direct naar inhoud van 4.3 Verkeer en parkeren
Plan: Bedrijventerreinen Barendrecht Noordoost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0489.BPBTO20120000-VI01

4.3 Verkeer en parkeren

4.3.1 Verkeersstructuur

Het plangebied Bedrijventerrein Barendrecht Noordoost bestaat uit verschillende deelgebieden ten noorden en zuiden van de A15. Het grootste deel ligt aan de zuidzijde van de A15 tussen het spoor en de gemeentegrens van Ridderkerk.

Ontsluiting gemotoriseerd verkeer

Bedrijventerrein Barendrecht Noordoost wordt doorkruist door de A15 waarop een aansluiting is (aansluiting 20 IJsselmonde/Barendrecht). Deze aansluiting ligt tussen de knooppunten Ridderkerk en Vaanplein welke aansluiting geven op respectievelijk de A16 en A29. Deze rijkswegen zijn onderdeel van het nationale en internationale wegennetwerk zodat het verkeer van en naar de bedrijventerreinen gemakkelijk toegang heeft tot het Nederlandse hoofdwegennet.

Voor het kruispunt van de IJsselmondse Randweg, Verenambachtseweg, Dierensteinweg en de afrit van de A15, zijn plannen om de verkeerslichten te vervangen door een turboverkeersplein. Hiernaar is in het kader van de ontwikkelingen van Nieuw Reijerwaard door Oranjewoud onderzoek uitgevoerd en gerapporteerd in de notitie 'Bedrijventerrein Nieuw Reijerwaard' (februari 2012).

Noordelijk deel

Het ontsluitende wegennet voor het noordelijke gedeelte van het bedrijventerrein (ten noorden van de A15) wordt gevormd door de IJsselmondse Randweg, 1e Barendrechtseweg en de Dierensteinweg die overgaat in de Henry Dunantlaan. De IJsselmondse Randweg faciliteert, naast de ontsluiting van het noordelijke bedrijventerrein, ook de ontsluiting van de noordelijker gelegen woongebieden in IJsselmonde en Lombardijen. Al deze wegen zijn gebiedsontsluitingswegen met een maximumsnelheid van 70 km/h, alleen de 1e Barendrechtseweg kent een maximumsnelheid van 50 km/h.

Zuidelijk deel

Het zuidelijke gedeelte van het bedrijventerrein (ten zuiden van de A15) wordt ontsloten door de Dierensteinweg, Verenambachtseweg, Tuindersweg en de Boezemweg. Deze wegen zijn ook van groot belang voor de afwikkeling van het overige verkeer van en naar Barendrecht. Al deze wegen zijn gebiedsontsluitingswegen met een maximumsnelheid van 70 km/h.

Vanaf de Dierensteinweg lopen de Donk en de Veilingweg parallel aan de Verenambachtseweg het bedrijventerrein in. De Donk heeft een maximumsnelheid van 50 km/h en de Veilingweg kent een maximumsnelheid van 30 km/h.

Vanaf de Verenambachtseweg kan via de Koopliedenweg, de Gebroken Meeldijk en de Ebweg het bedrijventerrein bereikt worden. Deze wegen hebben een maximumsnelheid van 50 km/h. Naast deze wegen, die haaks op de Donk en de Veilingweg liggen, wordt de verkeersstructuur versterkt in het gebied door de aanleg van de Spoorlaan die ook aansluit op de Verenambachtseweg. De Koopliedenweg zal een aansluiting krijgen op de Spoorlaan.

De Spoorlaan zorgt tevens voor een directe verbinding van de Verenambachtseweg naar het station Barendrecht. Doordat station Barendrecht door de provincie Zuid-Holland als 'Stedenbaan'-station is aangewezen, zie ook onder openbaar vervoer, zullen er vele in- en uitstappers (treinreizigers) zijn. De Spoorlaan biedt zodoende, naast een ontsluitingsfunctie van het bedrijventerrein, ook een belangrijke verwerking van vervoersstromen van en naar het station Barendrecht.

Bereikbaarheid accuwisselstation 

De Dierensteinweg is een van de belangrijkste verbindingswegen vanaf de rijksweg A15 naar Barendrecht (Centrum). De Dierensteinweg ontsluit de bedrijven c.q. de voorzieningen bij de Lorentzweg en het Bedrijventerrein Oost. Om de doorstroming te garanderen is het cruciaal dat voldoende opstelruimte en parkeerplaatsen beschikbaar zijn op het eigen terrein van de bedrijven. Een accuwisselstation past geheel in de filosofie om deze zo direct mogelijk via de gebiedsontsluitingsweg Dierensteinweg op de autosnelweg (A15) te ontsluiten. Voor een accuwisselstation zoals gerealiseerd zal gaan worden is er (nog) geen CROW parkeernorm. Geschat wordt dat minimaal vier parkeerplaatsen voor bezoek en personeel noodzakelijk zijn. Op het terrein worden hiervoor voldoende parkeerplaatsen aangelegd. Voor de verkeersproductie is ook nog geen CROW norm. Op basis van de verwerkingscapaciteit (maximaal twaalf auto's per uur) van het wisselstation wordt een verkeerproductie verwacht van 250 mvt/etmaal. Op het terrein is voldoende opstelmogelijkheid om deze verkeersproductie op te vangen. Dit wordt gerealiseerd door het terrein zodanig in te richten dat eerst geparkeerd kan worden en pas daarna de accu gewisseld kan worden. Na wisseling van de accu is voldoende opstelruimte om rechtsaf te rijden naar de kruising Lorentzweg – Dierensteinweg zonder dat de doorstroming belemmerd wordt.

