direct naar inhoud van 2.2 Ruimtelijke en functionele structuur
Plan: Zaandam Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3773BP-0401

2.2 Ruimtelijke en functionele structuur

Hieronder wordt per deelgebied de ruimtelijke en functionele structuur beschreven.

Deelgebied 1: Zone ten noorden van de Poel

De basis van de huidige structuur van het gebied ten noorden van de Poel stamt uit de jaren ’50 van de vorige eeuw. Functies die men vandaag de dag aantreft, zoals bedrijvigheid, sportvelden en nautische activiteiten zijn in het uitbreidingsplan Poeldijk mogelijk gemaakt, conform het toenmalige streekplan voor de Zaanstreek. Het gebied wordt ontsloten door de Diederik Sonoyweg die uitkomt op de Leeghwaterweg.

Bepalend in het gebied zijn de fabriek van Duyvis, de sportvelden van ZVV Zaandijk, enkele bedrijfspanden aan het water, net als een recreatieve jachthaven van zeilvereniging de Onderlinghe. Opvallend is de ligging van molen de Ooievaar, bereikbaar vanaf de Zaan, maar geïsoleerd via land door het talud van de Leeghwaterweg en de panden van Duyvis.

Door de mix aan functies is er niet veel samenhang in het gebied en lijkt alles mogelijk. Wel moet de nabijheid van de Zaanse Schans en het beschermde dorpsgezicht Haaldersbroek in overweging worden genomen bij het beschouwen van dit gebied.

Verder zorgt de ontsluiting voor de meeste structuur; deze verdeelt het gebied en ontsluit alle functies. De bedrijfsgebouwen bestaan uit eenvoudige loodsen van één tot enkele lagen; vaak plat afgedekt, soms voorzien van een kap.

Deelgebied 2: Hemmes

De Hemmes ligt als schiereiland in de Zaan, omgeven door de wateren de Poel ten noorden en de Kuil ten zuiden. Het gebied kent één ontsluitingsweg, de Hemmes. Het gebied de Hemmes heeft cultuurhistorische waarde door het verhaal en de geschiedenis van de plek. Het is een buitendijks industriegebied waar veel molens hebben gestaan en de molens zijn een onderdeel van de Zaanse identiteit. Van deze molens is alleen vrijwel niets meer over of zichtbaar. Toch zijn er elementen die aan de molens doet herinneren, zoals de naamgeving van de eerste loods, de Poelsnip. Deze molen heeft op die plek gestaan.

Op het terrein staat één waardevol gebouw, dat is het scheepswervencomplex van Kramer. Naar het gebouw is op dit moment geen uitgebreid onderzoek gedaan, maar gezegd kan worden dat het een interessant bakstenen industrieel fabriekscomplex is. In het gebouw bevinden zich resten van molen de Kogmeeuw en resten (onderdelen van de houtconstructie) van de bijbehorende molenschuur. Wat voor waarde dit heeft moet nog onderzocht worden, maar interessant is het zeker.

Aan de oost- en zuidzijde is een kraan- en transportbedrijf gevestigd. Op de westpunt is een scheepsreparatie en machinefabriek gevestigd. Beide bedrijven stammen uit het begin van de vorige eeuw. Het tussenliggende gebied is sinds kort in bezit van de Gemeente Zaanstad. Dit gedeelte ligt al lange tijd braak.

Deelgebied 3: ’t Kalf

Deelgebied 't Kalf wordt aan de noord- en noordoostzijde begrensd door de Braaksloot en de Ringvaart langs de Zuiderweg. Aan de zuidzijde vormt het Recreatiegebied Jagersveld de begrenzing en aan de oostzijde het water De Poel en De Kuil, met daarin het schiereiland de Hemmes. Met uitzondering van de oorspronkelijke bebouwing aan 't Kalf is de wijk in z'n geheel als een nieuw woongebied ontworpen en daarna in één periode gebouwd vanaf midden jaren 70. In de wijk zijn twee samenhangende (woon)gebieden van elkaar te onderscheiden: de Eilandenbuurt, globaal gelegen tussen de Dr.H.G. Scholtenstraat en 't Kalf, en de rest van de wijk.

