Plan: | Nieuwe Duinstraat |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0576.BP200900004-0003 |
Inleiding
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van ruimtelijke plannen uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens, tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse van het projectgebied.
Toetsingskader
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 4.3 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.
Tabel 4.3 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk
stof | toetsing van | grenswaarde | geldig |
stikstofdioxide (NO2) | jaargemiddelde concentratie | 60 µg/m³ | 2010 tot en met 2014 |
jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 2015 | |
fijn stof (PM10)1) | jaargemiddelde concentratie | 48 µg/m³ | tot en met 10 juni 2011 |
jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 | |
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer p.j. meer dan 75 µg/m³ | tot en met 10 juni 2011 | |
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 |
Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:
Besluit niet in betekenende mate (nibm)
In het Besluit nibm en de bijbehorende regeling is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit kan het geval zijn wanneer een project een effect heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10.
Onderzoek
Het voorliggende plan maakt de ontwikkeling van 59 woningen mogelijk. Ten opzichte van de bestaande situatie is sprake van een afname van 7 woningen. Het plan heeft geen (tot een zeer beperkt) verhoogde verkeersaantrekkende werking tot gevolg waardoor het Besluit nibm van toepassing is. Dit betekent dat toetsing aan de grenswaarden achterwege kan blijven, de bijdrage aan de concentraties van luchtverontreinigende stoffen is zeer minimaal en zal in geen geval meer dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarden bedragen. Wel dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening een afweging plaats te vinden ten aanzien van de luchtkwaliteit ter plaatse. In de directe omgeving van het plangebied ligt de N206 die gezien de verkeersintensiteiten een maatgevende weg voor luchtkwaliteit vormt. Als de concentraties in de nabije omgeving van de N206 voldoen aan de grenswaarden zal er in het plangebied ook aan voldaan worden. De concentraties worden immers lager naarmate de afstand tot de weg toeneemt, Uit de saneringstool (www.saneringstool.nl) blijkt dat de jaargemiddeldeconcentratie van stikstofdioxide 23,20 µg/m³ bedraagt in 2011. Voor fijn stof gaat het voor datzelfde jaar om een jaargemiddeldeconcentratie van 23,00 µg/m³. De concentraties voldoen hiermee ruimschoots aan de grenswaarden die zijn gesteld in de Wlk.
Conclusies
Er wordt geconcludeerd dat de Wlk de realisatie van het plan niet in de weg staat. Uit het oogpunt van luchtkwaliteit is er sprake van een goed woon- en leefmilieu ter plaatse van de beoogde ontwikkeling.