direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch - Bedrijfswoning
Plan: Glastuinbouw
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0569.BPGlastuinbouw-va02

Artikel 4 Agrarisch - Bedrijfswoning

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Bedrijfswoning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een agrarische bedrijfswoning;

met de daarbij behorende

  • b. bebouwing, erven, in- en uitritten, bedrijfsgronden en voorzieningen waaronder begrepen water- en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals sloten, greppels, watergangen, oppervlaktewaterberging, bruggen en duikers;

alsmede voor:

  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-plattelandswoning', een plattelandswoning zoals bedoeld in de Wet Plattelandswoningen.
4.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

4.2.1 Algemeen
  • a. een bestaande en/of nieuwe bedrijfswoning is uitsluitend toelaatbaar indien het bouwplan in overeenstemming is met de toegelaten bedrijfsvoering en indien het noodzakelijk is voor een doelmatige, duurzame agrarische bedrijfsvoering;
  • b. alvorens een omgevingsvergunning te verlenen, wint het bevoegd gezag advies in bij een agrarisch deskundige wat betreft de noodzaak en doelmatigheid van het bouwplan, alsmede duurzaamheid, aard en omvang van de bedrijfsvoering (deeltijd, reëel en volwaardig);
  • c. de agrarische toets onder a en b is niet van toepassing ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-plattelandswoning'.

4.2.2 Bedrijfswoning
  • a. per bestemmingsvlak is niet meer dan het bestaande aantal bedrijfswoningen toegestaan;
  • b. indien de bestaande afstand van de bedrijfswoning tot de niet tot het eigen bedrijf behorende bedrijfsgebouwen minder dan 25 meter bedraagt, mag deze niet verder worden verkleind;
  • c. de inhoud van een bedrijfswoning, mag niet meer dan bedragen 750 m3 (exclusief bijbehorende bouwwerken);
  • d. de goothoogte van het hoofdgebouw van de bedrijfswoning mag niet meer dan 6 meter bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 10 meter.

4.2.3 Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning
  • a. bijbehorende bouwwerken dienen ten minste 3 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag per bedrijfswoning niet meer bedragen dan 80 m²;
  • c. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 meter en de bouwhoogte niet meer dan 5,5 meter.
4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag voor de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer dan 1 meter bedragen en achter de voorgevel van het hoofdgebouw voor erfafscheidingen maximaal 2 meter en voor overige bouwwerken geen gebouwen zijnde achter de voorgevel maximaal 3 meter.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.2, onder b, en een kleinere afstand van de bedrijfswoning tot de niet tot het eigen bedrijf behorende bedrijfsgebouwen toestaan, mits deze afstand ten minste 10 meter bedraagt en het desbetreffende agrarische bedrijf daardoor niet in zijn bedrijfsvoering wordt belemmerd.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-plattelandswoning' mag de voormalige agrarische bedrijfswoning worden gebruikt voor bewoning door een huishouden zonder functionele binding met het desbetreffende agrarische bedrijf, overeenkomstig het bepaalde in de Wet Plattelandswoningen.

4.5 Wijzigingsbevoegdheid

4.5.1 Wijziging bedrijfswoning naar wonen

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch - Bedrijfswoning na beëindiging van de functie als bedrijfswoning geheel of gedeeltelijk wijzigen in de bestemming 'Wonen', 'Tuin' en/of 'Water', mits:

  • a. de desbetreffende woning niet meer als bedrijfswoning functioneert;
  • b. de bereikbaarheid van het achterliggende agrarische bedrijf is gewaarborgd;
  • c. de omliggende agrarische bedrijven daardoor niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten', geen gebruik kan worden gemaakt van deze wijzigingsbevoegdheid;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'luchthavenverkeerzone-lib' een verklaring van geen bezwaar volgens artikel 8.9 van de Luchtvaartwet is verkregen.

4.5.2 Wijziging plattelandswoning naar wonen

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch - Bedrijfswoning met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning', geheel of gedeeltelijk wijzigen in de bestemming 'Wonen', 'Tuin' en/of 'Water', mits:

  • a. de omliggende agrarische bedrijven daardoor niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd;
  • b. de bereikbaarheid van het achterliggende agrarische bedrijf is gewaarborgd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten', geen gebruik kan worden gemaakt van deze wijzigingsbevoegdheid;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'luchthavenverkeerzone-lib' een verklaring van geen bezwaar volgens artikel 8.9 van de Luchtvaartwet is verkregen.

4.5.3 Wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch - Bedrijfswoning na beëindiging van de functie als bedrijfswoning wijzigen in die zin dat de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning' wordt aangebracht, mits:

  • a. de desbetreffende woning niet meer als bedrijfswoning functioneert;
  • b. de desbetreffende bedrijfswoning als plattelandswoning in gebruik wordt genomen zoals bedoeld in de Wet Plattelandswoningen;
  • c. de bereikbaarheid van het achterliggende agrarische bedrijf is gewaarborgd;
  • d. de omliggende agrarische bedrijven daardoor niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten', geen gebruik kan worden gemaakt van deze wijzigingsbevoegdheid;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'luchthavenverkeerzone-lib' een verklaring van geen bezwaar volgens artikel 8.9 van de Luchtvaartwet is verkregen.