Vanaf het schiereiland de Hemmes in noordelijke richting is dit hoofdzakelijk woonbebouwing, maar ook bijvoorbeeld de kerk met begraafplaats. In zuidelijke richting is dit meer bedrijvigheid. Langs de dijk in de Braaksloot zijn in de loop van de tijd ligplaatsen voor woonboten ontstaan. Op de wal is hierbij een strook met bergingen en tuintjes.

De Eilandenbuurt is opgezet als voetgangersgebied en heeft ten opzichte van het overige gebied een totaal eigen structuur. Hoewel voor de bouw van deze buurt ook eerst een laag zand is opgespoten, is de buurt met zijn waterlopen geïnspireerd op het idee van de oude verkaveling van het veenweidegebied. De buurt heeft een sterke samenhang met de oude dijk en bestaat uit paden die min of meer haaks aansluiten op die dijk. De buurt is dan ook helder van opzet en is ontwikkeld op basis van kavelsloten met daartussen de eilanden. De woonpaden met aan beide zijden woningen vormen het hart van de eilanden en zijn alleen toegankelijk voor het langzame verkeer. De parkeerplaatsen liggen aan de randen van de buurt. De om de eilanden meanderende waterloop gaat in oostelijke richting uiteindelijk over in het Jagersveld. In deze buurt ondersteunen de bebouwing, het water en het ontsluitingssysteem elkaar, hetgeen leidt tot een duidelijk samenhangend beeld. De woningbouw heeft een kleinschalige en intieme uitstraling.

De overige nieuwbouw is een typisch voorbeeld van een wijk uit de jaren 70. De opzet van de wijk is niet afgeleid uit het aanwezige landschap. De wijk is daarentegen ontworpen op basis van de meer algemene ideeën die er toen bestonden over nieuwe woonwijken. Deze moesten vooral een eigen karakter en identiteit hebben, los van de omgeving waarin ze ontstonden. Dit is onder meer te zien aan het feit dat het woongebied naar binnen is gericht. De woningen grenzen vaak met de achterkant aan het omringende gebied. Voorts is in het ontwerp uitgegaan van het woonerfprincipe zonder "gewone" straten. Tevens zijn de openbare routes niet recht, maar bestaan ze uit een samenstel van gekromde paden. Hiermee ontstaat een beeld van een informele, organische wijk met veel variatie. De toegepaste architectuur van de woningen hangt samen met de fasering van de ontwikkeling van de verschillende deelgebieden. Hierdoor zijn er (in de tijd) diverse buurtjes ontstaan met een eigen uitstraling, goed passend in de organische opzet van de wijk. Deze stedenbouwkundige opzet heeft een herbergzaam karakter, waarbij de nadruk ligt op de eigenheid en identiteit van de verschillende woonplekken.

De hoofdstructuur van de wijk wordt in sterke mate bepaald door een hiërarchische ontsluitingsstructuur van zich vertakkende kromme wegen. De structurele hoofdader in de wijk is de Dr. H.G. Scholtenstraat/Rijn. Dit is een brede weg met een vrij liggend fietspad die wordt begeleid door bomen. Dit is de enige weg in het gebied die door de groen structuur wordt ondersteund. Hier vandaan vertakken zich drie hoofdstraten de wijk in die de verschillende gebiedsdelen ontsluiten. Vanaf deze hoofdstraten worden via woonpleintjes en woonpaden de diverse woonbuurtjes ontsloten . Deze woonbuurtjes hebben centrale parkeervoorzieningen. De woonpaden zijn bedoeld voor het langzame verkeer. De woonpleintjes zijn daarentegen bedoeld voor al het verkeer. Deze pleintjes zijn soms slechts een centrale parkeervoorziening aan de achterzijde van woningen. Ze komen echter ook voor aan de voorzijde van woningen, en zijn dan naast een parkeerplek ook bedoeld als verblijfsruimte.

Naast de organische verkeersstructuur speelt ook de waterstructuur een rol in dit deel van de wijk. Het water komt op twee plaatsen de woonwijk binnen. De straten en het water hebben elk een eigen plek in de wijk. De twee structuren ondersteunen elkaar weinig of niet. Het water slingert als een op zichzelf staande meanderende rivier door de wijk. Wel verbindt het water het woongebied met het Jagersveld . Dit is het best waar te nemen op het plein naast het buurtcentrum, vanwaar men zicht heeft op het Jagersveld.

