direct naar inhoud van 4.5 Bodem
Plan: Julianastraat Puttershoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0585.BPPTHjulianastraat-VG01

4.5 Bodem

Normstelling en beleid

Op grond van het Bro dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat, indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt voor de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Voor een nieuw geval van bodemverontreiniging geldt, in tegenstelling tot oude gevallen (voor 1987), dat niet functiegericht, maar in beginsel volledig moet worden gesaneerd. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur te worden gerealiseerd op een bodem die geschikt is voor het beoogde gebruik.

Onderzoek

Door bureau IDDS is in opdracht van HW Wonen een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd conform NEN 5740 (bijlage 4). Uit dit onderzoeksrapport blijkt dat in de bovengrond plaatselijk bijmengingen met bodemvreemd materiaal (puin en dergelijke) zijn waargenomen. In het opgeboorde materiaal zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen waargenomen. De bovengrond is licht verontreinigd met cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, nikkel, zink, PAK en PCB's en is niet verontreinigd met overige onderzochte zware metalen en minerale olie.

In de ondergrond zijn plaatselijk eveneens bijmengingen met bodemvreemd materiaal waargenomen. Er zijn zintuiglijk geen asbestverdacht materialen waargenomen. De ondergrond is licht verontreinigd met kobalt, lood, nikkel, zink en PAK en is niet verontreinigd met de overige onderzochte zware metalen, PCB's en minerale olie.

In het grondwater zijn verontreinigingen met barium en xylenen aangetroffen, het grondwater is niet verontreinigd met de overige onderzochte zware metalen, PCB's en minerale olie.

Conclusie

Uit het verkennend bodemonderzoek blijkt dat er binnen het plangebied overschrijdingen van de achtergrondwaarden en streefwaarden voorkomen voor enkele van de onderzochte stoffen in de bovengrond, de ondergrond en het grondwater. De gemeten waarden zijn echter zo gering, dat aanvullend onderzoek naar het voorkomen van deze stoffen in de bodem op grond van de Wbb niet noodzakelijk is. Geconcludeerd wordt dat de kwaliteit van de bodem de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staat, er zijn geen beperkingen voor de voortzetting van de het huidige gebruik.