direct naar inhoud van 5.2 Toelichting op de regels
Plan: Seinpostduin 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0237DSeinpost1h-50VA

5.2 Toelichting op de regels

Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding (plankaart), regels en een toelichting. De eerste twee onderdelen zijn juridisch bindend, de toelichting is juridisch niet bindend maar helpt bij de interpretatie van de verbeelding en de regels.

De regels zijn als volgt ingedeeld:

  • Inleidende bepalingen. De inleidende bepalingen (artikel 1 en 2) lichten de begrippen toe die in de regels voorkomen en ook de wijze van meten (hoogte, diepte et cetera) die moet worden gehanteerd.
  • Bestemmingsbepalingen. De bestemmingsbepalingen (artikel 3 tot en met 13) bevatten voor elke bestemming een omschrijving van de doeleinden en bouwregels. Als specifiek voor een bestemming een afwijkingsbevoegdheid geldt, is deze in de betreffende bestemmingsbepaling opgenomen.
  • Algemene bepalingen. De algemene bepalingen (artikel 14 tot en met 18) bevatten algemene – voor alle bestemmingen geldende – bepalingen zoals algemene bepalingen ten aanzien van het bouwen, ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken en algemene afwijkingregels.
  • Overgangs- en slotbepalingen. De laatste twee bepalingen (artikel 19 en 20) betreffen achtereenvolgens het overgangsrecht en de slotregel.

Inleidende bepalingen

In artikel 1 worden belangrijke begrippen die in het plan voorkomen, nader gedefinieerd. In artikel 2 is aangegeven hoe afstanden en maten die in de regels worden voorgeschreven, moeten worden gemeten. Het definiëren van begrippen en de aanwijzingen voor het meten vergroten de duidelijkheid en de rechtszekerheid.


Bestemmingsregels

Artikel 3 Gemengd - 1

Deze bestemming is toegekend aan het museum Beelden aan Zee en de dependance van sociëteit De Witte (voorheen paviljoen Von Wied).

Artikel 4 Gemengd - 2

De bestemming Gemengd - 2 is toegekend aan de vooroorlogse villa's en hotels langs de Zeekant, Seinpostduin en een aantal panden langs de Gevers Deynootweg, waaronder het Badhotel. In deze panden zijn zowel hotels als woningen toegestaan.

Artikel 5 Horeca

Deze bestemming is toegekend aan restaurant Seinpost en enkele panden met logiesfunctie aan de Gevers Deynootweg.

Artikel 6 Maatschappelijk

Deze bestemming is toegekend aan het gebouw en terrein van de scoutinggroep Admiraal de Ruyter.

Artikel 7 Verkeer - Hoofdverkeersweg

Deze bestemming is toegekend aan de Gevers Deynootweg en is bestemd voor wegen met een ontsluitingsfunctie voor de wijk en de stad, openbaar vervoerstroken, parkeervoorzieningen en voet- en fietspaden.

Artikel 8 Verkeer - Straat

Deze bestemming is toegekend aan de Scheveningseslag. Deze straat heeft een functie voor het recreatieve verkeer tussen Scheveningen-Bad en Scheveningen-Haven.

Artikel 10 Verkeer - Verblijfsstraat

Onder deze bestemming vallen alle overige straten in het plangebied. Ze zijn uitsluitend bedoeld voor bestemmingsverkeer en zijn afgestemd op een maximum snelheid van 30 km/uur.

Artikel 9 Verkeer - Verblijfsgebied

Dit betreft de grotere delen van de openbare straat, die alleen toegankelijk zijn voor voetgangers. Het gaat hier om de IJsbrantszstraat, een deel van Seinpostduin en de afsluitingen aan de zeezijde van de Jongeneelstraat en de Harteveltstraat.

Artikel 11 Wonen

Om ervoor te zorgen dat de specifieke karakteristiek van de woongebieden behouden blijft, zijn op de verbeelding voor de bestemming Wonen onder andere de bebouwingsvlakken en de maximale bouw- en goothoogtes opgenomen. In de regels zijn de bebouwingsregels neergelegd. De bestemming bevat een regeling voor de realisatie van dakopbouwen.

Op de verbeelding (plankaart) zijn enige afwijkende bestemmingen op de begane grond aangeduid die toegestaan (kunnen) worden. Onder deze toegestane afwijkende bestemmingen vallen kantoren en detailhandel. Een symbool op de verbeelding geeft aan waar welke van deze functies gesitueerd mag worden. Overigens is het uitoefenen van een aan huis verbonden bedrijf of beroep altijd toegestaan, zolang het maar niet het karakter van de woonfunctie overstijgt. Ten behoeve van deze bestemming zijn ook tuinen en erven, groenvoorzieningen, verkeers- en parkeervoorzieningen toegestaan.
De bestemming bevat een regeling voor de realisatie van aan- en uitbouwen en bijgebouwen. Het daarbij toegelaten oppervlakte kan worden opgeteld bij datgene wat al vergunningvrij is toegestaan.