In de verschillende woonbuurten hebben de veelal aaneengeschakelde woningen veel knikken in de gevellijn en in de daklijn. Ook is er sprake van veel hoekverdraaiingen. Veel plekken in de openbare ruimte krijgen hierdoor een zekere beslotenheid en daardoor een intieme uitstraling. De paden tussen de woningen veranderen veel van richting en leveren een grote diversiteit aan routes en stedelijke ruimten. De openbare ruimte in het gehele woongebied kenmerkt zich door een grote verscheidenheid in details, zowel in de bestrating als in het groen. Dit alles zorgt voor een vriendelijk beeld van het woongebied, herbergzaam en passend bij de menselijke schaal.

In de oksel van de Dr. H.G. Scholtenstraat, waar de hoofdstructuur zich vertakt in drie hoofdstraten, ligt het {winkel)centrum. Het centrum ligt centraal in de wijk. Het is echter naar binnen gekeerd en de buitenkant is erg gesloten. Door deze introverte opzet die weinig allure uitstraalt komt het centrum niet erg tot zijn recht. Het gebied waarin het centrum ligt is onderdeel van een groter gebied dat te bestempelen is als een bijzondere voorzieningenzone. Tot deze zone behoren behalve het winkelcentrum, het buurtcentrum, het verzorgingshuis Nieuw Groenland, de sporthal De Tref en het scholencomplex. Ook de "hoogbouw" is geconcentreerd in dit centrale deel van het woongebied. Om de relaties tussen een aantal van deze voorzieningen te versterken zijn ze door een langzaam verkeersroute aan elkaar gekoppeld, namelijk de "evenementenroute" Deze route heeft een bijzonder tintje: het midden van de verharding is met een strook zwarte basaltkeien bestraat. Via tunneltjes onder de hoofd ontsluitingen door is het centrum voor langzaam verkeer gekoppeld aan de verschillende gebiedsdelen .

afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3773BP-0401_0006.jpg"

lint aan één zijde dicht bebouwd - geen contact tussen Zaan en achterland

Deelgebied 4: Jagersveld en sportvelden

Aan de zuid- en oostzijde wordt het gebied begrensd door snelwegen en een spoorlijn. Aan de noordzijde ligt de woonwijk ‘t Kalf en aan de westzijde diverse functies, waaronder sportvelden, bedrijfs- en woonfuncties met daarachter de Zaan.

Het Jagersveld is een recreatiegebied dat voor langzaam verkeer ontsloten is. De westelijke helft heeft een intensief recreatief karakter en de oostelijke helft meer extensief en met natuurlijke waarden. Dit deel is dan ook minder goed ontsloten. Flora en Fauna hebben hier de ruimte.

In het westelijk deel is een aantal sanitaire gebouwtjes aanwezig t.b.v. de recreanten. Hier is ook zwemwater en zijn strandjes en ligweiden aanwezig. Verder westwaarts neemt het aantal functies toe: Sportvelden, tennisbanen, hondenverenigingen, dierenasiel en –ambulance, maar ook een vetsmelterij. In dit gebied, tussen het recreatiegebied en de Dr. H.G.Scholtenstraat is de landschappelijke structuur nog deels leesbaar, maar is verder functioneel ingericht.

De strook tussen de Scholtenstraat en de Zaan is bewust onderdeel van dit deelgebied: de bebouwingsstructuur langs het Kalf wijkt af van de Oostzijde in de Slachthuisbuurt en Kalf in woonwijk ’t Kalf en het groene karakter van dit stukje maakt dat het Jagersveld en sportvelden nagenoeg tot aan de Zaan reiken: bebouwing en infrastructuur vormen nauwelijks een barrière, terwijl in andere deelgebieden het lint (Kalf en Oostzijde) veel dichter bebouwd is, soms zelfs aan twee zijden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3773BP-0401_0007.jpg"

Bebouwing wijkt van lint en laat groene ruimte aan beide zijden: contact tussen Zaan en achterland mogelijk.

De woonbebouwing in deze ‘corridor’ dateert hoofdzakelijk uit de jaren ’80 van de vorige eeuw; rijwoningen van twee lagen en een kap. Verder enkele losse woningen uit verschillende decennia van de vorige eeuw. Diverse architectuur, bouwhoogten tot twee lagen met een kap.

