direct naar inhoud van 4.8 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Offem-Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0575.BPOffemZuid-VA01

4.8 Archeologie en cultuurhistorie

4.8.1 Archeologie

Sinds 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) van toepassing. Dit is een herziening van de Monumentenwet 1988. Met deze herziening zijn de belangrijkste bevoegdheden aangaande de archeologie bij de gemeente neergelegd. De gemeenteraad is op grond van de Monumentenwet verplicht bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening te houden met de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden.

De gemeente Noordwijk heeft in verband met de verplichting tot het inzichtelijk maken van de archeologische waarden binnen de gemeente een archeologische waardenkaart en beleidsadvieskaart laten opstellen (zie paragraaf 3.3.2).

Het plangebied ligt op basis van deze gemeentelijke beleidskaart in een zone met een hoge verwachtingswaarde, middelhoge verwachtingswaarde en een lage archeologische verwachtingswaarde.

Archeologische inventarisatie
Voor de bescherming van de archeologische waarden in het plangebied is door Transect een archeologische inventarisatie uitgevoerd. De inventarisatie 'Archeologische inventarisatie en Advies, Actualisatie bestemmingsplan, plangebied Offem-Zuid Gemeente Noordwijk, 25 april 2012' is als bijlage 9 aan het bestemmingsplan toegevoegd.

De inventarisatie is in belangrijke mate gebaseerd op het archeologische onderzoek uit 2001 dat door RAAP is uitgevoerd. Uit het onderzoek uit 2001 blijkt dat het plangebied een hoge archeologische verwachting heeft voor wat betreft vindplaatsen uit het Neolithicum (5300-2000 voor Chr.) tot en met de Nieuwe tijd (1500 – 1950 na Chr.).

Archeologische resten worden verwacht in de top van strandwal- en Oude Duin-afzettingen. Deze liggen naar verwachting direct aan het maaiveld, dan wel zeer ondiep. Aangezien reeds in 2001 is vastgesteld dat het hier om een archeologisch waardevol gebied gaat, is het noodzakelijk om de gegevens uit 2001 voor zo ver als mogelijk te completeren. Om de archeologische gegevens voor het plangebied volledig te maken worden in de archeologische inventarisatie de volgende drie acties geadviseerd:

  • 1. Aanvullend booronderzoek
    Omdat niet het gehele gebied is onderzocht word geadviseerd om de ontbrekende delen alsnog te onderzoeken door middel van een karterend booronderzoek. Geadviseerd wordt om gelijktijdig ook een aantal controle boringen te zetten in het reeds onderzochte gebied, om te bepalen of de bodem hier nog in tact is.
  • 2. Waarderende proefsleuven onderzoek op Oude Duinen op strandwallen
    Gezien de aanwezigheid van twee vindplaatsen in de top van de Oude Duinen en de kans op het voorkomen van meer (kleine) vindplaatsen, wordt aanbevolen om in de zone met Oude Duinen (omvang circa elf ha) een aanvullend waarderend archeologisch onderzoek te laten plaatsvinden in de vorm van proefsleuven. Dit onderzoek is gericht op het vaststellen van (kleine) archeologische vindplaatsen in het gebied en anderzijds op het bepalen van de waarde en de omvang van de twee reeds bekende en eventueel nieuw ontdekte vindplaatsen.
  • 3. Waarderend booronderzoek op de Strandvlakten
    Van de twee geïsoleerde vondsten in de strandvlakten is de waarde en omvang onduidelijk. Aanbevolen wordt deze twee vindplaatsen door middel van een waarderend booronderzoek te onderzoeken. Op basis van het aanvullende archeologische onderzoek kan bepaald worden of behoud van archeologische vindplaatsen mogelijk is door plan-inpassing of -aanpassing. Indien dit niet het geval is, kan in overleg met het bevoegd gezag worden bekeken of vindplaatsen in aanmerking komen voor een vervolgonderzoek. Een dergelijk onderzoek kan bestaan uit archeologische begeleiding tijdens de bouwwerkzaamheden of een volledige archeologische opgraving.

Archeologisch vervolgonderzoek
Om invulling te geven aan de bovenstaande adviezen is door Transect een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek 'Noordwijk, Offem-Zuid Gemeente Noordwijk (Zuid-Holland), Inventariserend veldonderzoek (IVO; verkennende en karterende fase), 21 november 2012' is als bijlage 10 aan het plan toegevoegd. Het onderzoek richt zich op twee gebieden in het plangebied. Het eerste gebied (ad 1) betreft het nog niet onderzochte deel van het plangebied en het tweede onderzoeksgebied (ad 3) betreft het gebied waar vindplaatsen waren aangetroffen.

Op basis van het onderzoek kan voor onderzoeksgebied 1 worden geconcludeerd dat er een hoge verwachting is voor het aantreffen van archeologische vindplaatsen voor de periode Midden-Bronstijd – Vroege Middeleeuwen. Deze verwachting is met name gebaseerd op het voorkomen van (deels onverstoorde) duinen en begraven bodems in combinatie met de archeologische resultaten rondom het gebied.

Voor onderzoeksgebied 2 zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen, die wijzen op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats. Er is wel scherfmateriaal waargenomen, maar deze bevindt zich in een zandpakket, dat vermoedelijk in recent verleden in het terrein is opgebracht ten behoeve van bollenteelt. De aanwezigheid van modern materiaal als plastic, aluminiumfolie en zilverpapier, vormen hiervoor een aanwijzing.

Conclusie
Op basis van de uitgevoerde onderzoeken is voor het gehele plangebied een reconstructie van het kustlandschap opgesteld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0575.BPOffemZuid-VA01_0016.jpg"

Afbeelding - Reconstructie kustlandschap in het plangebied

Conform deze reconstructie is voor de gebieden die deel uitmaken van de zone Oude Duinen en Strandwal (oranje), Oude Duinen in strandvlakte (geel) en het onderzoeksgebied 1 een dubbelbestemming archeologie opgenomen. In de regels gekoppeld aan deze dubbelbestemming zijn bepalingen opgenomen waarmee onderzoek verplicht is voorafgaand aan bepaalde werkzaamheden.

Voor de gronden die deel uitmaken van de zone Strandvlakte (blauw) en het onderzoeksgebied 2 hoeft in de toekomst geen nader archeologisch onderzoek worden uitgevoerd. Deze gebieden zijn vrijgegeven voor ontwikkeling. Al geldt ten allen tijde de meldingsplicht conform artikel 53 van de Monumentenwet 1988.

4.8.2 Cultuurhistorie

De Achterweg die het plangebied doorsnijdt, is een oude route met een cultuurhistorisch belang. Inclusief de dubbele haakse aansluiting op de Nachtegaalslaan betreft het een structuur die tenminste 400 jaar ongewijzigd is gebleven. Bij de toekomstige planontwikkeling wordt rekening gehouden met de ligging van Achterweg. De Achterweg heeft geen verkeersbestemming gekregen, omdat dit in het geldende bestemmingsplan ook niet het geval was.