Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Weeresteinstraat 209
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0534.BPWeeresteinstr209-VG01

4.1 Bedrijven en milieuzonering

Het aspect bedrijven en milieuzonering gaat in op de invloed die bedrijven kunnen hebben op ruimtelijke ontwikkelingen. Bij een ruimtelijke ontwikkeling kan sprake zijn van reeds aanwezige bedrijvigheid en van nieuwe bedrijvigheid. Milieuzonering zorgt ervoor dat nieuwe bedrijven een juiste plek in de nabijheid van woningen krijgen en dat nieuwe woningen op een verantwoorde afstand van bedrijven komen te staan. In beide gevallen zorgt het aspect milieuzonering ervoor dat bedrijven op een juiste afstand van een gevoelige bestemming komen te staan, met als doel het waarborgen van de veiligheid en het garanderen van de continuïteit van de bedrijven.
 
Milieuzonering beperkt zich tot milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie, te weten: geluid, geur, gevaar en stof. De mate waarin de milieuaspecten gelden en waaraan de milieucontour wordt vastgesteld, is voor elk type bedrijvigheid verschillend. De 'Vereniging van Nederlandse Gemeenten' (VNG) geeft sinds 1986 de publicatie 'Bedrijven en Milieuzonering'1 uit. In de brochure is een lijst opgenomen, met daarin de minimale richtafstand tussen een gevoelige bestemming en bedrijven. In totaal zijn er 600 verschillende type bedrijvigheid opgenomen elke met een eigen milieucategorie.
 
Het waar nodig ruimtelijk scheiden van milieubelastende activiteiten en milieugevoelige gebieden en functies bij nieuwe ontwikkelingen dient twee doelen:
  • Het reeds in het ruimtelijk spoor voorkómen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar bij woningen en andere gevoelige functies;
  • Het bieden van voldoende zekerheid aan bedrijven dat zij hun activiteiten duurzaam binnen aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen.
Onderhavig plan voorziet in de ontwikkeling van woningen in bestaand bebouwd gebied. Wonen wordt in het kader van bedrijven en milieuzonering gezien als een milieugevoelige bestemming. Indien de nieuwe woning binnen de milieucontour van een bestaand bedrijf ligt, zal dit het betreffende bedrijf kunnen hinderen in zijn bedrijfsvoering. Die nieuwe woningen dienen op een verantwoorde afstand van de bedrijven worden gesitueerd
 
Het plangebied is gelegen in een gemengd gebied. In het algemeen geldt dat woningbouw uitstekend is in te passen in een gemengd gebied. In de omgeving van het plangebied zijn verschillende bedrijfsfunctie gesitueerd. Ten oosten, aan de overzijde van de Weeresteinstraat is het bedrijventerrein Horst ten Daal gelegen. Het gebied ter hoogte van de projectlocatie is in het geldende bestemmingsplan 'Horst ten Daal 1995' (vastgesteld door de gemeenteraad van Hillegom op 15 oktober 1996) aangewezen als een 'categorie 1 gebied'. Binnen dit gebied zijn alleen bedrijfstypen toegestaan die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woonbebouwing. Dit geldt uitsluitend voor woningbouw in een gemengd gebied.
In het kader van de aanwezige bedrijvigheid is er in het plangebied een straalpad opgenomen die een beperking oplegt aan de maximale bouwhoogte. Voor het plangebied geldt een maximale bouwhoogte van 25 meter. Uitgaande van de bouwplannen, paragraaf 2.2, wordt hier aan voldaan.
 
Ten noordwesten en westen van het plangebied zijn in het buitengebied een aantal kwekerijen ten behoeve van de bloembollenteelt gelegen. Volgens de VNG-publicatie dient voor een dergelijke inrichting een richtafstand van 30 meter te worden aangehouden. Hier wordt in onderhavig geval aan voldaan.
  
Daarnaast dient te worden vastgesteld dat de beoogde ontwikkeling geen milieubelastende activiteiten betreft. In het geval van onderhavig plan gaat het om de ontwikkeling van woningen. Ten opzichte van de bestaande situatie zal er in de toekomstige situatie geen sprake zijn van een verslechterde situatie. De mate van milieubelasting neemt niet toe.
 
Conclusie
De voorgenomen ontwikkeling voorziet in een milieugevoelige functie. Omliggende bedrijvigheid vormt geen belemmering voor de bouw van de nieuwe woningen. De omgeving laat de ontwikkeling toe. Vanuit het aspect milieuzonering bestaat er geen bezwaar tegen de inpassing van de woningen op de beoogde locatie.