Deelgebied 5: Slachthuisbuurt

De Slachthuisbuurt ligt ingeklemd tussen de Zaan, de rijksweg A8, het spoortracé Zaandam-Enkhuizen en de doorgaande ontsluitingsstructuur ten oosten van de Zaan, plaatselijk de H.G. Scholtenstraat genoemd. De Slachthuisbuurt heeft weinig samenhang en er zijn veel verschillende functies gevestigd. Diverse vormen van bedrijvigheid, zowel klein- als grootschalig, zijn naast wonen en onderwijsinstellingen gesitueerd in een willekeurig patroon. Door de geïsoleerde ligging van de buurt zelf en de verscholen ligging van de woningen hierbinnen, kent men het gebied vooral als bedrijventerrein. De functiemenging is historisch gegroeid, maar de functies versterken elkaar niet. Er is daarnaast sprake van leegstand van bedrijfs- en schoolgebouwen en tijdelijke containerbouw van het complex ‘Studio city’. De openbare ruimte en de groenstructuur vertonen bovendien weinig samenhang. Ook de relatie met de Zaan ontbreekt.

De woningen in het gebied stammen uit verschillende perioden van de vorige eeuw, maar zijn allemaal kleine, seriematige eenheden. De eerste woningen zijn oude arbeiderswoningen uit de jaren ’20 en ’30 en bestaan uit één laag met een mansardekap die grotendeels zijn voorzien van een bij de architectuur passende dakkapel. De straatprofielen zijn krap. Overige woningen dateren van na de oorlog (jaren ’50, ’60 en ’70) en bestaan uit twee lagen en een zadeldak; nagenoeg al deze woningen zijn nog vrij van dakkapellen en –opbouwen.

De naoorlogse bedrijvigheid bestaat uit ‘platte dozen-architectuur’. Ten zuiden van de Paltrokstraat is de bedrijfsbebouwing kleinschaliger en ook hier komt woningbouw voor uit verschillende perioden van de vorige eeuw. Meestal zijn het woningen van één laag met een kap (mansarde, zadel, uitgevoerd als langskap of dwarskap); dakopbouwen en –kapellen zijn mee ontworpen of later in de stijl van de architectuur gebouwd, uitzonderingen daar gelaten.

Nu al kent de Slachthuisbuurt zeer verschillende functies naast elkaar, wonen zowel als bedrijvigheid en maatschappelijke functies. Om deze reden is daar waar mogelijk een gemengde bestemming aan het gebied gegeven. In paragraaf 5.1.9.5 Herontwikkeling Slachthuisbuurt wordt hier verder op in gegaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3773BP-0401_0008.jpg"

Lint aan beide zijden bebouwd - geen contact tussen Zaan en achterland

Deelgebied 6: Kogerveld

Het functioneel opgezette woongebied Kogerveld heeft een mix aan grondgebonden eigen woningbezit, sociaal bezit van middelhoogbouw en hoogbouw (deels eigen bezit, deels sociaal bezit) aan de rand van het gebied.

Kogerveld heeft de vorm van een driehoek met gekromde zijden en wordt afgeschermd door Rijksweg A8 (Coentunnelweg), met een hooggelegen verkeersscherm, en de op een lage dijk gelegen spoorlijn richting Enkhuizen, Hierdoor heeft het gebied een behaaglijk introvert karakter.

Met de Dr. H.G, Scholtenstraat langs de westzijde is het gebied aangetakt op het Zaanse centrum en de overige stadsdelen. Kogerveld vormt een stedelijk ruimtelijke eenheid met de omringende stadsdelen Sportpark Oostzijderveld en Slachthuisbuurt-Hofwijk. Vanaf de afslag van het verkeersplein A8 is het gebied via de rotonde op het Prins Bernhard plein direct bereikbaar. Op de "hoek" van Kogerveld bevindt zich bovendien het NS-station van het tracé Zaandam-Enkhuizen.

Het gebied wordt gekenmerkt door stedenbouwkundige 'stempels' die bestaan uit korte rijen tweelaags woningen met tuinen aan de voor- en achterzijde, afgewisseld met hoogbouwaccenten met daartussen een weids groen maaiveld. Herhaling is één van de kenmerken van de wijk. De opzet van de blokken is gerepeteerd met kleine variaties.

