Plan: | Herziening Buitengebied 2010 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0484.B098herzbg2010-0004 |
Ridderbuurt 85 was in het verleden de bedrijfswoning voor een agrarisch bedrijf. De bijbehorende stallen zijn in het verleden echter verkocht aan de bedrijfsvoerder van Ridderbuurt 83a en 85a. De woning Ridderbuurt 85 is niet meer in gebruik als bedrijfswoning. De afgelopen jaren is de woning in gebruik geweest als burgerwoning. Het is een vrij nieuwe, grootschalige boerderijwoning. Middels dit plan wordt de woning planologisch omgezet in een burgerwoning.
De voormalige boerderij ligt op het einde van de Ridderbuurt, nabij de kruising met het Windepad. De Ridderbuurt is een historisch ontginningslint ten noorden van Alphen aan den Rijn. Na een periode van uitvening van de weidegronden is het omliggende land opnieuw drooggemalen en is de Vierambachtspolder onstaan die ca. 3 meter dieper ligt dan de Ridderbuurt. Vandaar dat men vanaf de Ridderbuurt fraaie vergezichten heeft de polder in. Aan de zuidzijde van de Ridderbuurt bevindt zich de stadsuitbreiding Ridderveld. De meeste bebouwing van de Ridderbuurt bevindt zich aan de noordzijde van het lint. Zo ook Ridderbuurt 85.
Op het perceel rust nu de bestemming “Agrarisch gebied met landschappelijke openheid AO.” Deze gronden zijn slechts bestemd voor agrarische bedrijven. Omdat het plan voorziet in het legaliseren van een burgerwoning is het strijdig met het vigerende bestemmingsplan.
De afzonderlijke streekplannen in Zuid-Holland en de Nota Regels voor Ruimte zijn vervangen door de Provinciale structuurvisie. De structuurvisie is op 2 juli 2010 vastgesteld door Provinciale Staten van Zuid-Holland. Een belangrijk deel van het provinciaal ruimtelijk belang wordt bereikt op basis van gezamenlijk overleg, het inzetten van financiële middelen, stimulerende maatregelen, afspraken en overeenkomsten. Op basis van de provinciale verordening worden algemene regels gegeven voor de inhoud van bestemmingsplannen. De Verordening Ruimte is op 2 juli 2010 vastgesteld door Provinciale Staten van Zuid-Holland.
De Verordening Ruimte is tevens op 2 juli 2010 vastgesteld door Provinciale Staten van Zuid-Holland. De nadruk lig op het intensiveren en multifunctioneel ruimtegebruik van gronden. Nieuwe stedelijke functies buiten de bebouwingscontouren zijn in beginsel niet toegestaan.
De nadruk lig op het intensiveren en multifunctioneel ruimtegebruik van gronden. Nieuwe stedelijke functies buiten de bebouwingscontouren zijn in beginsel niet toegestaan. Het plan ligt buiten de bebouwingscontour.
Voor behoud van de sociale en economische vitaliteit van het landelijk gebied is het behouden van de bestaande hiërarchie van de kernen belangrijk, naast het bieden van ruimte voor gebiedsgebonden economische ontwikkeling, zoals landbouw, recreatie en toerisme. De Provinciale structuurvisie heeft landschappelijke kwaliteit en tegengaan van verrommeling van het buitengebied hoog in het vaandel staan. Daarbij is het van belang dat het platteland vitaal wordt gehouden. Door incidenteel stedelijke functies toe te staan op het platteland, blijft de binding tussen stad en land behouden. Bovendien wordt verrommeling tegengegaan doordat leegstand wordt voorkomen.
Onlangs is in de gemeente Alphen aan den Rijn de Structuurvisie Buitengebied vastgesteld. In de structuurvisie wordt onderscheid gemaakt in economische, sociale en ruimtelijke kwaliteiten.
De Structuurvisie Buitengebied van de gemeente Alphen aan den Rijn beoogt een leefbaar en aantrekkelijk buitengebied te bevorderen. In de structuurvisie wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen de diverse polders die gelegen zijn rondom de stad. Van elke polder zijn de specifieke kenmerken beschreven welke beschermd en versterkt dienen te worden, vanuit economisch, sociaal en ruimtelijk oogpunt. De rol van Alphen a/d Rijn als centrum van het Groene Hart staat daar centraal in.
Het plan draagt niet direct bij aan de doelen van de structuurvisie. Indirect levert het plan wel een bijdrage. De structuurvisie buitengebied heeft onder meer ten doel om het platteland levendig te houden. Economische waarden kunnen vermengd worden met traditionele plattelandswaarden. Interactie tussen Alphen aan den Rijn en het buitengebied kan worden verhoogd. Door toe te staan dat een incidentele voormalige bedrijfswoning wordt omgezet naar een burgerwoning, kan die interactie worden vergroot.
Ridderbuurt 85 is een moderne rietgedekte woning, die qua bouwvorm weinig verwantschap heeft met de oorspronkelijke boerderij. Bij de woning hoort wel een schuur, maar de voormalige stallen bevinden zich op enige afstand van de woning.
