1.3 Doel
Met het oog op een verantwoord beheer van de ruimtelijke structuur heeft het bestemmingsplan Wateringse Veld - Zuid een aantal doelen:
-
1. de bestaande situatie zoveel mogelijk in stand houden. De bestaande ruimtelijke structuur van het plangebied is over het algemeen goed: de openbare ruimte, de ruimtelijke samenhang en differentiatie, de relatie tussen openbaar en privé-gebied, de bouwkundige staat van woningen en voorzieningen en de kwaliteit van de architectuur. In het plangebied zijn voldoende maatschappelijke (sport, welzijn et cetera) voorzieningen en winkels. Het plan is in hoofdzaak een beheersbestemmingsplan waarin de karakteristieke waarden van de wijk op het gebied van beeld, bebouwing en functies worden behouden. Er is een zorgvuldige afweging gemaakt tussen de stedenbouwkundige en architectonische kwaliteiten van de wijk enerzijds en de woonwensen en gebruiksvrijheden van de bewoners en gebruikers anderzijds. Het bestemmingsplan biedt de planologisch-juridische basis voor handhaving van de ruimtelijke situatie zoals die nu is, voor het beheer ervan in de toekomst en voor mogelijke nieuwe ontwikkelingen.
-
2. nieuwe ontwikkelingen in het plangebied mogelijk maken:
-
a. Minskplein: het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid voor het wijzigen van de bestemming Maatschappelijk in Centrum;
-
b. Laan van Scheltema 13: het realiseren van twee geschakelde woningen.
-
3. het opnemen van de regels die gesteld werden in de Leefmilieuverordening Recreatie-inrichtingen c.a in het bestemmingsplan. Op het plangebied was tot 30 maart 2009 de Leefmilieuverordening Recreatie-inrichtingen c.a. van toepassing (zie paragraaf 1.4.3). Deze was op grond van de Wet op stads- en dorpsvernieuwing (Wsdv) door de gemeenteraad vastgesteld. Deze verordening regelde, begrensde en/of verbood op grond van het belang van de leefbaarheid de toelaatbaarheid van recreatie-inrichtingen, sekswinkels, kamerverhuurbedrijven, seksinrichtingen, garagebedrijven, paddoshops, belwinkels, hennepkwekerijen en drugsdealpanden. Met de inwerkingtreding van de Wro is de Wsdv vervallen. Het belang van de leefbaarheid maakt het noodzakelijk om het bestemmingsplan te laten aansluiten op de regelgeving die in de verordening was opgenomen.
-
4. het actualiseren van het bestemmingsplan aan wetswijzigingen en nieuw beleid. De provinciale nota Regels voor Ruimte, de wijziging van de WRO in de nieuwe Wro en de wijziging of voorgenomen wijziging van aanverwante wetten leiden of hebben geleid tot planologische randvoorwaarden wat betreft de waterhuishouding, gebiedsgericht milieubeleid, flora- en faunabeheer, bosbeheer, ecologische verbindingszones en milieucomponenten in deze bestaande ruimtelijke structuur. Het bestemmingsplan is mede tegen de achtergrond van deze voorwaarden opgesteld.