Plan: | Regentesse-/ Valkenboskwartier |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0226CRgenValkbkw-50VA |
Gemeenten hebben de taak om bij vaststelling van bestemmingsplannen rekening te houden met aanwezige en te verwachten archeologische waarden (Monumentenwet 1988, artikel 38a). Voor het gehele grondgebied van Den Haag heeft de gemeente een Archeologische Waarden- en Verwachtingenkaart (AWVK) opgesteld. In de Beleidsnota Archeologie 2011-2020 geeft de gemeente aan hoe de gemeente zorg wil dragen voor de archeologische sporen en resten in de Haagse ondergrond. In dit hoofdstuk wordt toegelicht hoe het gemeentelijk archeologiebeleid is vertaald in het bestemmingsplan Regentesse-/ Valkenboskwartier.
Op de gemeentedekkende AWVK komen drie eenheden voor waaraan de gemeente beleid heeft gekoppeld:
Van initiatiefnemers van activiteiten met bodemverstoringen in zones met een archeologische waarde of verwachting wordt in het kader van vergunningverlening gevraagd om de archeologische waarde van het terrein dat door de bodemingreep verstoord wordt in voldoende mate vast te stellen. In gebieden waarvan de archeologische waarde al is vastgesteld wordt ook gekeken naar de mate van bedreiging van de archeologische waarden door het bouwplan. Als blijkt dat er sprake is van een bedreiging van behoudenswaardige archeologische resten, kunnen aan de uitvoering van de geplande bodemingreep voorwaarden worden verbonden, zoals:
In alle gevallen blijft de archeologische meldingsplicht van kracht (art. 53, Monumentenwet 1988). Dit houdt in dat wanneer bij graafwerkzaamheden vondsten worden aangetroffen waarvan de vinder redelijkerwijs moet kunnen weten dat het archeologie betreft, dit gemeld moet worden bij het bevoegd gezag. De meldingsplicht staat op zichzelf, en is niet opgenomen in de regels van het bestemmingsplan.
De afdeling Archeologie van de Dienst Stadsbeheer verricht namens het bevoegd gezag de taken en besluitvorming inzake de archeologische monumentenzorg.
De kosten van vooronderzoek en indien noodzakelijk opgraving of begeleiding zijn voor de initiatiefnemer. Alle archeologische werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd door een erkende archeologische partij.
De beschrijving uit 2.3.4 Bodem maakt duidelijk dat er sprake is van een archeologische verwachting voor een deel van het bestemmingsplangebied. Het gaat om de noordelijke strandwal en de overgangszone tussen de Laan van Meerdervoort, de Kepplerstraat en het verlengde daarvan tot aan de Valkenboslaan. Op de plankaart staan de gebieden met een archeologische verwachting aangegeven als: dubbelbestemming "Waarde - Archeologieā. Voor dat soort gebieden gelden speciale regels in de vorm van bouwregels en een aanlegvergunningenstelsel.
In paragraaf 5.3 Verantwoording van bestemmingen wordt toegelicht hoe de archeologische waarden in het bestemmingsplan worden beschermd. ingegaan hoe dit in de regels staat opgenomen.
Zie ook de 'Archeologische kaart Den Haag'. I