direct naar inhoud van 3.3 Bestemmingsregels
Plan: Rijnsburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0537.bpRBGrijnsburg-va01

3.3 Bestemmingsregels

In het hoofdstuk Bestemmingsregels zijn in de planregels alle bestemmingen opgenomen met de daarbij behorende bestemmingsomschrijving. Waar noodzakelijk is gebruikgemaakt van aanduidingen om toegestaan gebruik nader te specificeren. In het bestemmingsplan komen de volgende bestemmingen voor:

Bedrijf (Artikel 3)

Verspreid over het plangebied is een aantal bedrijven aanwezig (gemengd gebied). Deze hebben de bestemming Bedrijf. Binnen de bestemming Bedrijf zijn zowel bedrijven toegestaan, alsmede groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen. Daarnaast zijn enkele functieaanduidingen opgenomen voor het toestaan van bedrijfswoningen, nutsvoorzieningen en verkooppunten voor motorbrandstoffen zonder lpg.
De bovengenoemde bedrijven zijn toegestaan voor zover deze behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van bedrijvigheid. De milieucategorie van deze bedrijven wordt bepaald aan de hand van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging', die is opgenomen als bijlage bij de regels van dit bestemmingsplan. In bijlage 3 is een toelichting op het gebruik van deze Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' opgenomen.
Binnen de bestemming Bedrijf zijn bedrijven uit categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' algemeen toelaatbaar. Een aantal bedrijven voldoet niet aan de aldaar maximale toelaatbare categorie, maar kunnen ter plaatse wel gehandhaafd blijven. Voor deze bedrijven zijn maatbestemmingen opgenomen (bijvoorbeeld specifieke vorm van bedrijf-2). Dit betekent dat bij verplaatsing of beëindiging van een dergelijk bedrijf eenzelfde soort bedrijf is toegestaan of een bedrijf dat past binnen de toelaatbare categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'.

Bebouwing ten dienste van de bestemming mag alleen worden gerealiseerd binnen de op de digitale verbeelding aangegeven bouwvlakken. Op de digitale verbeelding en in de regels zijn de maximale hoogtematen van de bebouwing aangegeven.

Het bevoegd gezag kan gebruikmaken van een afwijkingsbevoegdheid om bedrijfsactiviteiten toe te staan die genoemd worden in één categorie hoger dan algemeen toelaatbaar is en voor bedrijven die niet genoemd worden in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, op voorwaarde dat deze bedrijfsactiviteiten (als gevolg van de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten of door een milieuvriendelijke werkwijze) naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de bedrijfsactiviteiten genoemd in de lagere algemeen toegelaten milieucategorieën.

Daarnaast is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor het toestaan van meer kantoorvloeroppervlakte mits het kantooraandeel niet meer dan 50% van de brutovloeroppervlakte van het bedrijf bedraagt.

Cultuur en Ontspannning (Artikel 4)

De kinderboerderij aan de Spinozalaan is bestemd als Cultuur en Ontspanning. Het museum in het Spinozahuis is ook voorzien van deze bestemming.

Detailhandel (Artikel 5)

Enkele winkels in het plangebied waarbij verder geen sprake is van de functie wonen hebben de bestemming Detailhandel. Het betreft hier bijvoorbeeld detailhandel aan de Oegstgeesterweg en het tuincentrum aan de Tulpenstraat/Katwijkerweg. Voor deze laatste vorm van detailhandel is gezien de aard van de activiteit een specifieke aanduiding opgenomen.
Binnen deze bestemming zijn geen verkooppunten voor motorbrandstoffen en detailhandel in volumineuze goederen en/of grootschalige detailhandel toegestaan. Horeca is slechts toegestaan als nevenactiviteit naast de detailhandelsfunctie.

Dienstverlening (Artikel 6)

Enkele percelen waar dienstverlening plaatsvindt zijn als zodanig bestemd.

Gemengd-1 t/m Gemengd-3 (Artikel 7 t/m Artikel 9)

Binnen de bestemming Gemengd-1 t/m Gemengd-3 zijn naast het wonen nog andere functies toegestaan, zoals bijvoorbeeld bedrijven, kantoren en detailhandel.

Gemengd-4 (Artikel 10)

Deze bestemming is toegekend aan het perceel Oude Vlietweg 6-7. Binnen deze bestemming is naast maatschappelijke dienstverlening ook cultuur en ontspanning toegestaan waaronder in ieder geval begrepen een museum.