Ontsluiting langzaam verkeer

Conform Duurzaam Veilig zijn er vrijliggende fietspaden voor het fietsverkeer langs de wegen die het bedrijventerrein ontsluiten. Alleen de Verenambachtseweg kent geen fietsvoorzieningen. Hier dienen fietsers via de Rijksstraatweg en Handelsweg parallel aan de weg te rijden.

Noordelijk deel

Fietsers kunnen het noordelijke bedrijventerrein ten oosten van het spoor doorkruisen via de vrijliggende fietspaden langs de Asserstraat, Van der Waalsweg en de Lorentzweg. Ten westen van het spoor zijn er vrijliggende fietspaden en fietsstroken langs de 1e Barendrechtseweg. De fietsvoorzieningen zijn geconcentreerd op deze assen, op andere wegen binnen het bedrijventerrein maken fietsers van dezelfde rijbaan gebruik als het gemotoriseerde verkeer.

Zuidelijk deel

Het zuidelijke deel van het bedrijventerrein kunnen fietsers bereiken via de Donk, Gebroken Meeldijk, Ebweg en de aan te leggen vrijliggende fietspaden aan de Spoorlaan. Via de Gebroken Meeldijk hebben fietsers de mogelijkheid om het bedrijventerrein te doorkruisen en via een fietstunnel het spoor te passeren om naar de Binnenlandse Baan te fietsen. De fietser heeft langs deze wegen een eigen fietsvoorziening in de vorm van vrijliggende fietspaden.

Binnen het bedrijventerrein ligt langs de Donk en Zuideinde een vrijliggend fietspad zodat fietsers de mogelijkheid hebben het bedrijventerrein te doorkruisen. De andere wegen zijn met name ingericht op de afwikkeling van het gemotoriseerde verkeer en hebben geen aparte fietsvoorzieningen. Ondanks het ontbreken van deze fietsvoorzieningen, zorgt de hoofdfietsstructuur door het bedrijventerrein voor een goede ontsluiting van het gebied voor het fietsverkeer.

Ontsluiting openbaar vervoer

Noordelijk deel

In het noordelijke gedeelte van het bedrijventerrein zijn er bushaltes (de Reijerwaard en de Hordijk). Vanaf de Hordijk rijden er bussen naar de OV-knooppunten Zuidplein (metro en bus) en Barendrecht (trein). De bussen die Reijerwaard aandoen rijden tevens naar station Zwijndrecht en station Dordrecht. Beide lijnen hebben een frequentie van twee keer per uur in beide richtingen zodat de ontsluiting met het openbaar vervoer goed is te noemen.

Zuidelijk deel

Station Barendrecht vervult een belangrijke openbaarvervoerhalte voor het bedrijventerrein. Het station is door de provincie Zuid-Holland als 'Stedenbaan'-station aangewezen. De huidige frequentie is 4x per uur per richting en in de daluren 2x per uur per richting, waardoor een frequentie verbinding met Rotterdam en Dordrecht wordt geboden. Rotterdam en Dordrecht zijn treinstations van regionaal en nationaal niveau zodat het gebied goed ontsloten wordt door openbaar vervoer.

Daarnaast zijn er verschillende bushaltes in dit deel van het bedrijventerrein. Het gaat om de haltes: Ziedewij, Koopliedenweg, Station NS (oostzijde), Zuideinde en Donk. De bussen die deze bushaltes aandoen rijden naast bushalte Zuidplein en station Barendrecht met een frequentie van twee keer per uur in beide richtingen.

Geconcludeerd kan worden dat de ontsluiting per openbaar vervoer voor zowel het noordelijk als het zuidelijk deel van het bedrijventerrein goed is.

