direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Mossenest
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0576.BP201200019-0003

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van agrarische bedrijfsdoeleinden ten behoeve van volwaardige agrarische bedrijven gericht op tuinbouw en de bollenteelt, inclusief één bedrijfswoning per volwaardig agrarisch bedrijf;
  • b. een agrarisch handels- en exportbedrijf: ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch handels- en export bedrijf';
  • c. aan-huis-verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, voor zover het vloeroppervlak ten behoeve van de laatstbedoelde activiteiten niet meer bedraagt dan 30% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw, inclusief aan- en uitbouwen, met een maximum van 30 m²;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals tuinen, erven, terreinen, groenvoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
3.1.1 Ten behoeve van het toegestane gebruik zijn op en in deze gronden toegelaten:
  • a. gebouwen;
  • b. aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen hoofdgebouwen ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. hoofdgebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd binnen bouwvlakken;
  • b. per gebied, voorzien van een bouwvlak, mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van één agrarisch bedrijf worden gebouwd;
  • c. de maximale goot- en bouwhoogte is aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)';
  • d. de bouwhoogte, voor zover niet ter plaatse aangeduid, van kassen of warenhuizen bedraagt maximaal 8 m;
  • e. totale oppervlakte van de bedrijfsgebouwen niet meer bedraagt dan 240 m² per één hectare door het desbetreffende bedrijf geëxploiteerde oppervlakte cultuurgrond, met dien verstande dat:
    • 1. totale oppervlakte van de bedrijfsgebouwen niet meer mag bedragen dan 3.000 m²;
    • 2. totale oppervlakte van de bedrijfsgebouwen tenminste 500 m² mag bedragen.
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch handels- en export bedrijf' bedraagt de maximale oppervlakte bedrijfsgebouwen 2.400 m²;
  • g. de totale glasoppervlakte maximaal 3.000 m² bedraagt;
  • h. de afstand van een vrijstaand hoofdgebouw respectievelijk blok van aaneengebouwde hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt tenminste 3 m, dan wel een kleinere afstand indien daarvan sprake is in bestaande situatie;
  • i. per bouwvlak maximaal één bedrijfswoning met aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen is toegestaan, uitgezonderd de locatie op de verbeelding aangeduid met 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch handels- en export bedrijf', met dien verstande dat:
    • 1. de woning gebouwd wordt op een afstand van ten hoogste 25 m van de bedrijfsbebouwing;
    • 2. de inhoud van de woning minimaal 350 m³ bedraagt en maximaal 750 m³;
    • 3. de goothoogte van de bedrijfswoning maximaal 4,5 m bedraagt;
    • 4. de bouwhoogte van de bedrijfswoning maximaal 8 m bedraagt;
    • 5. de woning uitsluitend zal dienen ter huisvesting van de persoon (en van diens gezin) die een volledige of nagenoeg volledige dagtaak op het desbetreffende agrarische bedrijf heeft.
3.2.2 Aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen maximaal 3 m bedraagt, tenzij anders is aangegeven;
  • b. de gronden buiten het bouwvlak onbebouwd blijven en;
  • c. de goothoogte van aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw en;
  • d. de diepte van aan- en uitbouwen maximaal 3 m bedraagt, gemeten uit de oorspronkelijke achtergevelbouwgrens en;
  • e. het gezamenlijk grondoppervlak aan bijgebouwen bij vrijstaande of halfvrijstaande woningen maximaal 50 m2 bedraagt en;
  • f. voor zover de bestaande maatvoering van aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen afwijkt van het bepaalde in dit sublid, mag deze bebouwing worden gehandhaafd waarbij de bestaande maatvoering als maximale maatvoering geldt.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met inachtneming van het gestelde in sublid 21.2.3.

3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Verboden gebruik

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan:

  • a. Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor het bedrijfsmatig vervaardigen, verwerken of herstellen van goederen en/of be- of verwerken van producten, tenzij sprake is van het be- en verwerken (o.a. verkoopklaar maken) van agrarische producten afkomstig van het eigen agrarisch bedrijf.