Gemengd-5 (Artikel 11)

Deze bestemming is toegekend aan het gebied waar het bouwplan 'De Bloem' (Oude Floraterrein) wordt gerealiseerd. Binnen deze bestemming zijn verschillende functies toegestaan, waaronder wonen, maatschappelijke dienstverlening en lokale en regionale kantoren.

Groen (Artikel 12)

De bestemming Groen is gegeven aan beeld- of structuurbepalend groen. Het gaat dan om gronden die in gebruik zijn als plantsoenen, bermen, speelvoorzieningen maar ook voor voet- en fietspaden.

Horeca (Artikel 13)

Binnen de bestemming Horeca is horeca toegestaan volgens de indeling van horeca-categorieën van de gemeente Katwijk, welke in het artikel 'begrippen' is gespecificeerd. Alle horecavoorzieningen passen binnen de algemene toelaatbaarheid.

Kantoor (Artikel 14)

Enkele kantoren binnen het plangebied aan de Tulpenstraat/Katwijkerweg hebben de bestemming Kantoor.

Maatschappelijk (Artikel 15)

Maatschappelijke functies, waaronder de kerk, scholen en begraafplaats, zijn voorzien van de bestemming Maatschappelijk.
In het bestemmingsplan zijn de gronden voor de schoolgebouwen en schoolterreinen dus ook bestemd als 'Maatschappelijk'. Aangezien de gemeente Katwijk haar medewerking wil verlenen aan multifunctioneel gebruik van de schoolgebouwen en de schoolterreinen (deze worden immers steeds vaker voor bredere activiteiten dan louter scholing gebruikt), is de bestemming zo ruim en flexibel mogelijk gehouden zonder specifieke functieaanduidingen, zoals 'school'. Op deze manier wordt gegarandeerd dat het gebruik van het schoolgebouw en het schoolterrein ook buiten de reguliere schooltijden mogelijk is door medegebruikers. Bovendien sluit deze wijze van bestemmen aan bij recente uitspraken van de Raad van State inzake het (multifunctioneel) gebruik van schoolpleinen.

Sport (Artikel 16)

De sportvelden en bijbehorende clubgebouwen van het Waterbos hebben de bestemming Sport. De tennisbanen zijn voorzien van een specifieke aanduiding. Binnen de bestemming Sport is uitsluitend bijbehorende lichte horeca toegestaan met een terras. Zelfstandige horeca is niet toegestaan. Terrassen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'terras'.

Tuin (Artikel 17)

De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor de voortuinen en/of zijtuinen bij de woningen. De begrenzing van de bestemming ten opzichte van Wonen is als volgt opgebouwd. De bestemming Tuin is gelegd op 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw. Ingevolge het BOR en MOR2 is het in sommige situaties wel mogelijk om gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, te realiseren. Voor omgevingsvergunningsplichtige bouwwerken geldt een afstand van 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw. Op plaatsen waar gebouwen zijn gerealiseerd op minder dan 3 m achter de voorgevel van een hoofdgebouw, is de bestemming Tuin tegen de bestaande bebouwing gelegd.
De gemeente Katwijk hanteert voor zijkantsituaties langs het openbaar gebied de regel dat bij bestaande situaties in een zone van 2 m uit het openbaar gebied, erfbebouwing dient te worden uitgesloten. Deze zone van 2 m is het vertrekpunt. In voorkomende gevallen waarbij het wenselijk is om meer dan 2 m aan te houden is maatwerk toegepast. Bij grote percelen of bij wijken met een groen karakter kan het bijvoorbeeld wenselijk zijn om meer ruimte aan te houden.
Daarnaast geldt de regel dat indien achter het perceel een rij hoofdgebouwen staat (hoeksituaties), de grens van genoemde zone nooit voor de voorgevellijn van deze hoofdgebouwen komt.
In de bovengenoemde zone geldt als uitzondering dat erfafscheidingen met een bouwhoogte van 2 m mogen worden gerealiseerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0537.bpRBGrijnsburg-va01_0006.jpg"

Figuur 3.1 Erfbebebouwing gerealiseerd in erfgrens en 'hoeksituatie'

Binnen de bestemming Tuin zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan. Daarnaast is er een bouwregeling opgenomen om beperkt mogelijkheid te bieden aan erkers ten behoeve van de bij de aangrenzende bestemming Wonen behorende hoofdgebouwen.
Ter plaatse van het gebouw aan de Spinozalaan is de aanduiding 'parkeergarage' opgenomen waarbij geldt dat deze ten hoogste 4 m diep mag zijn.

