4.10 Ecologie

Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur de uitvoering van het plan niet in de weg staan.

Om dit te bepalen is een bureauonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is opgenomen in Bijlage 8. De conclusie van het bureauonderzoek is dat nader onderzoek naar beschermde soorten noodzakelijk was. De rapportage van het nader onderzoek is opgenomen in Bijlage 9. In deze paragraaf zijn de belangrijkste conclusies van beide onderzoeken opgenomen.

Gebiedsbescherming

Het plangebied maakt geen deel uit van de EHS of natuur- of groengebieden met een beschermde status, zoals Natura 2000. Het Natura 2000-gebied 'Broekvelden, Vettenbroek en Polder Stein' ligt ruim 4 km ten westen van het plangebied. Langs de Hollandsche IJssel ligt een ecologische verbindingszone. Gezien de relatief grote afstand en tussenliggende geluidsbronnen en de aard van de ontwikkeling kan worden uitgesloten dat de planontwikkeling negatieve effecten heeft op het Natura 2000-gebied. De ontwikkeling heeft ook geen invloed op het functioneren van de ecologische verbindingszone ten zuiden van de Hekendorperweg. De Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie staan de uitvoering van het plan dan ook niet in de weg.

Soortenbescherming

Uit het quickscan bleek dat in het plangebied beschermde soorten voor kunnen komen. Op basis van deze conclusie is nader onderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek is gebleken dat:

  • het plangebied van enig belang is als foerageergebied voor gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis en laatvlieger. Deze vleermuizen komen vanuit het noordwestelijk deel van Oudewater via een vaste route (vliegroute). Het is aannemelijk dat deze route behouden blijft bij realisatie van de plannen en dat tevens de foerageerplaatsen blijven behouden. Het plangebied wijzigt namelijk niet structureel. Effecten op vleermuizen worden derhalve niet voorzien;
  • er zijn geen biotopen aangetroffen van vogelsoorten waarvan de nesten jaarrond zijn beschermd. Als er middels het toepassen van de zorgplicht voor wordt gezorgd dat er geen broedende vogels worden verstoord zijn er geen belemmeringen voor de uitvoering van het plan;
  • verder zijn geen soorten aangetroffen waarvoor een ontheffing nodig is.

De ontwikkelingen in het plangebied zullen derhalve niet resulteren in overtreding van de Flora- en faunawet voor matig en zwaar beschermde soorten. De Flora- en faunawet staat de uitvoering van het plan dan ook niet in de weg.