direct naar inhoud van Artikel 4 Gemengd - 2
Plan: Seinpostduin 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0237DSeinpost1h-50VA

Artikel 4 Gemengd - 2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bed & breakfast
  • b. horeca in de categorieën licht en middelzwaar;
  • c. hotel;
  • d. wonen;

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, wegen, groen, al dan niet gebouwde parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen en overige voorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoofdgebouwen moeten zich bevinden binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak.
  • b. de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding staat aangegeven.
  • c. aanbouwen mogen buiten het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de hoogte van een aanbouw niet meer mag bedragen dan 0,3 m boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw en tot een maximum van 4 m;
    • 2. de diepte van een aanbouw niet meer dan 3 m mag bedragen;
    • 3. de aanbouw zich niet voor de voorgevelrooilijn mag bevinden.
  • d. bijgebouwen mogen buiten het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de maximum oppervlakte aan bijgebouwen niet meer dan 20 m² mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
    • 3. bijgebouwen zich niet voor de voorgevelrooilijn mogen bevinden.
  • e. op de gronden ter plaatse van de aanduiding op de verbeelding 'zone geen bijgebouwen toegestaan' mogen geen aan- of bijgebouwen worden gebouwd
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. het gestelde onder a is niet van toepassing op het plaatsen van masten en soortgelijke bouwwerken.
  • c. in afwijking van het gestelde onder a mag de hoogte van erf- en/of terrreinafscheidingen, voor zover deze zich voor de voorgevelrooilijn bevinden, niet meer dan 1 m bedragen.