Verkeer (Artikel 18)

Daar waar een weg een stroomfunctie heeft, zijn de gronden bestemd als Verkeer. Binnen deze bestemming is een aantal daarin passende gebruiksvormen toegestaan zoals parkeren, groen- en waterpartijen, nutsvoorzieningen en dergelijke.

Verkeer - Verblijfsgebied (Artikel 19)

Het openbaar gebied in Rijnsburg heeft een verblijfs- en verplaatsingsfunctie. Deze gronden zijn bestemd als Verkeer - Verblijfsgebied. Binnen deze bestemming is een aantal daarin passende gebruiksvormen toegestaan zoals parkeren, groen- en waterpartijen, nutsvoorzieningen, speeltoestellen en reclame-uitingen.

Water (Artikel 20)

Waterpartijen, structuurbepalende watergangen en locaties die van belang zijn voor de waterberging zijn bestemd voor Water. In het plangebied is één woonschip aanwezig.

Wonen (Artikel 21)

De woningen zijn voorzien van de bestemming Wonen. Daarnaast zijn in sommige gevallen ter plaatse van enkele functieaanduidingen nog andere functies toegestaan. Het beleid is erop gericht de kwaliteit van de woonomgeving te behouden. Naast de bestaande situatie en de bestaande mogelijkheden die voortvloeien uit de vigerende regeling, is bij het toekennen van de bestemmingen het bieden van voldoende erfbebouwingsmogelijkheden voor de bestaande woningen het uitgangspunt. Om de procedures bij de omgevingsvergunningverlening te verkorten is daarnaast het kruimelgevallenbeleid van de gemeente Katwijk (beleid artikel 19.3 WRO oud) in de bestemmingsregeling geïntegreerd.

De basis voor de regeling van de bestaande woonfunctie wordt gevormd door een regeling bestaande uit bouwvlakken en bestemmingsvlakken.

Bouwvlakken hoofdgebouwen

Bij de opstelling van het bestemmingsplan is voor alle woningen bepaald waar in de huidige situatie het hoofdgebouw (de woning zelf) en waar het bijgebouw (bijvoorbeeld een garage) staat. Deze bestaande situatie is het uitgangspunt. Rekening houdend met karakteristieke voorgevelverspringingen en rooilijnen, zijn op de digitale verbeelding bouwvlakken opgenomen waarmee de plaats van hoofdgebouwen juridisch is vastgelegd. De voorste begrenzing van het bouwvlak ligt ter plaatse van de bestaande voorgevel. Ook de achterzijde dient te worden vastgelegd. Op deze wijze wordt de diepte van het hoofdgebouw vastgelegd.
De gemeente Katwijk kiest voor een systematiek waarbij de achterste begrenzing van het bouwvlak ter plaatse van de stedenbouwkundig gewenste achtergevel van de hoofdbouwmassa ligt (= woning exclusief aan- en uitbouwen). Aan- en uitbouwen aan de achterzijde in de vorm van erkers en serres maken onderdeel uit van het erf (woonbestemming, liggen buiten het bouwvlak).

Verschillende typen woningen

SVBP2008 biedt de mogelijkheid om bouwaanduidingen op te nemen voor hoofdgebouwen die vrijstaand, twee-aaneengebouwd, aaneengebouwd of gestapeld zijn gebouwd. De gemeente Katwijk kiest voor een systematiek waarbij vrijstaande, twee-aaneengebouwde, aaneengebouwde en gestapelde woningen een bouwaanduiding hebben.

Maatvoering

Per hoofdgebouw is zowel de goothoogte als de bouwhoogte vastgelegd. Indien er sprake is van platte afdekking dan is de goothoogte dezelfde als de bouwhoogte. In het gebied rond de Vliet zijn de goot- en bouwhoogte vastgelegd op halve meters in verband met het belang van het behoud van de karakteristieke gevels. Voor het overige deel van het plangebied zijn de goot- en bouwhoogte afgerond op hele meters.
In de kern Rijnsburg komen geregeld situaties voor waarbij er sprake is van een asymmetrische kap met een lage goothoogte aan de voorzijde en een hoge goothoogte aan de achterzijde. De gemeente Katwijk kiest ervoor dit te regelen met een hoogtescheidingslijn in het bouwvlak waarbij de maatvoering aan de voorzijde lager is dan aan de achterzijde. In het geval de nok niet in het midden ligt, wordt de scheiding aangebracht op de juiste plaats van de nok.
Asymmetrische kappen met een lage goothoogte aan de achterzijde worden niet geregeld. De geïnventariseerde goothoogte aan voorzijde is dus ook toegestaan aan de achterzijde. Als uitzondering hierop geldt dat de voorgestelde systematiek niet van toepassing is, indien de achterzijde grenst aan een belangrijk openbaar gebied.
Bij hoofdbouwmassa's die uit bouwdelen met verschillende hoogten bestaan en waarbij die hoogten relevant zijn voor het aanzien van de bouwmassa, zijn de verschillen in hoogten bestaande uit minimaal één bouwlaag (groter dan 3 m) geregeld door middel van hoogtescheidingslijnen (maatvoeringsaanduiding).

