direct naar inhoud van 4.9 Luchtkwaliteit
Plan: Poortwijk fase III
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0584.BPWONEN2010009-VG99

4.9 Luchtkwaliteit

Beleid en normstelling

Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 4.3 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.

Tabel 4.3 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk

stof   toetsing van   grenswaarde   geldig  
stikstofdioxide (NO2)   jaargemiddelde concentratie   60 µg/m³   2010 tot en met 2014  
  jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   vanaf 2015  
fijn stof (PM10)1)   jaargemiddelde concentratie   48 µg/m³   tot en met 10 juni 2011  
  jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   vanaf 11 juni 2011  
  24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 75 µg/m³   tot en met 10 juni 2011  
  24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg/m³   vanaf 11 juni 2011  

1) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).

Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:

  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a);
  • de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1);
  • bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2);
  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht (lid 1 onder c);
  • het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d).

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van ruimtelijke plannen uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse van het projectgebied.

Besluit Niet in betekenende mate (nibm)

In het Besluit nibm en de bijbehorende regeling is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit kan het geval zijn wanneer een project een effect heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10.

Besluit gevoelige bestemmingen luchtkwaliteitseisen

Op grond van het Besluit gevoelige bestemmingen luchtkwaliteitseisen wordt de ontwikkeling van 'gevoelige bestemmingen', zoals een school, in de nabijheid van snelwegen en provinciale wegen beperkt. Wanneer de grenswaarden voor fijn stof en stikstofoxide (dreigen te) worden overschreden binnen een zone van 300 m rond rijkswegen en 50 m rond provinciale wegen mag het aantal blootgestelden als gevolg van een ontwikkeling van een gevoelige bestemming niet toenemen. Voor bestaande gevoelige bestemmingen is een eenmalige toename van 10% van het totale aantal blootgestelden toegestaan.

Onderzoek

Het voorliggende plan maakt de ontwikkeling mogelijk van circa 260 woningen, een wijkwinkelcentrum, een zogenaamde brede school inclusief BSO en kinderdagverblijf en maatschappelijke voorzieningen waaronder mogelijk een regionale school voor bijzonder onderwijs. Gelet op de omvang van de ontwikkeling zijn, mede vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening, de effecten op de luchtkwaliteit in de omgeving van het plangebied beoordeeld.

In bijlage 5 is daarom een luchtkwaliteitsonderzoek opgenomen waarin indicatieve berekeningen zijn uitgevoerd naar de luchtkwaliteit langs de maatgevende wegen Stougjesdijk en Kwakscheweg. Uitkomst van het onderzoek is dat de berekende waarden voor NO2 en PM10 ruim beneden de grenswaarden liggen. Voor de beoogde schoollocaties, die zijn gelegen op een afstand van circa 40 m van de rand van de weg, geldt dat wordt voldaan aan de besluit gevoelige bestemmingen aangezien er geen sprake is van een dreigende overschrijding van de grenswaarden. Gelet op de berekende concentraties direct langs de Kwakscheweg is ter plaatse van de schoollocaties is sprake van een goed leef- en verblijfsklimaat.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat het aspect luchtkwaliteit de uitvoering van het plan niet in de weg staat. Vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit is sprake van een goed woon- en leefklimaat.