Belangrijke structurerende elementen in het gebied zijn verder de aanwezige waterstructuren van de Noorder Valdeursloot en De Gouw alsmede het aanwezige hoogspanningstracé.

De inteme ontsluiting van Kogerveld vindt plaats via de Veldbloemenweg, de toegangsas die loodrecht op De Gouw staat.

De ontsluitingsweg, het water en het hoogspanningstracé bakenen het gebied globaal af in drie verschillende gebiedsdelen:

1. Het gebied ten oosten van De Gouw met middel- en hoogbouw

Dit deelgebied dat ingesloten ligt in de oostelijke punt van de driehoek heeft een robuust karakter door het volume en de hoogte van de aanwezige gebouwen. Hieraan wordt bijgedragen door de aanwezigheid van enkele accentflats aan de randen (meestal vijf lagen, één uitzondering van negen lagen).

Het deelgebied wordt begrensd door een groene zone langs de A8, het water van De Gouw en het groene deelgebied langs het hoogspanningstracé.

Door de ruime opzet van het deelgebied is tussen de gebouwen veel groene ruimte te vinden.

Een op veel plaatsen dichte plint en de massaliteit van kleine woningen zorgen voor een zekere anonimiteit en een slechte relatie met de openbare ruimte.

2. Het deel ten noorden van de Veldbloemenweg met groenpleintjes en veel gezinswoningen

Dit deelgebied wordt begrensd door het water van De Gouw, een groene zone langs de A8, de Dr. H.G. Scholtenstraat en het groene deelgebied langs het hoogspanningstracé. Het gebied bestaat hoofdzakelijk uit rond groenpleintjes gegroepeerde gebouwen. De pleintjes zijn afwisselend omringd door rijtjes gezinswoningen en verspreide blokjes middelhoogbouw.

De verschillende wijzen waarop de rijtjes gezinswoningen rond de pleintjes zijn gesitueerd zorgen voor een grote variëteit aan plekken en relaties daartussen. De tweelaagse woningen, met voor- of achtertuin aan de straat, hebben een prettig informeel en kleinschalig karakter in samenhang met de krachtig aanwezige boombegroeiing.

Op een aantal plaatsen hebben deze woningen door opbouw een extra verdieping gekregen, waarbij in het algemeen per blok voor dezelfde opbouw is gekozen.

De clusters van middelhoogbouw (vijf lagen) staan vrij in de groene ruimte wat ze een zekere kwaliteit verleent. De eenvormige gevelopbouw en het eenvoudige programma geeft de middelhoogbouw echter een saaie uitstraling. Aan de noordrand staat één accentflat van negen lagen.

Tevens in het deelgebied aanwezig zijn voorzieningen als een winkelcentrum, postagentschap en een moskee.

3. Het zuidelijke parkdeel langs het hoogspanningstracé

Langs het spoor strekt zich een parkgebied uit. Door het aanwezige hoogspanningstracé van 150kV in oost-westelijke richting is het gebied vrijwel onbebouwd gebleven. Het energiebedrijf heeft er een zakelijk recht van 72m breed voor 380kV. Net buiten dit bereik bevinden zich NS-station, buurtkerk en basisscholen. In het deelgebied bevindt zich tevens de Noorder Valdeursloot, een oude zijtak van De Gouw, met•zijn oeverbegroeiing, botenhuis en aanlegpieren die het gebied een landelijke uitstraling geven. Voorts zijn er op restplekken tussen de spoorlijn en de Noorder Valdeursloot her en der volkstuinen te vinden.

Architectuur in Kogerveld

De middel- en hoogbouw in het gebied wordt gekenmerkt door een typisch naoorlogse soberheid met de nadruk op elementaire vormen en horizontale geleding.

De laagbouw in het gebied heeft door de sterk aanwezige pleintjesarchitectuur een informeel karakter. De aanwezige variatie in situering van de woningen draagt bij aan een afwisselend en kleinschalig beeld. Hieraan wordt tevens bijgedragen door de veelvuldig toegepaste dakopbouwen en de op gang gekomen "verhouting" van veel van de gevels van de woningen.

De collectiviteit van de oorspronkelijke architectuur, gebaseerd op herhaling van de woning als basiseenheid en de leesbaarheid van deze eenheid in de compositie, wordt hierdoor echter langzaam aan steeds minder leesbaar.