Plan: | De Volgerlanden-Oost |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0531.bp06Volgerlandoost-3001 |
De voor Wonen - Uit te werken aangewezen gronden zijn bestemd voor:
ter plaatse van de aanduiding "railverkeer" in de eerste plaats voor een ondergrondse spoortunnel.
Burgemeester en wethouders dienen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder b. van de Wet ruimtelijke ordening, de in lid 10.1 bedoelde bestemming uit te werken met inachtneming van de in dit artikel geformuleerde regels.
Het is, onverminderd het elders in deze regels bepaalde, verboden bouwwerken op te richten voordat de in lid 10.1 bedoelde bestemming door burgemeester en wethouders is uitgewerkt in een uitwerkingsplan dat rechtskracht heeft.
Alvorens tot uitwerking c.q. realisatie van de in lid 10.1 bedoelde bestemming over te gaan, dient voor de gronden als bedoeld in lid 10.1.2, nader archeologisch onderzoek te worden verricht naar mogelijke archeologische waarden.
Deze richtlijnen kunnen tevens dienen als basisdocument voor het te voeren overleg met belanghebbenden en (toekomstige) exploitanten.
De bestemming heeft betrekking op het ondergronds gelegen gedeelte van de Betuwespoorlijn (tunnel) met bijbehorende voorzieningen. Voor de bebouwingsmogelijkheden wordt uitgegaan van de bestaande bebouwing waarbij uitsluitend onder peil mag worden gebouwd alsmede ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak" tot de aangegeven bouwhoogte. Nieuwe woningen dienen een afstand in acht te nemen van tenminste 35 m tot het hart van elk van de beide tunnelbuizen van de Sophiaspoortunnel.
Voor de inrichting van de in lid 10.1 bedoelde gronden gelden de volgende regels:
Voor de realisatie van de in lid 10.1 bedoelde bestemming wordt uitgegaan van een gefaseerde bouw en oplevering, tot uiterlijk in 2021. Ook het bouwrijp maken zal gefaseerd plaatsvinden (vanaf 2011). De start van de bouw van de eerste woningen in De Volgerlanden-Oost zal plaatsvinden in 2012.
Bij de uitwerking van de bestemming op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) zal een fasering in deelgebieden worden aangehouden.
Voor het woongebied gelden, in aanvulling op het voorgaande, de volgende aanwijzingen.
Bij de uitwerking dient het bepaalde in het artikel 12 opgenomen omgevingsvergunningenstelsel voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden in acht te worden genomen.
Op de in lid 10.1.1 bedoelde gronden mogen, met inachtneming van het bepaalde in lid 10.2, uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingen worden gebouwd, met dien verstande, dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.3 onder a voor het bouwen van twee extra bouwlagen al dan niet met kap.
Een vergunning als bedoeld in lid 10.5 onder a is slechts toelaatbaar, indien door die andere werken en/of werkzaamheden geen schade kan worden veroorzaakt aan de spoortunnel of anderszins de belangen van de spoortunnel worden of kunnen worden geschaad.
Het bepaalde in lid 10.5 onder a is niet van toepassing op het uitvoeren van andere werken en/of werkzaamheden in het kader van het onderhoud of beheer van de spoortunnel.
Alvorens te beslissen over een vergunning als bedoeld in lid 10.5 onder a wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk advies ingewonnen bij de beheerder van de spoortunnel.