Plan: | Landelijk Gebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0553.bplg2012-vgx1 |
Van oudsher komen in het buitengebied ook overige niet-agrarische bedrijven, horeca en detailhandel voor. Deze bedrijven hebben geen directe relatie met het bollencomplex en zijn ook niet grondgebonden. Omdat de middelen veelal ontbreken om deze bedrijven actief te verplaatsen of te saneren, worden de bestaande bedrijven overeenkomstig de vigerende regeling positief bestemd en voorzien van een bouwvlak dat is afgestemd op de vigerende regeling.
Gegeven de aard van het plangebied, is uitgegaan van een algemene toelaatbaarheid van bedrijven die gerekend worden tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB). Dit betekent dat binnen deze categorieën een grote mate van flexibiliteit in gebruik mogelijk is. Bestaande bedrijven die gerekend worden tot een hogere categorie worden aanvullend voorzien van een specifieke functieaanduiding.
Vanuit de vigerende regeling voor het 'kleinschalige industrieterrein' aan de 2e Poellaan is voor deze bedrijven geen specifieke functieaanduiding opgenomen, maar een functieaanduiding gericht op de bedrijfscategorie waar deze bedrijven in vallen. Op deze manier blijven de bestaande rechten voor deze bedrijven behouden.
Voor horecabedrijven is uitgegaan van een algemene toelaatbaarheid van horecabedrijven die gerekend worden tot de categorieën 1a en 1b van de Staat van Horeca-activiteiten (SvH). Dit betekent dat binnen deze categorieën een grote mate van flexibiliteit in gebruik mogelijk is. Bestaande bedrijven die gerekend worden tot een hogere categorie worden aanvullend voorzien van een specifieke functieaanduiding.
In het plangebied is tevens een tuincentrum gevestigd. Dit tuincentrum is voorzien van de bestemming Detailhandel - Tuincentrum.
Alle bedrijfsgebouwen, inclusief de bedrijfswoning, dienen binnen het bouwvlak te worden gerealiseerd. Uitbreiding van bebouwing binnen het bouwvlak is toegestaan rekening houdend met de vigerende bebouwingsregeling en als daarbij in voldoende mate wordt rekening gehouden met eisen ten aanzien van verkeer en parkeren, het milieu en de landschappelijke inrichting.
Met een afwijking kan de mogelijkheid worden geboden om de grenzen van het bouwvlak in beperkte mate te overschrijden. Bij het verlenen van de afwijking wordt in ieder geval rekening gehouden met:
Overschrijden van de grenzen van het bouwvlak is alleen mogelijk indien en voor zover de aangrenzende gronden dezelfde bestemming hebben. Als dat niet geval is dient via planwijziging een bestemmingswijziging plaats te vinden.
Voor de goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen bij bedrijven en detailhandel is een maat van respectievelijk 6 en 10 m opgenomen. Voor horecabedrijven is aangesloten bij de vigerende regeling. Dit betekent dat er een bouwhoogte van 10 m is toegestaan terwijl de goothoogte op de verbeelding is aangegeven en per perceel kan verschillen.
Per bouwvlak is 1 bedrijfswoning toegestaan tenzij middels een maatvoeringaanduiding anders is aangegeven. Het aantal bedrijfswoningen is gebaseerd op de mogelijkheden in de vigerende bestemmingsplannen. Bij horecabedrijven en detailhandel zijn bedrijfswoningen niet toegestaan.
Bedrijven die nog niet beschikken over een bedrijfswoning, kunnen via afwijking alsnog een bedrijfswoning realiseren. Daarbij wordt rekening gehouden met:
Tweede bedrijfswoningen worden in lijn met de PVR niet mogelijk gemaakt.
De inhoudsmaat van een bedrijfswoning bedraagt maximaal 750 m³. Per bedrijfswoning is maximaal 50 m² aan vrijstaande bijgebouwen en overkappingen toegestaan. Het erf dat deel uitmaakt van de bedrijfswoning heeft een oppervlakte van maximaal 1.000 m².
Voor de goot- en bouwhoogte van de bedrijfswoningen geldt een generieke maat van respectievelijk 6 m en 10 m.
De uitbreidingsmogelijkheden voor bedrijven met de bestemming Bedrijf worden afgestemd op de mogelijkheden voor handels- en exportbedrijven en de overige aan het bollencomplex verwante niet-agrarische bedrijven. Dit betekent dat, conform de vigerende regeling, op de verbeelding een maximum bebouwingspercentage is opgenomen. Voor de overieg functies zoals Horeca en detailhandel geldt dat de toegestane oppervlakte van de bedrijfsgebouwen is afgestemd op de aanwezige bebouwing. Bij recht mag de inhoud met 10% vergroot worden.
Neven- en vervolgfuncties worden niet in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Indien een aanvraag voor vervolgfuncties aan de orde is kan dit via een afzonderlijke procedure mogelijk gemaakt worden. Bestaande nevenfuncties worden voorzien van een functieaanduiding.