direct naar inhoud van Artikel 11 Wonen
Plan: Seinpostduin 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0237DSeinpost1h-50VA

Artikel 11 Wonen

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. tuinen en erven;

en ter plaatse van de aanduiding:

  • c. 'gemengd' zijn de gronden mede bestemd voor buitenschoolse opvang, dienstverlening, detailhandel en horeca in de categorie licht uitsluitend op de begane grond;
  • d. 'dienstverlening' zijn de gronden mede bestemd voor dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;
  • e. 'kantoor' zijn de gronden mede bestemd voor kantoor, uitsluitend op de begane grond;
  • f. 'parkeergarage' tevens voor een parkeergarage in maximaal twee lagen;

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, wegen, groen, al dan niet gebouwde parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen en overige voorzieningen.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoofdgebouwen moeten zich bevinden binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak.
  • b. de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven.
  • c. in uitzondering op het bepaalde onder b mag ter plaatse van de ‘specifieke bouwaanduiding - dakopbouw 1’ en 'specifieke bouwaanduiding - dakopbouw 2' een dakopbouw van maximaal 3,5 m hoogte gebouwd worden.
  • d. aanbouwen mogen buiten het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de hoogte van een aanbouw niet meer mag bedragen dan 0,3 m boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw en tot een maximum van 4 m;
    • 2. de diepte van een aanbouw niet meer dan 3 m mag bedragen;
    • 3. de aanbouw zich niet voor de voorgevelrooilijn mag bevinden.
  • e. bijgebouwen mogen buiten het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de maximum oppervlakte aan bijgebouwen niet meer dan 20 m² mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
    • 3. bijgebouwen zich niet voor de voorgevelrooilijn mogen bevinden.
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen uitgesloten' mogen geen aan- of bijgebouwen worden gebouwd.
11.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bestemmingsvlak worden gebouwd.
  • b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag, voor zover gelegen achter de voorgevelrooilijn niet meer bedragen dan 2 m.
  • c. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag voor zover deze zich bevinden voor de voorgevelrooilijn niet meer dan 1 m bedragen.
11.3 Nadere eisen

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - dakopbouw 2' nadere eisen te stellen aan de situering en hoogte van de dakopbouw indien realisatie van de dakopbouw leidt tot een afname van de bezonning van meer dan 50% ten opzichte van de bestaande situatie bij naastgelegen panden op de in de Haagse bezonningrichtlijn vastgelegde normdata (19 februari / 21 oktober). Deze nadere eisen worden gebaseerd op een daartoe uitgevoerd nader bezonningsonderzoek.