Erfbebouwing

De gronden achter en deels naast het hoofdgebouw c.q. de woning zijn te gebruiken voor uitbreiding van het hoofdgebouw of voor de bouw van bijgebouwen. Erfbebouwing is buiten het bouwvlak toegestaan, volgens een erfbebouwingsregeling in de planregels. Het harmonisatiebeleid3 van de gemeente is uitgangspunt voor de erfbebouwingsregeling. 25% van de oppervlakte van het bouwperceel mag worden bebouwd, minimaal 50% van het achtererf moet onbebouwd blijven. Voor percelen die kleiner zijn dan 300 m² bedraagt de oppervlakte erfbebouwing, mits aan de bovengenoemde voorwaarden wordt voldaan 50 m², voor grotere percelen 65 m². Bij deze systematiek moet bij toetsing van de bouwaanvragen zowel de totale oppervlakte van het bouwperceel als de oppervlakte van het achtererf worden berekend.
In situaties waarbij de achterzijde grenst aan belangrijk openbaar gebied, is vergunningplichtige erfbebouwing uitgesloten binnen een zone van 2 m uit de perceelsgrens. Dit wordt geregeld door het opnemen van de bestemming Tuin. Bij rug-aan-rugwoningen geldt deze regeling niet.
De gemeente Katwijk kiest er voor om erfbebouwing niet toe te staan langs watergangen. Dit dient te gebeuren door het opnemen van een bebouwingsvrije zone van minimaal 2 m op de plankaart met bestemming Tuin. Uiteraard dient altijd rekening te worden gehouden met de Keur van het Hoogheemraadschap. Eén en ander is weergegeven in figuur 3.2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0537.bpRBGrijnsburg-va01_0007.jpg"

Figuur 3.2

In het bestemmingsplan worden voldoende erfbebouwingsmogelijkheden geboden, terwijl de ruimtelijke kwaliteit niet onevenredig wordt aangetast.

Aan-huis-gebonden beroepen

Aan-huis-gebonden beroepen zijn als ondergeschikte functie bij de hoofdfunctie wonen toegestaan. Deze mogen alleen voorkomen zolang de omvang niet meer dan 40% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing bedraagt. Dit geldt tot een maximum van 50 m² per woning mits voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden in de regels.

Bevoegdheid tot afwijken

Binnen de bestemming Wonen is een aantal afwijkingssbevoegdheden opgenomen voor het toestaan van ander gebruik. Het gaat hier om het toestaan van ruimten voor mindervaliden en het toestaan van consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten. Voordat het bevoegd gezag de bevoegdheid tot afwijken gebruikt, dient eerst een belangenafweging plaats te vinden waarbij dient te worden getoetst aan de voorwaarden in de bevoegdheid tot afwijken.

Wonen - Woonwagenstandplaats (Artikel 22)

Het woonwagenterrein in de wijk Kleipetten heeft de bestemming Wonen - Woonwagenstandplaats. Op deze gronden zijn 5 standplaatsen voor woonwagens toegestaan en bijbehorende bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Leiding - Hoogspanning, Leiding - Riool en Leiding - Water (Artikel 23, Artikel 24 en Artikel 25)

In het plangebied is een aantal planologisch relevante leidingen aanwezig (zie ook paragraaf 4.7). Parallel langs het Oegstgeesterkanaal is een ondergrondse hoogspanningsleiding van 50 kV gelegen. Deze is voorzien van de dubbelbestemming Leiding - Hoogspanning. De rioolwaterpersleiding welke het Oegstgeesterkanaal oversteekt en rechtstreeks naar het pompstation loopt is voorzien van de bestemming Leiding - Riool. Tevens is er een rioolwatertransportleiding welke het kanaal oversteekt ter hoogte van de Witte de Withstraat. De regionale drinkwaterleiding die vanaf de Sandtlaanbrug richting Oegstgeest loopt heeft de bestemming Leiding - Water.
Bouwen ter plaatse van deze dubbelbestemmingen is slechts mogelijk op basis van een door het bevoegd gezag verleende omgevingsvergunning, waarbij getoetst wordt aan het belang van de leiding. Voor het uitvoeren van een aantal werkzaamheden en werken, geen gebouwen zijnde, is een omgevingsvergunningsplicht voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden opgenomen. De werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar voor zover het leidingbelang niet onevenredig wordt geschaad. De leidingbeheerder brengt hierover voorafgaand advies uit aan het bevoegd gezag.

