Het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is door het ministerie van Verkeer en Waterstaat vastgelegd in de nota Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (nota Rnvgs). Er wordt gewerkt aan een nieuw besluit: het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev). Het Btev is nog niet in werking. Volgens het Btev mag op grond van een ruimtelijk besluit geen kwetsbaar object in de veiligheidszone worden gebouwd. Nieuwe beperkt kwetsbare objecten mogen alleen in uitzonderlijke gevallen in de veiligheidszone worden toegestaan. Een veiligheidszone wordt opgenomen om het vervoer van gevaarlijke stoffen over de transportroute te beschermen. Een veiligheidszoen kan maximaal 100 meter bedragen van de route. Door voldoende afstand te bewaren ontstaat er geen gevaar ten behoeve van kwetsbare objecten en wordt het vervoer van gevaarlijke stoffen niet gehinderd.
Het ontwerp Btev gaat in op de hoogte van het groepsrisico. Ten opzichte van de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen is een verantwoording van het groepsrisico niet meer verplicht als het aannemelijk is dat het groepsrisico ver beneden de oriëntatiewaarde blijft of nauwelijks toeneemt. Een punt van aandacht zijn plasbranden. Het plasbrandaandachtsgebied (PAG) is een zone van 30 meter aan weerszijden van de weg. Bij ruimtelijke ontwikkelingen binnen de PAG moet het bevoegd gezag onderbouwen, waarom het de ontwikkelingen wil toestaan. Dit geldt alleen ten aanzien van rijkswegen.
De provinciale weg (N208) is door de provincie aangewezen als een transportroute voor gevaarlijke stoffen. De weg is op minder dan 200 meter vanaf de planlocatie gelegen (artikel 7 lid a, onder 1 van het Besluit transportroutes externe veiligheid). In het kader van het groepsrisico dient inzichtelijk te worden gemaakt dat er geen sprake is van een overschrijding van de oriëntatiewaarde.
Ten zuidoosten van het plangebied zijn woningen direct aan de Weeresteinstraat gesitueerd. Gelet op de ligging direct aan de transportroute kunnen deze woningen als maatgevend worden beschouwd ten behoeve van een aanvaard risiconiveau. Gelet op het feit dat het plangebied op gelijke afstand van de transportroute is gelegen als de maatgevende woningen, kan worden aangenomen dat er geen sprake is van de een overschrijding van de oriëntatiewaarde.
Vanuit het aspect transport van gevaarlijke stoffen over de weg bestaat er geen bezwaar tegen de inpassingen van de nieuwe functies in onderhavig plangebied.
Vervoer van gevaarlijke stoffen over water is in de omgeving van het plangebied niet aan de orde.
Vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor is in de omgeving van het plangebied niet aan de orde.
Nabij het plangebied loopt een route voor transport van gevaarlijke stoffen (N208). Gelet op de afstand tussen het plangebied en de transportroute en het feit dat er in de bestaande situatie gevoelige bestemmingen op een gelijke afstand zijn gelegen, kan de beoogde situatie als aanvaardbaar worden aangenomen. Het transport van gevaarlijke stoffen vormt geen belemmering voor onderhavig plan.