direct naar inhoud van Artikel 5 Agrarisch - Glastuinbouw
Plan: Glastuinbouw
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0569.BPGlastuinbouw-va02

Artikel 5 Agrarisch - Glastuinbouw

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van een glastuinbouwbedrijf;
  • b. de uitoefening van een vollegronds tuinbouwbedrijf;

met de daarbij behorende:

  • c. bebouwing, erven, in- en uitritten, bedrijfsgronden en voorzieningen waaronder begrepen water- en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals sloten, greppels, watergangen, waterberging, bruggen en duikers;
  • d. kleinschalige verkoop van op het bedrijf geteelde producten tot een maximum van 50 m2.

alsmede voor:

  • e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', de oprichting van een eerste bedrijfswoning;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling', een caravanstalling;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'hovenier', een hovenier;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', een parkeerterrein;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - verkoop tuinartikelen', de kleinschalige verkoop van tuinartikelen zoals beschreven in artikel 1.73 van deze regels
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paardenbak', een paardenbak zonder verlichting.
5.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

5.2.1 Algemeen
  • a. nieuwe bedrijfsgebouwen (inclusief bedrijfswoning) zijn uitsluitend toelaatbaar indien het bouwplan in overeenstemming is met de toegelaten bedrijfsvoering en indien het noodzakelijk is voor een doelmatige, duurzame agrarische bedrijfsvoering;
  • b. alvorens een omgevingsvergunning te verlenen, wint het bevoegd gezag advies in bij een agrarisch deskundige wat betreft de noodzaak en doelmatigheid van het bouwplan, alsmede duurzaamheid, aard en omvang van de bedrijfsvoering (deeltijd, reëel en volwaardig);
5.2.2 Kassen
  • a. kassen zijn uitsluitend toegestaan op een afstand van ten minste 25 meter tot een woning van derden;
  • b. kassen zijn uitsluitend toegestaan op een afstand van ten minste 20 meter tot de as van de openbare weg;
  • c. de goothoogte van kassen mag niet meer dan 4 meter bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 6 meter,

met dien verstande dat afwijkende bouwhoogtes zijn toegestaan volgens de tabel hierna:

Aanduiding (Gebied)   Maximale
goothoogte  
Maximale
bouwhoogte  
Ter plaatse van de aanduiding 'kas' (concentratiegebied)   9 meter   10 meter  
Grenzende aan de aanduiding 'kas' (concentratiegebied)   5 meter   6 meter  

5.2.3 Andere bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van andere bedrijfsgebouwen dan kassen gelden de volgende eisen:

  • a. bedrijfsgebouwen zijn uitsluitend toegestaan op een afstand van 20 meter van de as van de weg;
  • b. de goothoogte van andere bedrijfsgebouwen mag niet meer dan 6 meter bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 10 meter;
5.2.4 Bedrijfswoning
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is maximaal 1 bedrijfswoning toegestaan;
  • b. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan bedragen 750 m³ bedragen (exclusief bijbehorende bouwwerken);
  • c. de goothoogte van het hoofdgebouw van de bedrijfswoning mag niet meer dan 6 meter bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 10 meter.

5.2.5 Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning
  • a. bijbehorende bouwwerken dienen ten minste 3 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag per bedrijfswoning niet meer bedragen dan 80 m²;
  • c. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 meter en de bouwhoogte niet meer dan 5,5 meter.
5.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag van erfafscheidingen niet meer dan 2 meter bedragen en voor overige bouwwerken geen gebouwen zijnde niet meer dan 3 meter, met dien verstande dat ook de volgende bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan:

bouwwerken geen gebouw zijnde   maximale bouwhoogte  
   
Installaties energievoorziening   6 meter  

  • b. buiten het bouwvlak zijn geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paardenbak' een paardenbak is toegestaan met een oppervlakte van maximaal 1.200 m² en een hekwerk met een maximale bouwhoogte van 1,50 meter.

5.2.7 Hovenier

Voor het bouwen van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'hovenier' gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van de bestaande bedrijfsgebouwen mag met maximaal 20% worden vergroot;
  • b. de goothoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer dan 5,5 meter bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 8 meter.
5.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde::

  • a. in 5.2.1, onder a en b, en nieuwe bedrijfsgebouwen ten behoeve van de in 5.1, onder f t/m j genoemde functies toestaan, zonder 'agrarische toets' zoals bedoeld in 5.2.1, onder a en b;
  • b. in 5.2.2, onder a, en een kleinere afstand van de kassen tot een woning van derden toestaan, mits deze afstand ten minste 10 meter bedraagt en in de desbetreffende woning van derden een aanvaardbaar woon- en leefklimaat is verzekerd;
  • c. in 5.2.2, onder c, en voor kassen een maximale goothoogte van 5 meter toestaan bij een bouwhoogte van 6 meter;
  • d. in 5.2.2, onder c, en ter plaatse van de aanduiding 'kas' een maximale goothoogte van 10 meter toestaan en een maximale bouwhoogte van 12 meter;
  • e. in 5.2.2, onder c, en ter plaatse van de aanduiding 'transformatiegebied' een maximale goothoogte van 9 meter toestaan, en een maximale bouwhoogte van 10 meter;
  • f. in 5.2.6, en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toestaan, met een maximale bouwhoogte van 12 meter;

alvorens een omgevingsvergunning te verlenen voor de bouw van hogere kassen, wint het bevoegd gezag advies in bij een agrarisch deskundige wat betreft de noodzaak en doelmatigheid van het bouwplan, alsmede duurzaamheid, aard en omvang van de bedrijfsvoering (deeltijd, reëel en volwaardig).

5.4 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

Kassen mogen niet worden gebruikt voor opslag -anders dan voor glastuinbouw- of andere niet-agrarische bedrijfsactiviteiten.