Waarde - Archeologie en Waarde - Archeologisch verwachtingsgebied (Artikel 26 en Artikel 27)

In het plangebied zijn twee dubbelbestemmingen met betrekking tot archeologie opgenomen: 'Waarde - Archeologie' en 'Waarde - Archeologisch verwachtingsgebied'. Deze gronden zijn bij wijze van dubbelbestemming bestemd voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Voor het overgrote deel van de gemeente Katwijk geldt dat al direct onder de bouwvoor, vanaf circa 30 cm beneden het maaiveld, archeologische waarden aanwezig kunnen zijn. De dubbelbestemmingen voorzien in de noodzaak tot archeologische toetsing in het geval van een geldende middelhoge tot hoge archeologische verwachting ongeacht de exacte diepte waarop deze archeologie mogelijk aanwezig is, omdat het bepalen daarvan feitelijk deel uitmaakt van een eerste onderzoeksstadium, namelijk een verkennend archeologisch onderzoek. Vergunningaanvragen verschillen in de mate van en diepte van beoogde bodemverstoringen door bouw- en/of aanlegactiviteiten, bijvoorbeeld het verschil tussen plaatfundering versus onderheien. Bij elke vergunningaanvraag wordt daarom altijd nog specifiek bekeken tot op welke diepte de betreffende activiteit bodemverstoring tot gevolg heeft en of dat gevaar voor mogelijk aanwezige archeologie met zich mee brengt. Indien blijkt dat dergelijk gevaar niet bestaat kan over worden gegaan tot verlening van de vergunning zonder nadere archeologische onderzoekseisen. Indien er wel een gevaar voor mogelijk aanwezige archeologie bestaat kan de gemeente op basis van het bestemmingsplan, de Monumentenwet 1988 (artikel 40) en artikel 56 van de Woningwet, een nader archeologisch onderzoek als voorwaarde voor verlening van de vergunning opleggen. Een bevoegdheid tot afwijken van de archeologische onderzoeksplicht zal ook volgen indien uit de ingediende aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen blijkt, en aantoonbaar is, dat de bodemverstoringen die plaats zullen vinden niet dieper rijken dan bodemverstoringen die ter plekke al eerder hebben plaatsgevonden.
Indien verkennend archeologisch onderzoek uitwijst dat binnen een gebied archeologische waarden of verwachtingen afwezig of te diep gelegen blijken te zijn dan worden de regels voor dat betreffende gebied daar op aangepast in het kader van toetsing. De nuanceringen die hieruit volgen worden meegenomen binnen de herzieningen van oude en bij het opstellen van nieuwe bestemmingsplannen. Ten behoeve daarvan is in de regels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen.

Waarde - Cultuurhistorie (Artikel 28)

Voor het gebied met de dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie gelden bijzondere cultuurhistorische waarden. Om deze reden is een sloopvergunningstelsel opgenomen. Het betreft globaal de gronden aan weerszijden van de Vliet.

Waterstaat - Waterkering (Artikel 29)

In de uiterste noordoosthoek van het plangebied ligt in het Oegstgeesterkanaal een noodwaterkering. Het betreft een zogenaamde BWO-kering, dat staat voor (wet) Bescherming Waterstaatswerken in Oorlogstijd. Hier is de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering toegekend. Daarnaast loopt van oost naar west een regionale waterkering door het plangebied.

Deze gronden hebben een waterkerende functie of zijn van invloed op de waterkering. Er is sprake van samenvallende bestemmingen, waarbij de met Waterstaat - Waterkering samenvallende bestemmingen ondergeschikt zijn. Dit uitgangspunt is vertaald in de betreffende bouwregels. Langs de bestemming Waterstaat - Waterkering zijn beschermingszones aanwezig waarop de Keur van het Hoogheemraadschap van Rijnland van toepassing is.

Voor het uitvoeren van werkzaamheden binnen de bestemming Waterstaat - Waterkering en in de beschermingszones is ontheffing vereist van het Waterschap.