direct naar inhoud van 4.7 Luchtkwaliteit
Plan: Bedrijventerreinen Barendrecht Noordoost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0489.BPBTO20120000-VI01

4.7 Luchtkwaliteit

Normstelling en beleid

Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door titel 5.2 van de Wet milieubeheer. De Wet milieubeheer bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. In de ruimtelijke ordeningspraktijk zijn langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 5.2 weergegeven.

Tabel 4.2 Grenswaarden maatgevende stoffen Wm

stof   toetsing van   grenswaarde   geldig  
stikstofdioxide (NO2)1)    jaargemiddelde concentratie   60 µg/m³   2010 tot en met 2014  
  jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   vanaf 2015  
fijn stof (PM10)2)    jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   vanaf 11 juni 2011  
  24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer per jaar meer dan 50 µ/m³   vanaf 11 juni 2011  
  • 1. De toetsing van de grenswaarde voor de uurgemiddelde concentratie NO2 is niet relevant aangezien er pas meer overschrijdingsuren dan het toegestane aantal van 18 per jaar zullen optreden als de jaargemiddelde concentratie NO2 de waarde van 82 µg/m³ overschrijdt. Dit is nergens in Nederland het geval.
  • 2. Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van ruimtelijke plannen uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied.

Besluit niet in betekenende mate (nibm)

In het Besluit nibm en de bijbehorende regeling is bepaald in welke gevallen een plan of project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit kan het geval zijn wanneer een plan of project een effect heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10.

Onderzoek

Als gevolg van de ontwikkelingen in het plangebied is sprake van een toename van de verkeersaantrekkende werking. Het gaat om het extra verkeer als gevolg van de ontwikkeling van de gemengde functies nabij het station. In paragraaf 4.3.2 is de verkeersaantrekkende werking gekwantificeerd. Hieruit blijkt dat het plan mogelijk in betekenende mate bijdraagt aan luchtkwaliteit, de bijdrage aan de jaargemiddelde concentratie bedraagt mogelijk meer dan 3% van de grenswaarden voor NO2 en PM10. Vanwege de ligging van het plangebied nabij de A15 zijn de concentraties in de directe omgeving van de A15 maatgevend voor de luchtkwaliteitsituatie in het plangebied. Onderstaand wordt daarom inzicht in de luchtkwaliteit met behulp van de monitoringstool (www.nsl-monitoring.nl) die behoort bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Met de invoer van het NSL zijn gemeenten niet langer verplicht om jaarlijks een gemeentelijke rapportage luchtkwaliteit op te stellen. Met het NSL rapporteert het Rijk jaarlijks over de luchtkwaliteit, gemeenten leveren daarvoor verplicht invoergegevens aan. Met behulp van de monitoringstool kan een goed beeld worden gegeven van de luchtkwaliteit, zowel voor 2011 als voor de prognosejaren 2015 en 2020. Het algemene beeld dat uit de monitoringstool blijkt is dat in de omgeving van de rijksweg A15 verhoogde concentraties luchtverontreinigende stoffen voorkomen.

Uit de monitoringstool blijkt dat in 2011 op enkele locaties nabij het plangebied niet aan de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie NO2 wordt voldaan die vanaf 2015 van kracht is (40 µg/m³). Er wordt in 2011 wel voldaan aan de jaargemiddelde grenswaarde van 60 µg/m³ die op grond van het NSL tot en met 2014 wordt gehanteerd (zie figuur 4.2). Deze verruimde toetsingswaarde hangt samen met het feit dat Nederland van de Europese Commissie uitstel heeft gekregen om aan de grenswaarden te voldoen die volgen uit de Europese richtlijn luchtkwaliteit. Het gaat om rekenpunten direct langs de A15.

Uit figuur 4.3 blijkt dat deze overschrijdingen in 2015 bijna niet meer voorkomen, er zijn nog enkele punten nabij de afslag Barendrecht waar een (dreigende) overschrijding voorkomt. Op grotere afstand van de weg waar personen verblijven, is geen sprake van overschrijdingen. In het prognosejaar 2020 is er als gevolg van een dalende achtergrondconcentratie geen sprake meer van een overschrijding van de jaargemiddelde grenswaarde voor NO2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0489.BPBTO20120000-VI01_0006.png"

Figuur 4.2 Jaargemiddelde concentratie NO2 in 2011 (bron:www.nsl-monitoring.nl)

afbeelding "i_NL.IMRO.0489.BPBTO20120000-VI01_0007.png"

Figuur 4.3 Jaargemiddelde concentratie NO2 in 2015 (bron:www.nsl-monitoring.nl)

Voor PM10 geldt dat er zowel in 2011 als in de prognosejaren 2015 en 2020 geen overschrijdingen van de jaargemiddelde grenswaarde voorkomen. Daarom worden alleen de gegevens voor 2011 in een figuur weergegeven (zie figuur 4.4).

afbeelding "i_NL.IMRO.0489.BPBTO20120000-VI01_0008.png"

Figuur 4.4 Jaargemiddelde concentratie PM10 in 2011 (bron:www.nsl-monitoring.nl)

Conclusie

Uit de monitoringstool blijkt dat ter plaatse van het plangebied, op locaties waar personen langdurig verblijven, wordt voldaan aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit.

Alleen in de directe omgeving van de A15 is op enkele locaties mogelijk sprake van een overschrijding van de jaargemiddelde concentratie NO2 in het prognosejaar 2015. Het ongedaan maken van deze overschrijdingen van de jaargemiddelde NO2-concentratie valt onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van I&M. Binnen het gebied met de overschrijding worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt en is tevens geen sprake van een langdurige aanwezigheid van personen.

Voor het overige deel van het plangebied geldt dat de bijdrage van het extra verkeer als gevolg van de ontwikkelingen in het plan (totaal 3.600 mvt/etmaal), gelet op voorkomende concentraties langs wegen in het plangebied, niet leidt tot een overschrijding van de grenswaarden. Indien dit verkeer over één weg zou worden afgewikkeld, zou de bijdrage aan jaargemiddelde concentratie NO2 namelijk circa 3 µg/m³ bedragen (bron: nibm-tool). Omdat de jaargemiddelde NO2-concentratie minder dan 3  µg/m³ in het gehele plangebied bedraagt, wordt de grenswaarde van 40 µg/m³ niet overschreden. Voor PM10 geldt dat er ruimschoots wordt voldaan aan de grenswaarden.

Omdat direct langs de maatgevende wegen wordt voldaan is dat ook in de rest van het plangebied het geval. Concentraties van luchtverontreinigende stoffen nemen immers af naarmate de afstand tot de weg toeneemt. Geconcludeerd wordt dat de Wet milieubeheer, onderdeel luchtkwaliteit, de vaststelling van het bestemmingsplan niet in de weg staat.