direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf (B)
Plan: Rijnsburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0537.bpRBGrijnsburg-va01

Artikel 3 Bedrijf (B)

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'ga': tevens een garagebedrijf;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'k': tevens een kantoor;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'sb-2': specifieke vorm van bedrijf-2, te weten tevens een bedrijfsactiviteit met SBI-code 5122;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'sb-3': specifieke vorm van bedrijf-3, te weten tevens een bedrijfsactiviteit met SBI-code 517 uit ten hoogste categorie C van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'sb-6':specifieke vorm van bedrijf-6, te weten tevens een bedrijfsactiviteit met SBI-code 014.1;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'vm': een verkooppunt voor motorbrandstoffen met uitzondering van lpg met daarbij behorende andere detailhandel en een autowasstraat;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'vml': een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg met daarbij behorende andere detailhandel en een autowasstraat;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'dh': tevens detailhandel in tuinbouwbenodigheden en seizoensgebonden detailhandel in tuinmeubelen en wintersportartikelen;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'nv': nutsvoorzieningen uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'ga': uitsluitend garages en bergplaatsen voor de stalling van (personen)auto's, motorrijwielen en (brom)fietsen en voor opslag en bergingsdoeleinden van huishoudelijke aard;
  • l. ter plaatste van de aanduiding 'bw' is een bedrijfswoning toegestaan;
  • m. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals laad- en losvoorzieningen, groen-, parkeer- en nutsvoorzieningen en water.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

3.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goothoogte en de bouwhoogte van de gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringsaanduiding aangegeven hoogte;
  • c. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de maatvoeringsaanduiding aangegeven bebouwingspercentage van het bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100 voor het bouwperceel;
  • d. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt 3 m tenzij gebouwen in de perceelsgrens worden gebouwd;
  • e. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 3 m;
  • f. een bedrijfswoning heeft een inhoud van ten hoogste 450 m³.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor of ten hoogste 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • d. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 5 m, waarbij geldt dat per bouwperceel ten hoogste 3 vlaggenmasten mogen worden geplaatst.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. per bouwperceel is ten hoogste één bedrijf toegestaan, dan wel het op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan ter plaatse bestaande grotere aantal;
  • b. detailhandel is niet toegestaan;
  • c. garagebedrijven zijn niet toegestaan met uitzondering van het bepaald in lid 3.1 sub b;
  • d. ter plaatse van de aanduidingen 'verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg' en 'verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg' bedraagt de verkoopvloeroppervlakte ten behoeve van detailhandel ten hoogste 50 m²;
  • e. per bedrijf wordt ten hoogste 50% van de brutovloeroppervlakte als kantooroppervlakte gebruikt, met een maximum van 400 m²;
  • f. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan.

3.4 Afwijken van de gebruiksregels
3.4.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 3.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd.

3.4.2 Afwijken van de kantoorvloeroppervlakte

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.3 onder d, voor een kantoorvloeroppervlakte van ten hoogste 3.000 m², mits het kantooraandeel niet meer bedraagt dan 50% van de brutovloeroppervlakte. Toepassing afwijkingsbevoegdheid is uitsluitend toegestaan, indien vestiging van het betrokken bedrijf bij een belangrijke openbaarvervoerslocatie niet mogelijk is vanwege:

  • a. een tekort aan ruimte bij openbaarvervoerslocaties in de regio;
  • b. een zodanig groot en extensief ruimtebeslag, dat realisering bij een openbaarvervoerslocatie in relatie tot de beschikbare capaciteit en het aanbod aan arbeidsintensieve functies niet gewenst is;
  • c. de milieuhygiënische situatie.

In alle gevallen geldt dat de parkeernormen als bedoeld in Bijlage 2 Parkeernormenbeleid overeenkomstig van toepassing zijn.

3.5 Wijzigingsbevoegdheid
3.5.1 Wro-zone wijzigingsgebied - 3

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Bedrijf' ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone wijzigingsgebied - 3' wijzigen naar de bestemming 'Tuin (T)' en 'Wonen (W)' met inachtneming van de volgende regels:

  • a. er mag ten hoogste één woning worden gebouwd;
  • b. de inhoud van de woning bedraagt ten hoogste 500 m³;
  • c. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan dient te worden aangetoond, waarbij in ieder geval de financiële uitvoerbaarheid is gewaarborgd;
  • d. ten behoeve van de woning dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid waarbij in ieder geval de parkeernormen als bedoeld in Bijlage 2 Parkeernormenbeleid in acht worden genomen.