direct naar inhoud van Artikel 9 Woongebied - 1
Plan: Sportpark Ziedewij
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0489.BPWGO20110012-VI01

Artikel 9 Woongebied - 1

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Woongebied - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen, groen- en watervoorzieningen en verkeer, waaronder het volgende wordt begrepen:

9.1.1 Wonen
  • a. wonen, waarbij geldt het aantal woningen niet meer bedraagt dan 40;
  • b. beroep aan huis;
  • c. aan de functie onder a. gebonden parkeervoorzieningen, waarbij per woning ten minste 1,8 parkeerplaats wordt gerealiseerd, waarvan 0,8 parkeerplaats bestemd is voor bezoekersparkeren.

9.1.2 Groen- en watervoorzieningen
  • a. groen en de daarbij behorende voorzieningen;
  • b. water en de daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, bruggen en gemalen;
  • c. speelvoorzieningen;
  • d. voorwerpen van beeldende kunst.

9.1.3 Verkeer
  • a. wijkonsluitingswegen, woonerven, pleinen;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. geluidwerende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm';
  • e. voorzieningen van openbaar nut.
9.2 Bouwregels

Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden.

9.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. kavels met een perceeloppervlak gelijk of groter dan 200m² en minder dan 300 m² mogen voor ten hoogste 45% worden bebouwd;
  • c. kavels met een perceeloppervlak gelijk of groter dan 300m² mogen voor ten hoogste 40% worden bebouwd;
  • d. hoofdgebouwen dienen te worden gebouwd op een afstand van minimaal 3 m tot de voorerfgrens;
  • e. hoofdgebouwen dienen te worden gebouwd op een afstand van minimaal 9 m tot de achtererfgrens;
  • f. hoofdgebouwen van geschakelde woningen dienen aan één zijde te worden gebouwd op een afstand van minimaal 3 m tot de onderlinge perceelsgrens;
  • g. hoofdgebouwen van vrijstaande woningen dienen te worden gebouwd op een afstand van minimaal 3 m tot de onderlinge perceelsgrens;
  • h. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • i. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11 m;
  • j. de dakhelling mag niet minder dan 45° en niet meer dan 60° bedragen.

9.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken ten behoeve van 9.1.1 mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. bijbehorende bouwwerken ten behoeve van 9.1.2 en 9.1.3 mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • c. bijbehorende bouwwerken dienen te worden gebouwd op een afstand van minimaal 3 m achter de (verlengde) voorgevel van het hoofdgebouw en evenwijdig aan de naar de weg gekeerde perceelsgrens te worden geplaatst;
  • d. aangebouwde bijbehorende bouwwerken dienen te worden gebouwd op een afstand van minimaal 1 m van de zij- en achtererfgrens;
  • e. van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag de goot- en/of bouwhoogte niet meer bedragen dan 4 m;
  • f. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • g. kavels met een perceeloppervlak gelijk of groter dan 200m² en minder dan 300 m² mogen voor ten hoogste 45% worden bebouwd;
  • h. kavels met een perceeloppervlak gelijk of groter dan 300m² mogen voor ten hoogste 40% worden bebouwd;
  • i. in afwijking van het bepaalde onder c., e. en f. geldt dat voor de bouw van een kap op een bijbehorend bouwwerk:
    • 1. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 6 m;
    • 2. de goothoogte niet meer mag bedragen dan 4 m;
    • 3. de dakhelling gelijk is aan de dakhelling van het hoofdgebouw.

9.2.3 Aangebouwde bijbehorende bouwwerken aan de (verlengde) voorgevel

Voor het bouwen van aangebouwde bouwwerken aan de (verlengde) voorgevel van het hoofdgebouw gelden de volgende regels:

  • a. uitsluitend erkers en toegangsportalen mogen worden gebouwd;
  • b. de diepte gemeten uit de voorgevel mag niet meer bedragen dan 1,2 m;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m;
  • d. de breedte van erkers mag niet meer bedragen dan 1/2 deel van de voorgevel;
  • e. de totale breedte mag niet meer bedragen dan 2/3 deel van de voorgevel.

9.2.4 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. andere bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 1 m voor erf- en terreinafscheidingen ter plaatse van de naar de openbare weg gekeerde gevel;
    • 2. 2 m voor de erf- en terreinafscheidingen ter plaatse van de niet naar de openbare weg gekeerde gevel;
    • 3. 3 m voor overige andere bouwwerken.

9.2.5 Duurzame energieopwekking

Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van duurzame energieopwekking gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken ten behoeve van duurzame energieopwekking dienen te worden gebouwd op een afstand van minimaal 3 m achter de (verlengde) voorgevel van het hoofdgebouw;
  • b. bouwwerken ten behoeve van duurzame energieopwekking dienen te worden gebouwd op een afstand van minimaal 3 m van de zij- en achtererfgrens;
  • c. de oppervlakte van bouwwerken ten behoeve van duurzame energieopwekking, anders dan verwerkt op of in het hoofdgebouw, mag niet meer bedragen dan 5 m²;
  • d. de bouwhoogte van windturbines mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 10 m in die situatie wanneer deze op de grond worden geplaatst;
    • 2. 2 m, gemeten van de bouwhoogte van het hoofdgebouw, wanneer geplaatst op het dak van het hoofdgebouw;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken ten behoeve van duurzame energieopwekking mag niet meer bedragen dan 4 m.
9.3 Specifieke gebruiksregels
9.3.1 Algemeen

Het is verboden de gronden als bedoeld in lid 9.1 te gebruiken in strijd met de bestemming.

9.3.2 Specifiek

Voor het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. binnen deze bestemming is de uitoefening van een beroep aan huis toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
    • 1. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de (woon)bebouwing tot een maximum van 40 m²;
    • 2. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
    • 3. detailhandel is niet toegestaan, behoudens productiegebonden detailhandel;
    • 4. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
9.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid 9.3 ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen een woning en bijbehorende bouwwerken voor een bedrijf aan huis als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende regels van toepassing zijn:

  • a. er worden uitsluitend activiteiten uitgevoerd als bedoeld in categorie 1 en 2 van de bijlage "Staat van Bedrijfsactiviteiten", dan wel activiteiten die naar hun aard en omvang gelijk zijn te stellen aan de genoemde categorieën;
  • b. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de (woon)bebouwing tot een maximum van 40 m2;
  • c. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
  • d. detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel, is niet toegestaan;
  • e. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.