4.3.2 Verkeersgeneratie

De functies op het bedrijventerrein blijven grotendeels behouden zodat hier geen grote wijzigingen in de verkeersgeneratie te verwachten zijn. De totale verkeersgeneratie inclusief ontwikkelingen van de bedrijventerreinen bedraagt circa 29.000 motorvoertuigen (twee richtingen). Deze verkeersgeneratie verdeelt zich over het wegennet, waarbij ongeveer 10% (2.900 motorvoertuigen) over de A15 naar het oosten rijdt. Alleen bij de aan te leggen Spoorlaan in het zuidelijke deel van het bedrijventerrein zullen ontwikkelingen plaatsvinden. Het gaat dan om circa 10.000 m² bvo gemengde functies. Deze gemengde functie ligt bij de oostzijde van station Barendrecht en zal voorzieningen mogelijk maken zoals een hotel/congrescentrum en kantoorbebouwing. Deze voorzieningen hebben een grote publieksaantrekkende werking en zullen hoofdzakelijk gericht zijn op ontsluiting met het openbaar vervoer.

De verkeersgeneratie van deze voorzieningen is in tabel 4.1 inzichtelijk gemaakt op basis van de kengetallen van het CROW (publicaties 256 en 272).

Tabel 4.1 Verkeersgeneratie

functie   opp. [m²]   kencijfer
[per 100 m²]  
functienorm   verkeersgeneratie
[mvt/etmaal]  
gemengde functies   10.000   9   kantoor zakelijk, zonder baliefunctie   900  
totaal           900  

Binnen de bestemming 'Gemengd' zijn verschillende functies mogelijk, waarvan niet op voorhand de omvang bekend is. Om toch een verkeersgeneratie in te schatten is uitgegaan van een gemiddeld kantoor zonder baliefunctie.

De verkeersgeneratie als gevolg van de ontwikkelingen bedraagt circa 900 mvt/etmaal.

Om de intensiteiten van de huidige situatie in beeld te krijgen heeft Oranjewoud tellingen uitgevoerd in het najaar van 2011. Hieruit blijkt dat het totale in- en uitgaande verkeer van het zuidelijke deel van het bedrijventerrein 17.460 mvt/etmaal bedraagt, inclusief verkeersbewegingen van en naar parkeervoorzieningen bij station Barendrecht. Oranjewoud concludeert uit de tellingen dat circa 1.930 mvt/etmaal het terrein in- en uitgaan om naar de parkeervoorziening bij station Barendrecht te komen. Deze verkeersbewegingen zullen van de nieuwe Spoorlaan gebruik gaan maken. Naast dit verkeer zal ook bestaand verkeer deels via de Spoorlaan zijn weg vinden naar de Verenambachtseweg. In totaal komt de verkeersgeneratie uit op circa 3.000 mvt/etmaal voor de Spoorlaan, inclusief ontwikkelingen.

Aangezien de Spoorlaan een gebiedsontsluitingsweg wordt kan deze etmaalintensiteit goed afgewikkeld worden. Voor de aansluiting met de Verenambachtseweg wordt in eerste instantie gekozen voor een enkelstrooksrotonde. Aan de Verenambachtseweg zijn meerdere rotondes gesitueerd die het bedrijventerrein ontsluiten. Gezien het feit dat een enkelstrooksrotonde doorgaans een capaciteit heeft van circa 25.000 mvt/etmaal (som van de toeleidende wegen, ASVV, CROW 2004), kan het verkeer van de nieuwe Spoorlaan via een rotonde op de Verenambachtseweg afgewikkeld worden. De verkeersintensiteit op de Verenambachtseweg bedraagt circa 14.000 mvt/etmaal. In combinatie met de verkeersstroom vanaf de Spoorlaan en het gestelde in het ASVV is de verkeersafwikkeling met een enkelstrooksrotonde gewaarborgd. Op termijn zal, mede met het oog op de verwachte groei van het (vracht)verkeer, een dubbelstrooksrotonde worden gerealiseerd op het kruispunt Spoorlaan/Verenambachtseweg, waardoor ook voor de lange termijn voorzien wordt in een robuuste verkeersoplossing.

4.3.3 Parkeren

Evenals voor de verkeersgeneratie, zal de parkeerbehoefte niet wijzigen doordat de functies op het bedrijventerrein grotendeels behouden blijven. Alleen de ontwikkelingen aan de Spoorlaan zullen leiden tot een wijziging van de parkeerbehoefte. Voor deze ontwikkeling dient voldaan te worden aan de gemeentelijke parkeernormen. De parkeerbehoefte dient op eigen terrein opgelost te worden.

4.3.4 Conclusie

De ontsluiting voor de verschillende vervoerswijzen is goed te noemen. De verkeersgeneratie zal toenemen door de ontwikkelingen langs de Spoorlaan. De verkeersintensiteit van de Spoorlaan kan naar verwachting goed op de Verenambachtseweg worden afgewikkeld. Een enkelstrooksrotonde volstaat voor een goede afwikkeling van het verkeer. Het aspect verkeer staat de uitvoering van het plan niet in de weg. Om in de parkeerbehoefte van de ontwikkelingen te voldoen dient parkeren op eigen terrein plaats te vinden.