Artikel 12 Waarde - Archeologie

Het gehele plangebied is archeologisch waardevol gebied. Dat betekent dat de gronden in dit gebied primair bestemd zijn voor het behoud van de archeologische waarden die daar aanwezig zijn en secundair voor de andere bestemmingen die met deze dubbelbestemming samenvallen. Als men in dit gebied wil bouwen en daarbij het terrein wordt verstoord, bijvoorbeeld door de aanleg van een fundering, dan moet de aanvrager van een bouwvergunning een archeologisch onderzoek laten uitvoeren. Vervolgens kan de gemeente op basis van de resultaten van dat onderzoek voorwaarden aan de bouwvergunning verbinden, bijvoorbeeld de verplichting tot het doen van boringen. Voor andere werkzaamheden dan bouwen geldt een vergunningplicht (voorheen aanlegvergunning genoemd) mits de beoogde werkzaamheden de archeologische waarden niet aantasten en pas nadat archeologisch vooronderzoek heeft plaatsgevonden.

Artikel 13 Waterstaat - Waterkering

Het gehele plangebied valt binnen de waterkering. Dat betekent dat de gronden in dit gebied primair bestemd zijn voor waterstaat en secundair voor de andere bestemmingen die met deze dubbelbestemming samenvallen. Ten behoeve van deze bestemming zijn specifieke bouwregels opgenomen.

Algemene bepalingen

Artikel 14 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 15 Algemene bouwregels

De algemene bepalingen ten aanzien van het bouwen zijn bouwregels die gelden voor alle bestemmingen.

Artikel 16 Algemene gebruiksregels

In dit artikel is een algemene verbodsbepaling opgenomen: het is verboden de in het plan begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen te gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de bestemming of met de regels van het plan. Er is expliciet aangegeven dat onder zulk gebruik ook wordt begrepen het gebruik als opslagplaats voor voorwerpen, stoffen en materialen die niet meer bruikbaar zijn of niet meer worden gebruikt waarvoor ze zijn bedoeld en het gebruik als sekswinkel, seksinrichting, paddoshop, belwinkel of garagebedrijf: functies die voorheen in de Leefmilieuverordening werden verboden of althans gereguleerd. Een belangrijk element van dit artikel is de algemene afwijkingsregeling: met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de algemene verbodsbepaling, indien strikte toepassing van de verbodsbepaling leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Wel moet dit andere gebruik aansluiten bij het gebruik conform de bestemming en mag toepassing van de afwijking niet leiden tot een bestemmingswijziging.

Aan huis verbonden bedrijf en/of beroep

Als in de bestemmingsbepalingen wonen is toegestaan, is expliciet ook het voeren en/of uitoefenen van een aan huis verbonden bedrijf en/of beroep toegestaan. Voorwaarde is dat de werkfuncties niet leiden tot onevenredige (milieu)hinder voor de omgeving en dat zij kleinschalig van aard en omvang blijven. De woonfunctie moet als primaire functie worden gehandhaafd. In de algemene gebruiksbepalingen is daarom een regeling vervat voor het voeren en/of uitoefenen van een aan huis verbonden bedrijf en/of beroep:

  • De activiteiten mogen geen hinder voor de woonsituatie opleveren en mogen niet op grond van de milieuwetgeving vergunning- dan wel meldingplichtig zijn
  • De activiteiten mogen naar de aard en visueel geen afbreuk doen aan het karakter van de woning.
  • De activiteiten mogen geen detailhandel en/of horeca betreffen.
  • De activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen parkeerproblemen in de omgeving veroorzaken.
  • De activiteiten mogen aan de woonfunctie geen afbreuk doen en dienen daaraan ondergeschikt te zijn, in die zin dat de woonfunctie de belangrijkste functie dient te blijven en de praktijkruimte maximaal 30% van de bebouwde oppervlakte mag bedragen.

Artikel 17 Algemene afwijkingsregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bestemmingsplan voor geringe afwijkingen in de maatvoering die in de bouwregels zijn bepaald en ook voor geringe afwijkingen in de begrenzing van bestemmings- en/of bebouwingsgrenzen. Verder is een afwijking mogelijk voor de bouw van kleine nutsvoorzieningen, geluidwerende voorzieningen en containers voor afval, glas et cetera.

Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 19 Overgangsrecht

De overgangsbepalingen hebben als doel tijdens de overgang naar een nieuw bestemmingsplan de rechtstoestand vast te leggen van bouwwerken die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan zijn gebouwd of nog gebouwd kunnen worden – dat wil zeggen waarvoor omgevingsvergunning is verleend of nog te verlenen is – en die afwijken van de bouwregels in dit plan. Het tweede lid van dit artikel heeft betrekking op het gebruik van gronden en bouwwerken, voor zover dit gebruik op het tijdstip van rechtskracht verkrijgen van dit bestemmingsplan afwijkt van dit plan.

Artikel 20 Slotregel

Dit artikel geeft aan onder welke naam de regels van het bestemmingsplan moeten worden aangehaald: 'Regels bestemmingsplan Seinpostduin 2012'