De woning is reeds geruime tijd op deze locatie aanwezig. In die zin doet zij noch stedenbouwkundig noch landschappelijk afbreuk aan de omgeving.
De Wet milieubeheer beoogt milieuhinder ten gevolge van bedrijfsmatige activiteiten in de woonomgeving of ten opzichte van gevoelige functies zoals woningen zoveel mogelijk te voorkomen. Alle bedrijfsmatige activiteiten die in potentie hinder kunnen veroorzaken worden door middel van vergunningen of meldingen op basis van de Wet milieubeheer gereguleerd.
In aanvulling op deze vergunningen of meldingen voorziet een 'goede ruimtelijke ordening' eveneens in het voorkomen van onvoorzienbare hinder bij gevoelige functies zoals wonen, door bij nieuwe ontwikkelingen voldoende afstand in acht te nemen tussen milieubelastende activiteiten (bedrijven) en gevoelige functies (wonen). Bedrijfsmatige activiteiten zijn in de VNG publicatie “Bedrijven en Milieuzonering 2009” ingedeeld in een aantal categorieën met bijbehorende minimaal gewenste afstanden tot milieugevoelige functies. De indeling van de activiteiten is gebaseerd op de standaard bedrijfsindeling (SBI) van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Per milieucategorie geldt een minimaal gewenste afstand, een richtafstand. Deze richtafstand geldt tussen enerzijds de grens van de bestemming die bedrijven (of andere milieubelastende functies) toelaat en anderzijds als uiterste situering van de gevel van een woning die volgens het bestemmingsplan of via vergunningvrij bouwen mogelijk is.
Milieucategorie Richtafstand Woonomgeving Richtafstand gemengd gebied |
||
1 |
10 m |
0 m |
2 |
30 m |
10 m |
3.1 |
50 m |
30 m |
3.2 |
100 m |
50 m |
4.1 |
200 m |
100m |
In de directe omgeving van de woning Ridderbuurt 85 ligt een tweetal bedrijven.
Ridderbuurt 85a
Op dit adres is een geitenhouderij gevestigd. De eigenaar heeft ten behoeve van dit bedrijf, bij de milieudienst een (concept)aanvraag gedaan voor een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer voor het houden van 700 geiten. Op basis van de VNG publicatie “Bedrijven en milieuzonering” (2009) dient een geitenhouderij te worden ingedeeld in milieucategorie 3.1 met een minimaal gewenste afstand van 50 meter in een rustige woonomgeving en 25 meter in een gemengd gebied. De woning Ridderbuurt 85 ligt in een gebied waar zowel agrarische bedrijven als burgerwoningen voorkomen. Dit betekent dat voor deze situatie uitgegaan mag worden van een minimaal gewenste afstand van 25 meter. Deze afstand komt overeen met de minimale afstand zoals bedoeld in artikel 5 lid 1 van de Wet geurhinder en veehouderij. De werkelijke, kortste, afstand tussen de stal en de woning bedraagt ongeveer 58 meter. Daarnaast kan nog worden opgemerkt dat uit een geurberekening met het programma V-Stacks vergunning, blijkt dat de geurbelasting ter plaatse van de woning Ridderbuurt 58 7,6 Odourunits/m3 zal bedragen. Maximaal is 8 Odourunits/m3 toegestaan. Geconcludeerd kan worden dat de werkelijke afstand voldoende groot is en geurbelasting lager is dan maximaal toegestaan.
Ridderbuurt 87
Op dit adres is een schapenhouderij gevestigd. Op basis van de VNG publicatie "Bedrijven en milieuzonering" (2009) dient deze schapenhouderij te worden ingedeeld in milieucategorie 3.1. met een minimaal gewenste afstand van 25 meter in een gemengd gebied. De werkelijke afstand tot de woning Ridderbuurt 85 bedraagt meer dan 85 meter. De afstand is voldoende.
Bij de ontwikkeling van een ruimtelijk plan en/of bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met de bodemkwaliteit ter plaatse. Voor een bestemming zoals wonen, gelden ander normen dan voor, bijvoorbeeld, de bestemming bedrijven. Met het oog op de beoordeling van de realiseerbaarheid van een bestemmingsplan(wijziging) dient bodemonderzoek te worden verricht. In de praktijk wordt gestart met een historisch onderzoek naar mogelijk bodembedreigende activiteiten in het verleden en/of bodemonderzoeken die in het verleden zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld in het kader van de Wet milieubeheer of een grondtransactie. Op basis hiervan wordt een eerste inschatting gemaakt van de bodemkwaliteit ter plaatse. In het geval er, in een later stadium, sprake zal zijn van verplichting voor het uitvoeren van een bodemonderzoek, conform NEN 5740, op basis van de Woningwet of de Wet milieubeheer, wordt veelal in dit stadium al een verkennend onderzoek uitgevoerd.
