direct naar inhoud van Artikel 3 Groen
Plan: De Volgerlanden-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0531.bp06Volgerlandoost-3001

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen en water;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. bestaande ontsluitingswegen ten behoeve van aangrenzende bestemmingen;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. straatmeubilair;
  • f. kunstvoorwerpen;
  • g. nutsvoorzieningen en gemalen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding "natuur" voor het behoud, de versterking en/of het herstel van de landschapswaarde, natuurwaarde en cultuurhistorische waarde van het "Perenlaantje".
3.2 Bouwregels

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, waaronder begrepen straatmeubilair, kunstvoorwerpen en afvalverzamelsystemen, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:

  • a. ten hoogste 1% van de gronden mag worden bebouwd met gebouwen ten dienste van onderhoud en beheer (geen woning zijnde) en speelvoorzieningen;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 4,50 m;
  • c. de bouwhoogte van andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 10 m;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a t/m c mogen op gronden met de aanduiding "natuur" uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd tot een bouwhoogte van 1 m.

3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.3.1 Verbodsregels

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:

  • a. het vellen of rooien van de houtopstanden dan wel het verrichten van werkzaamheden welke de dood of ernstige beschadiging van de houtopstanden beogen dan wel tot gevolg kunnen hebben;
  • b. het aanleggen van oppervlakteverhardingen.
3.3.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 3.3.1 is niet van toepassing op:

  • a. werkzaamheden van ondergeschikte betekenis in het kader van het onderhoud van de houtopstanden zoals het periodiek afzetten of snoeien;
  • b. werkzaamheden in het kader van het onderhoud en/of handhaving waarbij het rooien wordt gevolgd door nieuwe aanplant.
3.3.3 Toelaatbaarheid

De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 3.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die andere werken en/of werkzaamheden de natuur-, landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden van de houtopstanden niet in onevenredige mate worden aangetast.