Volgens het bodeminformatiesysteem van de Milieudienst West-Holland is in februari 1998 een ondergrondse olietank, conform de KIWA-richtlijnen verwijderd. Voorafgaand aan de verwijdering van deze tank is een beperkt onderzoek gedaan naar minerale olie. Hierbij is geen verontreiniging van minerale olie aangetroffen. Op basis van de bodemkwaliteitskaart valt de locatie onder oude lintbebouwing en naar verwachting zal de bovengrond licht tot matig verontreinigd zijn. Voor de wijziging van bestemming van bedrijfswoning naar woning is geen bodemonderzoek nodig.
Geluidsoverlast kan veroorzaakt worden door industrielawaai, railverkeerslawaai, Wegverkeerslawaai en luchtverkeerslawaai van Schiphol.
Verkeerslawaai
Het pand Ridderbuurt 85 is een Geluidsgevoelige bestemming en heeft op dit moment de bestemming van een bedrijfswoning. De aanpassing van het bestemmingsplan heeft alleen betrekking op de wijziging van de bestemming bedrijfswoning naar de bestemming van een burgerwoning. Wonen blijft dus wonen. Eventueel verkeerslawaai vormt geen belemmering voor de wijziging van dit bestemmingsplan.
Industrielawaai
De woning ligt niet binnen een geluidszone van een inrichting zoals bedoeld artikel 41 van de Wet geluidhinder. Dit aspect wordt daarom niet nader beschouwd.
Railverkeer
De woning ligt niet binnen de zone van een spoorlijn. Dit aspect wordt daarom niet nader beschouwd
Luchtverkeerslawaai
De woning ligt niet binnen de zogenaamde 20 Ke-zone van de luchthaven Schiphol. Dit aspect wordt daarom niet nader beschouwd.
Op 15 november 2007 is de Wet milieubeheer gewijzigd. Aan hoofdstuk 5 is een titel toegevoegd: titel 5.2 luchtkwaliteitseisen. Deze wet vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005.
In de wet is, door middel van criteria, een onderscheid gemaakt tussen grote en kleine ruimtelijke projecten. Een project is klein als het niet in betekenende mate leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. Volgens bijlage 3 van de Regeling draagt het plan “niet in betekenende mate” bij. Er hoeft daarom niet getoetst te worden aan de grenswaarden.
In dit geval gaat het om het omzetten van een bedrijfswoning naar een burgerwoning. Hierdoor zal de verkeersaantrekkende werking gelijk blijven. Derhalve is er geen verslechtering van de luchtkwaliteit.
Potentiële risicobronnen zijn transport over de weg, over het water, per rail, via buisleidingen en bedrijfsmatige activiteiten op een vaste locatie. Uit de inventarisatie, uitgevoerd ten behoeve van dit plan blijkt dat er over de N207 transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. De locatie ligt op een afstand van ca. 100 meter van de N207 en daarmee binnen het aandachtsgebied van deze weg.
Het plan betreft het planologisch veranderen van de woning. Het aantal personen binnen het aandachtsgebied van de N207 zal hierdoor niet wijzigen. De wijziging leidt niet tot een wijziging van het groepsrisico. Een uitgebreide verantwoording van het groepsrisico is niet nodig.
Voor wat betreft soortenbescherming is de Flora- en Faunawet van toepassing. Hierin wordt onder andere de bescherming van dier- en plantensoorten geregeld. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient te worden getoetst of er sprake is van negatieve effecten op de aanwezige beschermde soorten. Als hiervan sprake is, moet ontheffing worden aangevraagd.
Door de nieuwe planologische situatie verandert er feitelijk niets. Het plan heeft dan ook geen gevolgen voor flora en fauna.
Ingevolge de Provinciale archeologische kaart rust op het perceel geen tot weinig kans op archeologische sporen. Afgezien daarvan verandert er door de nieuwe planologische situatie feitelijk niets. Het plan heeft dan ook geen gevolgen voor archeologie.
Oppervlaktewater
De bestemmingswijziging heeft geen invloed op het totaal van het afvoerend verhard oppervlak. Ook heeft de wijziging geen invloed op de kwaliteit van afstromend hemelwater. De bestemmingswijziging heeft dan ook geen consequenties voor de kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van de waterhuishouding:
Riolering
Ter plaatse is een gescheiden (druk)rioolstelsel aanwezig. Vrijkomend huishoudelijk afvalwater zal via dit stelsel worden afgevoerd. De bestemmingswijziging heeft dan ook geen consequenties voor de kwalitatieve aspecten van de waterhuishouding.
Door de nieuwe planologische situatie verandert er feitelijk niets. Het plan heeft dan ook geen gevolgen voor parkeren.
Dit project betreft een particulier initiatief. Het bouwplan wordt in eigen beheer uitgevoerd. Het plan is geen bouwplan als bedoeld in de Wro. Daarom is een exploitatieplan niet nodig.
De feitelijke situatie verandert niet door dit plan; het betrokken pand is reeds langer in gebruik als burgerwoning. Er zijn dan ook geen bezwaren uit de omgeving te verwachten.